Kevin Verwijmeren kijkt me lachend aan in de hal van het Dordrechts Museum, waar hij net een concert met ambient-muziek heeft gespeeld. Dat mag ook wel: ik heb twintig euro neergeteld voor zijn eerste album, dat op vinyl is verschenen. Maar als ik hem trots vertel dat ik zelf sinds kort een eigen muzieklabel bestier en daarop net een cassettebandje van een Japanse artiest heb uitgebracht, verflauwt zijn lach. „Ik ben van huis uit natuurkundige”, zegt hij. „Ik begrijp niet waarom iemand iets op cassette zou willen uitbrengen.”
Tja, wat zie ik (35) inderdaad in die ‘ouwe meuk’? Zelfs de uitvinder van zowel het cassettebandje als de compact disc, ingenieur, uitvinder en oud-Philipsdirecteur Lou Ottens, zei in 2018 in NRC dat „de cd veel beter is”. Ook met het vaak bewierookte ‘warme’ geluid van vinyl rekende hij in dat interview af: „Ik denk dat mensen vooral horen wat ze willen horen. Er zijn altijd gekken die terug willen kijken naar het verleden.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/03/data68363161-1b0c40.jpg)
In mijn krappe binnenstadstudio nemen op dit moment twee kasten met zo’n zeshonderd cassettebandjes een aanzienlijk deel van de ruimte in. Is het nostalgie? Hooguit deels. Als kind maakte ik het cassettebandje mee en deed de klassieke ervaringen op. Top 40-liedjes opnemen van de radio, waarbij je precies op tijd voor het gepraat van de dj op de stopknop trachtte te rammen. Met een potlood tape terugdraaien om die te ontwarren. Met vriendjes zelf programma’s bedenken en opnemen – inclusief zelfbedachte reclames. Maar in die tijd, de jaren negentig, was de cd ook al ingeburgerd en zelfs aan zijn bloeitijd bezig. Mijn eigen eerste singletjes en albums waren compact discs.
Mijn echte liefde voor cassettes kwam pas later, na mijn 25ste, nadat ik in obscure alternatieve muzikale kringen terecht was gekomen waar deze geluidsdragers nog gretig de ronde deden. Als ik nu in mijn kast kijk, zie ik achter elk doosje het verhaal. Van tapes die ik jaren geleden van vrienden cadeau kreeg, toen hun projecten nog nieuw en onbekend waren – soms met een piepklein geschreven persoonlijke boodschap in het boekje.
Of dat van Celer, een van mijn favoriete musici, dat ik voor twee glazen whisky van hemzelf kocht in een bar in Tokio. De ene artiest leidde me naar de volgende, doordat muzikanten vaak splits opnemen waarbij je op de B-zijde weer een nieuwe artiest ontdekt. En dan was er het eerste cassettebandje met mijn eigen experimentele project in het genre ‘harsh noise’ dat door een klein label werd uitgegeven. Ik heb dan ook een obscure muziek-smaak, in die kringen worden nog albums op tape uitgebracht. De cassettebandjes zijn tijdmachientjes die gaan werken zodra ik de plastic doosjes openklap.
Voor de beleving van muziek is de manier waarop je een album afspeelt van groot belang. De digitale revolutie en streamingdiensten als Spotify namen die ervaring weg, en vervlakten actief luisteren tot het passief ondergaan van muzikaal behang. Een cassettebandje draai je nooit toevallig of onwillekeurig, je zet het bewust op – net als een lp. Tijdens het terug- en vooruitspoelen en het omdraaien van een bandje kun je, nee, móét je nadenken over wat je net gehoord hebt.
En dan de boekjes! Veel vinylfanaten oreren graag over lp-hoezen als kunstwerken an sich, maar de de J-card of inlay (het papierwerk in het cassettedoosje) dwingt artiesten hun originaliteit te beteugelen op een speelruimte van 101,5 bij 104 millimeter. Een gedicht aan de binnenzijde van de kaart, papier met reliëf, handgemaakte collages bij releases in kleine oplagen: de uitbarstinkjes van creativiteit verbazen me steeds weer wanneer ik een doosje open.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87319040-d2e468.jpg|//images.nrc.nl/vcMa4bgvBDb01-NXzsB2QlxeJ_4=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87319040-d2e468.jpg)
Foto Thomas Nondh Jansen
Bandjes als wapen
Cassettebandjes zijn in het verleden door miljarden mensen gebruikt en hebben op veel plekken de loop van de geschiedenis beïnvloed. Zo werd de Iraanse Revolutie van 1979 aangewakkerd door speeches van ayatollah Khomeini die per tape werden verspreid. Ook in China had het cassettebandje flinke invloed, toen de markt daar na decennia communistische censuur in één klap overspoeld werd door tal van genres westerse muziek – die jonge Chinese muzikanten inspireerde tot ongehoorde mengvormen van bijvoorbeeld Iron Maiden-achtig gitaarspel met punkvocalen. In de Vietnamoorlog werden bandjes als oorlogswapen ingezet. Daarbij werden opnames door rurale gebieden geschald die stemmen moesten voorstellen van de geesten van omgekomen Vietcongstrijders, die hun kameraden vanuit de hel opriepen hun wapens neer te leggen.
Waarom sluit ik me niet gewoon aan bij de vinyl-renaissance?
Mondiaal democratiseerde het cassettebandje de toegang tot muziek voor gewone burgers, die ineens voor weinig geld albums konden kopen, muziek konden opnemen van de radio en – tot ergernis van veel artiesten – opnames konden kopiëren. Dit transformeerde de beleving van muziek, waarvoor mensen tot dan afhankelijk waren geweest van wat op de radio gespeeld werd, van concerten of peperdure langspeelplaten.
Dat alles daargelaten is een liefdesverklaring als deze natuurlijk hyperpersoonlijk. En het leuke van een passie is dat alle rationele tegenargumenten hun doel missen.
De spierballen van goede smaak
Waarom richt ik mijn geluidsdragers-nostalgie niet op de langspeelplaat, waarom sluit ik me niet gewoon aan bij de breedgedragen vinylrenaissance? Platen hebben een warm geluid en een (doorgaans) fraaie hoes: met de aanschaf ervan etaleer je de spierballen van je goede smaak. Maar daar gaat het me niet om. Juist het ongepolijste van cassettebandjes trekt me aan. Ze proberen niet beter, warmer of helderder te klinken dan streams of cd’s. Ze zijn goedkoop: voor de prijs van één elpee heb je er vier. En je kunt er lekker een beetje slordig mee zijn. Doosje stuk? Prima, dan doe je er gewoon een nieuwe om.
Rest de geluidskwaliteit. Bijna alle beschrijvingen die me te binnen schieten hebben een negatieve connotatie: bedompt, rauw, gruizig. En dan is de magneetband waarop de muziek wordt opgeslagen ook nog kwetsbaar, aan verval onderhevig. Allemaal waar. Maar zijn dat wel echte nadelen? Voor mij bevat de tapesound meer leven en karakter dan het klinische cd-geluid of de doodse mp3-sound, die letterlijk gecomprimeerd is. Voor mij telt niet alleen de muziek op de cassette, maar ook het leven van het geluid. De knisperingen, de zachte achtergrondruis, de vervormingen die de liedjes omringen.
En die vergankelijkheid, nou ja, die geeft een cassette juist extra waarde. Door de jaren heen kan het geluid veranderen: meer uniciteit en leven! En tape is herbruikbaar. Ben je je de inhoud van het bandje zat, dan spoel je er gewoon iets nieuws overheen.
Het heeft onverwoordbare charme om lokale punkmuziek over een livealbum van Peter Gabriel heen te spoelen, weet ik uit ervaring. Of je stuurt een ingesproken brief naar een vriend in het buitenland. Of je stelt een romantische daad en trakteert iemand op een mixtape: een cassettebandje met betekenisvolle liedjes die je uitkiest voor je geliefde, eventueel gepaard met ingesproken boodschappen aan je schatje.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/data44274928-ed1d20.jpg)
Cassettecultuur
Gelukkig voor mij bestaat er een kleine gemeenschap van medeliefhebbers met wie ik cassettebandjes draai en uitwissel. En op social media vind je ook bredere pogingen om de ‘cassettecultuur’ in leven te houden; ruilnetwerken voor tapes, samenwerkingen tussen musici die in een zogenaamde ‘split’ elk één zijde van het bandje voor hun rekening nemen.
Anderen brengen hele eigen albums uit op tape of runnen een do-it-yourselftapelabel. Zelf neem ik nu deel aan een ‘tape swap’, een soort cassettebandjeskalender waarbij 12 musici elk één exclusief album per jaar opnemen, en die doorsturen naar de anderen. Maandelijks ontvang ik een privérelease.
En nee, het is geen schaduweconomie, geen utopisch, anti-commercieel evangelie. Mij drijven alleen lol en liefde. Het is levensverrijkend een obscure passie te koesteren – juist in een tijd die zo veeleisend is dat je er eigenlijk geen tijd en aandacht voor hebt. Wat is jouw cassettebandje?
- 1928
- De Duitse ingenieur Fritz Pfleumer ontwerpt magneetband waarop geluid kan worden opgeslagen. Eerdere onderzoekers beschreven al dat het mogelijk moest zijn om geluid op magneetband op te nemen, Pfleumer was de eerste die daarin slaagde.
- Jaren 30
- Pfleumer geeft het Duitse elektronicabedrijf AEG de rechten om zijn uitvinding te gebruiken voor het ontwerpen van de eerste taperecorder: de Magnetophon. Dit eerste type en de later ontworpen ‘reel-to-reel’-recorders kennen twee grote spoelen waartussen de magneetband wordt afgespeeld. Dat werkt goed voor geluid afspelen, maar is onhandig te bedienen voor particuliere, onervaren consumenten.
- 1963
- Philips-ingenieur Lou Ottens (1926-2021) ontwerpt met zijn team het cassettebandje, bedoeld om audio via magneetband compact mee op te slaan. Er komt ook direct een cassettespeler op de markt, de Philips EL 3300, waarmee burgers een eenvoudige manier krijgen om muziek mee op te nemen, af te spelen en te kopiëren.
- 1968
- Philips introduceert de eerste autoradio met cassettebandjes. Enkele jaren eerder deed Ford dit al in de Verenigde Staten, met de daar gangbare tegenhanger van het cassettebandje: de 8-track.
- 1979
- Sony introduceert de Walkman, waarmee consumenten bandjes onderweg kunnen luisteren.
-
1982
- Philips en Sony ontwikkelen samen de compact disc, die eenmaal doorontwikkeld een veel helderder geluid zou kunnen opslaan dan het bandje of de lp. Een tijdlang bestaan de geluidsdragers harmonieus naast elkaar, maar uiteindelijk worden tape en vinyl verdrongen door de cd – die op zijn beurt weer zal lijden onder de download- en streamingrevoluties.