Reportage

Veenstra’s huis is eindelijk veilig. Nu de duizenden andere huizen nog

Aardbevingsschade Na aardschokken door gaswinning zat het huis van Henk Veenstra vol scheuren. Hij tekende in op een veelbelovend versterkingsproject. Zes jaar later is zijn huis veilig, maar is Veenstra zelf „gesloopt”. Waarom het versterken van Groningse huizen maar niet wil vlotten.

Henk Veenstra in zijn versterkte huis in het Groningse Ten Boer. De oorspronkelijke gevel is intact, verder is zijn woning volledig vernieuwd.
Henk Veenstra in zijn versterkte huis in het Groningse Ten Boer. De oorspronkelijke gevel is intact, verder is zijn woning volledig vernieuwd. Foto Kees van de Veen

I De vuurwerkbom in Enschede

Overal op straat liggen brokstukken. Waar Ard Pierik ook kijkt, hij ziet kapotte ramen, daken zonder dakpannen, scheefstaande puien. Hoe verder hij loopt, hoe minder er van de gebouwen over is, ziet hij. Als hij bijna bij de plek van de explosie is, houdt de politie hem tegen. Niemand mag de wijk in.

Twee dagen eerder, op 13 mei 2000, is middenin de Enschedese woonwijk Roombeek een vuurwerkdepot ontploft. Pierik gaat in de maanden daarna het gebied in om de schade huis voor huis te controleren. Daarna begint de echte opgave: een nieuwe woonwijk uit de as laten herrijzen.

Pierik staat aan het begin van zijn carrière als bouwkundige. Voor de klus in Roombeek krijgt hij carte blanche: er zijn geen discussies over geld. „Roombeek is nu een van de mooiste wijken van Nederland, met gelukkige bewoners, omdat ze zelf mochten beslissen over de bouw van hun huis”, zegt Pierik. Hij is er zelf gaan wonen.

Zestien jaar later, in 2016, vraagt Peter Kuenzli, zijn baas destijds in Roombeek, hem naar Groningen te komen voor net zo’n megaklus. Door de aardbevingen als gevolg van de gaswinning moeten mogelijk tienduizenden huizen in de provincie worden versterkt, zodat mensen bij een zware beving niet in levensgevaar raken.

Bekijk ook: Hoe ontstaat een Groningse beving

Want sinds de aardbeving in Huizinge van 2012, met een kracht van 3,6 de zwaarste Groningse aardbeving ooit, is een nieuw tijdperk begonnen. Decennialang was de Groningse gaswinning een zegen voor de Nederlandse economie. Maar nu is de winning bedreigend: veel bewoners van het gebied voelen zich na ‘Huizinge’ niet meer veilig in hun woningen. Ze zien scheuren in hun muren en vrezen instortende daken.

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) moet die dreiging wegnemen. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de schade die het met de gaswinning veroorzaakt. Maar al snel blijkt dat het bedrijf de vereiste controle en versterking van duizenden gebouwen niet aankan. Het wantrouwen tegen de NAM neemt snel toe, net als het verzet tegen de gaswinning. In 2015 besluit minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) dat de overheid zich met Groningen moet gaan bemoeien. Hij stelt de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) aan, die de voortgang van de versterking moet „bewaken”. De NAM blijft wel betrokken: het bedrijf moet de kosten van de versterking betalen.

Kuenzli krijgt de opdracht vanuit het ministerie van Economische Zaken om de NCG op te bouwen. Hij vraagt Pierik om in Groningen te doen wat hij ook in Enschede deed: huizen inspecteren en samen met de bewoners bedenken hoe die woningen moeten worden versterkt. Pierik zegt ja. Met zijn ervaring moet hij ook Groningers kunnen helpen.

De eerste tegenvaller dient zich snel aan. Pierik verwacht dat alleen echt oude woningen onveilig zullen zijn. Maar de eerste acht huizen die hij inspecteert, voldoen allemaal niet aan de nieuwe veiligheidsnormen in het aardbevingsgebied die dan net zijn vastgesteld. De versterking gaat tonnen kosten, per huis, concludeert hij.

Hoewel de NCG bepaalt welke huizen moeten worden versterkt en hoe, moet de NAM die beslissingen goedkeuren, en daarna de rekeningen betalen. Dat levert eindeloos gesteggel op, merkt Pierik: „We kregen zelfs discussies over wie de gordijnen moest betalen in het huis waar de bewoners tijdelijk moesten wonen.”

Het zijn de eerste voorbodes van het vastlopen van de versterkingsoperatie. Onduidelijkheid over hoe je moet versterken, gesteggel over geld en geharrewar over wie de besluiten neemt, vertragen de aanpak. Tien jaar na de beving in Huizinge zijn van de mogelijk 27.000 onveilige huizen iets meer dan vierduizend veilig. Duizenden Groningers wachten in onzekerheid af.

Henk Veenstra in zijn versterkte huis in het Groningse Ten Boer. De orginele gevel is blijven staan, voor de rest is het huis compleet vernieuwd.Foto Kees van de Veen

II Bewoners nemen heft in eigen hand

Henk Veenstra schrikt als hij in 2014 voor het eerst in maanden weer in zijn huis komt.

Hij heeft het een tijdlang verhuurd en wil er nu zelf weer gaan wonen. Maar als hij in zijn schuur staat, ziet hij door de scheuren het huis van de buren. Jarenlang heeft hij gedacht dat de scheuren door bodemdaling kwamen. Sinds Huizinge en de steeds frequentere bevingen die daarop volgden, weet hij beter. De schade-expert van de NAM die op verzoek van Veenstra komt kijken, heeft slecht nieuws. Niet alleen zijn schuur, maar ook zijn huis heeft wel veertig scheuren, allemaal door de aardbevingen.

Veenstra (68) kocht het huis in Ten Boer, een dorp zo’n tien kilometer ten noordoosten van de stad Groningen, in 1988. Het vrijstaande huis valt op door de witte gevel, en de glanzende bordeauxrode dakpannen en de schoorsteen in het midden. Amsterdamse Schoolstijl. Veenstra was meteen verkocht.

Ik vind het waanzinnig hoeveel dit huis de samenleving heeft gekost

Maar nu voelt hij zich onveilig in zijn eigen huis. Eerst probeert hij zelf maatregelen te nemen om zijn huis veiliger te maken. In oktober 2015 laat hij een stalen kooi in de nok van zijn slaapkamer maken, voor als het dak instort. De 2.000 euro aan kosten betaalt hij zelf. Bezoek vertelt hij dat ze bij een aardbeving onder de tafel of deuropening moeten duiken. „Niet naar buiten rennen, dan krijg je een dakpan of schoorsteen op de kop.”

Als hij eind 2015 een huis-aan-huisblad openslaat, ziet hij een advertentie van de NCG. Die zoekt vijftig Groningers die zelf willen meedenken over de versterking van hun woning. In het project Heft in Eigen Hand van Kuenzli en Pierik mogen bewoners namelijk de architect en aannemer kiezen.

Dit is zijn kans, denkt Veenstra. Als natuurliefhebber en ondernemer in daktuinen wilde hij zijn huis altijd al verduurzamen. Dat kan samen met de versterking. Dat hij de extra kosten daarvan zelf moet betalen, deert hem niet. En omdat hij zelf meepraat over hoe er versterkt wordt, kan hij de stijl van het huis, waar hij zo van houdt, beschermen.

Zo stapt Veenstra de versterkingsoperatie in.

Hij hoort in mei 2016 van Ard Pierik dat hij aan het proefproject mag meedoen, en dat Pierik zijn versterking gaat begeleiden. Na vijf maanden wachten staat een team ingenieurs voor de deur om zijn huis te inspecteren. Veenstra: „De fundering is opgegraven, de grondlaag getest en van elke millimeter is een foto in 3D gemaakt. In het digitale model ‘duwden’ ze net zolang tegen de buitenkant van het huis tot dat in elkaar donderde. Als dat beneden een beving met een kracht van vijf is, dan wordt het huis verstevigd. Dat was bij mij zo.”

Die eerste vijf maanden zijn pas het begin van het lange wachten. Het zal nog zes jaar duren voor Veenstra zijn versterkte huis in kan.

Henk Veenstra bij zijn versterkte huis.Foto Kees van de Veen

III Vertrek van de Enschedese experts

Geld speelt geen hoofdrol. Dat was wat ‘Enschede’ tot een succes maakte. Maar al snel merken Kuenzli en Pierik dat in Groningen het omgekeerde geldt. Haagse en Groningse bestuurders presenteren de NCG als de redder van de versterkingsoperatie, maar de overheidsorganisatie moet bij de NAM bedelen om geld.

Zo is het plan Heft in Eigen Hand nog maar net uit de printer gerold als Kuenzli merkt dat er geen budget voor is. „We moesten projectleiders inhuren, maar de NCG had geen geld”, zegt Kuenzli. Hij wil dat er geld voor de versterking op de rijksbegroting komt, zodat ze zelf kunnen bepalen hoe ze het uitgeven.

Maar Kuenzli hoort van Hans Alders, in 2015 aangesteld als Nationaal Coördinator, dat de publieke bekostiging „politiek niet haalbaar” is. Minister Kamp vindt dat de NAM, als gaswinner de veroorzaker van de bevingen, moet opdraaien voor de kosten. Het gasbedrijf mag daarom ook „een opvatting” hebben over het versterkingsprogramma.

Om Heft in Eigen Hand te kunnen betalen, stuurt Alders Kuenzli naar de NAM. Samen met Pierik moet hij op het hoofdkantoor van het gaswinningsbedrijf in Assen zijn plan uitleggen. De NAM stelt veel vragen over hoe de NCG, waarvoor Kuenzli en Pierik werken, het uitgeven van hun geld gaat controleren. „Wij vertelden dat ze de boekhouding konden inzien en ons moesten vertrouwen”, zegt Pierik.

Uiteindelijk gaat de NAM akkoord. „Maar het werd een pilot met driehonderd woningen voor twee of drie jaar”, zegt Kuenzli. „Terwijl we toen nog dachten dat we tienduizenden woningen moesten versterken.”

Pierik begint met de inspectie van de eerste zestien panden. Al snel ontdekt hij dat er in Nederland nooit is gebouwd met mogelijke aardbevingen in gedachten. Met storm en wind is rekening gehouden, maar niet met een gebouw dat heen en weer schudt. Het huis van Veenstra behoort tot Pieriks eerste zestien inspecties. Dat zijn huis uit de jaren dertig van de vorige eeuw niet voldoet aan de aardbevingsnormen, verrast niet. „Maar,” zegt Pierik, „een nieuwbouwhuis dat de week ervoor was opgeleverd, voldeed ook niet.”

Eenmaal terug op kantoor, rekent Pierik zijn ontdekking door. Als mogelijk zo’n twintigduizend huizen moeten worden versterkt voor twee ton gemiddeld, dan is dat vier miljard euro. Als hij zijn berekening aan collega’s bij de NCG vertelt, schrikken zij zich dood. Bij die schrik blijft het. Van een verandering van de versterkingsstrategie komt het niet.

Henk Veenstra in zijn versterkte huis in het Groningse Ten Boer. De orginele gevel is blijven staan, voor de rest is het huis compleet vernieuwd.
Foto Kees van de Veen
De versterking in een deel van het Groningse dorp Ten Post in volle gang. Huizen worden gesloopt en worden aardbevingsbestendig weer opgebouwd. Zoals op veel andere plekken in het aardbevingsgebied wachten veel inwoners op duidelijkheid over de versterking van hun huizen.
Foto Kees van de Veen

Alles gaat moeizaam, merkt Pierik. „Als we in Enschede een jurist nodig hadden, of een computer, was dat in een week geregeld. In Groningen moesten we telkens wachten en vergaderen.” En dan komt er nog een organisatie met afkorting bij: het Centrum Veilig Wonen (CVW). Dat bedrijf is opgericht door de NAM, een joint venture tussen Shell en ExxonMobil. Het CVW voert de versterking uit en wil versterkingsrapporten van de NCG zelf kunnen controleren.

Als zo’n rapport klaar is en Pierik een aannemer aan een verbouwing wil laten beginnen, komt hij geregeld verrassingen tegen: asbestplaatjes in muren, slecht voegwerk, gebrek aan isolatie. Ook dat levert vertraging op. Zo hoort Pierik van collega’s bij de NCG dat „de NAM niet wilde betalen voor het verwijderen van de asbest, omdat dat het probleem van de bewoners was. Of maar 20 procent van het slechte voegwerk wilde vergoeden omdat het een verouderd huis was”.

Al die onvoorziene kosten leiden tot weken- en soms maandenlange onderhandelingen met de NAM. „Ondertussen kregen de bewonersbegeleider en ik belletjes van de bewoners waarom het zolang duurde, die mensen werden horendol”, zegt Pierik. De bewonersbegeleider met wie hij samenwerkt raakt overspannen en stopt.

Zij is een van het tiental collega’s dat Pierik uit wanhoop ziet vertrekken. Ook Kuenzli neemt afscheid, nog geen jaar na zijn aanstelling. „Alders vertrouwde erop dat hij als oliemannetje tussen het Rijk en de NAM het geld wel zou ophalen bij het gaswinningsbedrijf”, zegt Kuenzli. „Maar de geschiedenis laat zien dat dat hem niet is gelukt.”

Vanaf 2016 bezoekt Pierik Veenstra een keer of vier. Ze moeten elkaar leren kennen om vertrouwen te winnen, de inspectie regelen en Veenstra’s wensen bespreken. „Een energieke autodidact die best weet hoe dingen in elkaar zitten”, zegt Pierik over Veenstra. „Zijn huis was redelijk stevig en degelijk gebouwd.” Pierik verwacht vooral dat de schuur moet worden versterkt.

De inspectiebevindingen stuurt Pierik door naar een constructeur, die met zware computerprogramma’s dagenlang rekent aan de benodigde versterkingen en een kostenschatting geeft. „Ondertussen kwam de constructeur nog een keer of tien bij mij terug”, zegt Pierik. „Dan moest ik nog een detailfoto maken van de vloerconstructie bij Veenstra of berekenen hoeveel centimeter een bepaalde balk was.” Was alles berekend, dan moest het nog nagerekend worden door een senior-constructeur. Pierik: „Voordat je één stapje zette in het proces was je zo weer twee maanden verder.”

Pierik zal uiteindelijk het versterkingsrapport van Veenstra niet meer zien. In maart 2017 moet hij een echtpaar bellen, een dag voordat ze vier maanden lang hun huis uit moeten vanwege een twee ton kostend versterkingswerk. Pierik vertelt ze dat de NAM de ontbrekende gordijnen voor hun tijdelijke woning niet wil vergoeden. „Toen dacht ik: Ard, je gaat stoppen hier.”

Pierik wil de bewoners, onder wie Veenstra, persoonlijk inlichten over zijn vertrek. Maar dat mag niet van de NCG. Pierik weet nog steeds niet waarom niet.

De versterking in een deel van het Groningse dorp Ten Post in volle gang. Huizen worden gesloopt en worden aardbevingsbestendig weer opgebouwd. Zoals op veel andere plekken in het aardbevingsgebied wachten veel inwoners op duidelijkheid over de versterking van hun huizen. Foto Kees van de Veen

IV Nooit meer versterken

Elke avond om 20.00 uur klapt Henk Veenstra zijn laptop open. Na een lange dag daktuinen aanleggen, hij staat elke ochtend om zes uur op, besteedt hij de avonduren aan zijn tweede ‘baan’: mailen met de NCG, de constructeur, de gemeente, de notaris.

Anderhalf jaar na de inspectie van zijn woning, zijn eindelijk de eerste bouwtekeningen binnen voor de versterking. Het is inmiddels februari 2018. De belofte dat hij als bewoner zelf mag bepalen wat er met zijn huis gebeurt, blijkt vooral te leiden tot eindeloos papierwerk. Plannen maken, offertes regelen en vooral wachten tot die goedgekeurd worden.

Pierik is inmiddels al bijna een jaar verdwenen. Begin april 2017 had Veenstra via een brief van de NCG gehoord dat zijn begeleider het NCG-werk niet meer kon combineren met zijn eigen bedrijf. Veenstra’s nieuwe begeleider had een ander verhaal verteld: Pierik zou „vanwege de liefde” zijn vertrokken. De opvolger van Pierik was na drie maanden alweer weg. En al krijgt Veenstra weer een nieuwe begeleider, hij krijgt het gevoel dat hij in zijn eentje zijn eigen weg moet zoeken in het doolhof van bij zijn huis betrokken instanties. „Pierik was de eerste en de laatste die met mij meedacht.”

Aan zijn huis is nog geen spijker vertimmerd. Maar nu de bouwtekeningen binnen zijn, hoopt Veenstra, zal dat gaan veranderen. Het blijkt het begin van een nieuwe strijd.

Veenstra mag zijn eigen aannemer kiezen, en besluit bouwbedrijf Van Calkar in te huren. Veenstra kent eigenaar Ronald van Calkar omdat hij een daktuin bij hem aanlegde.

In 2012 had het repareren van aardbevingsschade Van Calkars bedrijf gered. Hij had in de personeelskantine met zijn personeel al gesproken over gedwongen ontslagen, toen na de beving van Huizinge in 2012 de opdrachten van de NAM voor schadeherstel ineens binnenstroomden. De versterkingsoperatie die nu op gang komt, belooft een nieuwe golf werk op te leveren. Zeker als het gaat zoals bij Veenstra.

Het heet misschien versterking, maar in feite is het een bijna volledige sloop en nieuwbouw van het huis, zo blijkt uit de eerste bouwtekeningen van begin 2018. Alleen de kenmerkende voorgevel mag blijven staan, verder gaat alles tegen de vlakte. Een staalconstructie moet ervoor zorgen dat Veenstra bij een zware beving zijn huis kan ontvluchten. Daaromheen wordt de schil van een nieuw huis gebouwd. De oude dakpannen mogen nog wel worden hergebruikt.

Kosten: 750.000 euro, zo berekent aannemer Van Calkar. Veenstra stuurt de vereiste budget-aanvraag naar de NCG. Het duurt een halfjaar voor het antwoord komt. Het CVW, dat voor de NAM Heft in Eigen Hand controleert, gaat vanwege de hoge kosten „onder protest” akkoord.

Ook andere Groningers merken dat de NAM op de achtergrond een rol speelt als drijvende kracht. Hoewel de NCG de versterkingsopgave moet „coördineren en faciliteren”, is er geen eigen budget. Via het vrijgeven van budgetten houdt de NAM invloed op de versterking, zoals minister Kamp voorstond.

Om de kosten te drukken, stelt de constructeur voor ook de gevel te slopen en gewoon een nieuw huis te bouwen. Veenstra weigert. Hij voert „oorlog” met de constructeur voor zijn Amsterdamse School-gevel. Van Calkar: „Die Grunningse geveltjes blieven hier wel stoan, zei Henk. En terecht. Anders raak je het karakter van zo’n dorp kwijt.” Na een halfjaar krijgt Veenstra zijn zin. De voorgevel mag blijven.

Foto Kees van de Veen
Dossiers van NAM over de Groningse versterkingsoperatie in het archief van bouwbedrijf Van Calkar in Harkstede.
Foto Kees van de Veen

Stalen balken voor de ramen, een ijzeren kruis middenin de badkamer, een stalen kolom in de hal. Als Veenstra in mei 2019 de gedetailleerde tekeningen krijgt, worden de gevolgen in volle omvang zichtbaar. Aannemer Van Calkar: „Zoveel ijzer en beton, daar word je gewoon bang van.” Veenstra wil niet „in een blok staal” wonen. Ze mailen de constructeur, die de bouwtekeningen maakt, of het ook met minder staal kan. De tekeningen gaan over en weer, er volgen besprekingen. Maar de constructeur houdt het bij minimale aanpassingen. Van Calkar durft niet van de veiligheidsnormen af te wijken. „Dan ben ik verantwoordelijk.”

Als het zo moet, dan wil Veenstra het niet. In juli 2019 mailt hij de NCG dat hij een deel van de versterking wil stopzetten. „De constructieplannen nemen zulke vormen aan dat dit het woongenot gaat aantasten. Hoewel ik erg veel heb geprobeerd om te sturen, gaat dat me niet lukken.

Henk, laten we maandag even praten. Je kan overigens geen half huis versterken. Daar gaat de NAM niet mee akkoord”, mailt zijn begeleider van de NCG terug. Veenstra heeft geen keus. Hij moet door.

Als de sloop in oktober 2019 eindelijk begint, ontstaan nieuwe tegenslagen. Er wordt asbest gevonden onder de grond. Veenstra heeft zijn huis dan al verlaten en woont in zijn tweede huis in Groningen, dat hij normaal verhuurt.

Vier jaar na zijn aanmelding voor Heft in Eigen Hand, begint in januari 2020 eindelijk de bouw. In de loods van de leverancier ziet Van Calkar een enorme hoop staal liggen. 160.000 kilo in totaal. Genoeg om zo’n 117 SUV’s te bouwen. „Alsof we het geraamte van een dinosaurus moeten opbouwen.”

De bouw blijft stroef verlopen. Zo ruziet Veenstra vier maanden lang met de constructeur over de schoorsteen. In de tekening van de constructeur staat geen schoorsteen meer. Maar Veenstra wil die van hem in oude staat terug. Veenstra: „Op het laatste moment is er toch nog een ingetekend. Met een gigantische staalconstructie erin.”

In juli 2021 wacht Van Calkar op 250.000 euro van de NCG. Zijn vrouw, die de financiën van het bouwbedrijf doet, wordt er onrustig van en stuurt herinneringsmails. Om te voorkomen dat Van Calkar nog grotere financiële risico’s loopt, spreekt hij met Veenstra af dat hij alleen nog de werkzaamheden doet die absoluut nodig zijn om Veenstra’s huis bewoonbaar te maken. Weer vertraging.

Pas vlak voor Kerstmis 2021, als het huis van Veenstra is opgeleverd, krijgen ze na een halfjaar wachten het geld overgemaakt. De extra kosten die bleken te ontstaan bij het aanbrengen van de staalconstructie hebben tot lange discussies binnen de NCG geleid. De mail over de laatste factuur gaat naar acht mailadressen binnen de NCG, ziet Van Calkar.

Het huis van Veenstra is het eerste en het laatste huis dat Van Calkar versterkt.

De versterking in een deel van het Groningse dorp Ten Post in volle gang. Huizen worden gesloopt en worden aardbevingsbestendig weer opgebouwd. Zoals op veel andere plekken in het aardbevingsgebied wachten veel inwoners op duidelijkheid over de versterking van hun huizen. Foto Kees van de Veen

Epiloog

Tien jaar na Huizinge weten tienduizenden Groningers nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Is mijn huis veilig of niet? Wordt het gesloopt of blijft het staan? Moet ik tijdelijk verhuizen of kan ik er blijven wonen?

Eric Wiebes (VVD), die eind 2017 Kamp opvolgt als minister, gooit de hele versterkingsoperatie om. De NAM mag niet meer meepraten over de kosten en het CVW, dat werkt met opdrachten van de NAM, stopt eind 2019 als uitvoerder van de versterkingen. De NCG neemt de uitvoering helemaal over en de NAM krijgt alleen de rekening voorgeschoteld. En omdat minister Wiebes vanaf 2018 de gaswinning drastisch terugbrengt, wordt opnieuw uitgezocht welke huizen moeten worden versterkt.

Het verminderen van de gaswinning was bedoeld om de versterking sneller af te krijgen. Maar veel nieuwe maatregelen leidden juist tot vertragingen, aldus de Rekenkamer in mei. Bovendien gaat een groot gedeelte van de kosten niet in de verbouwing van een huis zitten, maar in de voorbereiding daarop: tussen de 52.000 en 130.000 euro per pand. En dan is er nog geen schop de grond in gegaan. Van de mogelijk 27.000 te versterken huizen is nog 77 procent in de voorbereidende of startende fase. Slechts 17 procent van de huizen is versterkt of veilig verklaard.

Intussen voeren de NAM en het Rijk een juridisch gevecht over de kosten van de versterking. De NAM weigert delen van facturen te betalen omdat het gasbedrijf vindt dat de NCG te veel gebouwen versterkt. Het Rijk vindt dat de NAM daar niks over te zeggen heeft.

Stedenbouwkundige Kuenzli, die met de NCG de eerste versterkingsstappen zette, ziet het nu als buitenstaander aan. Dat de versterking nog steeds niet opschiet, vreet aan hem. „Het is voor mijn zielenrust niet goed, omdat ik het zo onrechtvaardig vind”, zegt Kuenzli. Hoewel de opbouw van het Enschedese Roombeek anders was dan de operatie in Groningen, wilde Kuenzli op dezelfde, succesvolle manier werken. „De overheid had de verantwoordelijkheid direct naar zich toe moeten trekken, net als in Enschede. Als we in 2014 de benodigde miljarden op de rijksbegroting voor Groningen hadden gezet, waren we nu op driekwart geweest met de versterking en was Groningen in 2025 veilig.”

Na zijn ervaring in Enschede begon Pierik vol goede moed in Groningen. Maar sinds zijn vertrek in 2017 is hij nooit meer teruggegaan. „Je krijgt een band met de bewoners, je hoort dat kinderen bang zijn vanwege de onveilige huizen”, zegt Pierik. Die verhalen raken hem nog steeds: „Ik kan het niet meer opbrengen om Groningen te bezoeken.”

Henk Veenstra
Foto Kees van de Veen
Henk Veenstra
Foto Kees van de Veen

Aannemer Van Calkar wil na zijn ervaringen met het huis van Veenstra op die manier niks meer met de versterkingsoperatie te maken hebben. Nadat andere Groningers hem benaderden om hun huis te versterken, vroeg hij de NCG om zijn naam van hun bouwerslijst af te halen. Een huis versterken doet hij nooit meer. Met Veenstra had Van Calkar goed contact, maar hij is bang met volgende bewoners een conflict te krijgen. „Veel mensen hebben een gezin. Als het te lang duurt, dan worden mensen geïrriteerd en kwaad. Die zingen die tijd niet uit.”

Bij Henk Veenstra staan twee maanden na de oplevering van het huis de verhuisdozen nog opgestapeld in de badkamer, het gruis van de verbouwing ligt op de vloer. In de keuken staat alleen een eettafel met stoelen. Het keukenplankje dat twee weken eerder op de grond lag, heeft hij nog niet opgehangen. „Ik heb er de kracht niet voor.”

Zijn huis is af. Alles is nieuw, behalve de voorgevel waar hij zoveel strijd voor leverde. Veenstra is trots: hij heeft nu het duurzame huis dat hij altijd wilde. Maar hijzelf is gesloopt. Slaapt slecht, is de hele dag moe. „Het is nu het veiligste huis in Ten Boer, maar als ik ’s avonds bij de kachel zit, dan denk ik: was de prijs niet te hoog?”

Alle overleggen, het wachten, niet weten waar hij aan toe was, het geneuzel om kleine dingen. ’s Nachts ligt hij geregeld wakker. Dan denkt hij na over het onrecht. Dat zit hem het meest dwars. „Het niet eerlijk zijn tegen mensen door de NCG, de overheid en de NAM, het meten in bureaucratie, totaal de menselijke maat vergeten.”

In het zes jaar durende versterkingstraject van Veenstra zijn de normen veranderd. Zo uitgebreid verbouwen als bij hem, gebeurt nu minder. In de buurt proeft hij soms ongenoegen. Zijn huis is compleet versterkt, en de overbuurvrouw moet het doen met alleen een nieuwe schoorsteen.

Zoveel staal, zoveel geld voor één huis. „Het had ook anders gekund. Maar naar mij werd niet geluisterd.” Nu heeft hij een huis dat voor drie keer de waarde is vertimmerd. „Ik vind het waanzinnig hoeveel dit huis de samenleving heeft gekost.” Hij voelt zich schuldig, terwijl het hem ook maar is overkomen. „Als ik er niet meer ben,” zegt Veenstra, „gaat dit huis naar een goed doel.”

Foto’s Kees van de Veen.
Tips? onderzoek@nrc.nl

Lees ook: Feiten en cijders over de aardgaswinning in Groningen