Op de foto gaan met iemand anders vind ik moeizaam. Maar je moet mee met je tijd. Of je wilt of niet. Vroeger werd je als schrijver weleens achter een tafel gezet in een boekhandel. Dan schuifelden ze langs met hun boek. Handtekening of tekst erin, klaar. Tegenwoordig willen ze van het tekenmoment een selfie. Of een foto waarop de schrijver zijn boek omhooghoudt. Er is me ook al een paar keer gevraagd of ik met mijn hoofd in een boek wil gaan liggen, net wil doen of ik het heel zwaar vindt om mijn boek op te tillen (het is een dik boek) of op mijn boek wil gaan staan. Daar trek ik een grens. Ik wil wel met mijn eigen boek en de koper op de foto, maar doe geen kunstjes.
Ik weet dat ik me bescheiden dien op te stellen, mensen luisteren naar een podcast, ze hebben een kaartje voor een theatervoorstelling of een boek gekocht. Ze willen wat terug. Een foto van hun hoofd, naast mijn hoofd. Of een foto van mijn arm om hun schouder, of andersom.
Tijdens een telefoontje met Veronica Superguide naar aanleiding van het verschijnen van mijn boek Totaal vroeg de interviewer hoe ik het vond dat er allemaal mensen met me op de foto willen. Ik heb naar waarheid gezegd dat ik dat zelf nooit zou willen, maar dat ik probeer om enthousiast te doen.
Dat heeft de zaak alleen maar verergerd.
Eergisteren na een voorstelling in de schouwburg in Nijmegen werd ik de hele tijd als volgt benaderd: „We weten dat u er niet van houdt, maar zou u toch even op de foto willen?” U houdt er niet van om getrapt te worden, maar mag ik u bij hoge uitzondering toch even tegen de schenen schoppen?
Nieuw is ook deze: „En wel een beetje blij kijken!”
Gebiedende wijs.
Je kunt dan wel volharden in je eigen ‘nee’, maar dat is zinloos, uiteindelijk wordt die ‘nee’ toch een ‘ja’.
Soms vraag ik naar het waarom.
Het gaat ze om de bewijslast, zeggen ze dan. Ze willen kunnen bewijzen dat het echt mijn handtekening is die in hun boek staat.
Ook gehoord: „Gewoon leuk om later naar te kijken, of om te laten zien.”
Ik fantaseer daar dan een verjaardag bij.
Ze zitten in een kring, er wordt gevraagd of iemand nog iets leuks heeft meegemaakt en dan wordt de smartphone getrokken.
„Hier kijk, Marcel van Roosmalen gefotografeerd. Hij had er geheel volgens de verwachting geen zin in.”
Of: „Hij lachte per ongeluk wel, ook leuk.”
Wat ik ook doe, ik lever altijd.