‘Leve de componist!’ Zo luidt het thema van de eerste Dag van de Componist, die zaterdag door het hele land wordt gevierd. Het initiatief van New Music NOW wordt een jaarlijks terugkerend evenement. In tien steden vinden in totaal meer dan honderd concerten plaats, met werk van ruim honderd verschillende componisten. De componisten komen uiteraard zelf luisteren. Want de componist – enkele dode collega’s uit voorbije eeuwen daargelaten – is springlevend.
Hoe is het gesteld met het compositieklimaat in Nederland, ruim tien jaar na de ingrijpende cultuurbezuinigingen van voormalig staatssecretaris Halbe Zijlstra (2010-2012)? Valt er nog geld te verdienen met nieuwe muziek? Aan de vooravond van de Dag van de Componist maakt NRC een rondgang langs zes componisten en bestuurders.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87046889-7c0b12.jpg|//images.nrc.nl/3eZQ3D7umEdN4SOcQ020_cVzzOA=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87046889-7c0b12.jpg)
Karmit Fadael Foto Marco Borggreve
Karmit Fadael, componist & bestuurslid Nieuw Geneco
„Ik had nooit gedacht geld te kunnen verdienen met componeren,” zegt Karmit Fadael (26). „Na mijn afstuderen kreeg ik opeens vijfduizend euro voor een orkeststuk, terwijl ik zulke stukken al jaren voor niets schreef. Dat was echt een grote schok.” Inmiddels kan Fadael rondkomen van haar muziek, al volgde ze voor de zekerheid een traineeship fondsenwerving en relatiebeheer en doet ze incidenteel andere klussen. Een vast inkomen heeft ze niet, al haar werk is op projectbasis.
Zaterdag is Fadael een van de presentatoren van de Dag van de Componist. Behalve componist is ze ook bestuurslid van Nieuw Geneco, de beroepsorganisatie van componisten. Meteen na haar afstuderen in 2019 zette ze samen met studiegenoot Rick van Veldhuizen een jongerentak van Nieuw Geneco op, om te helpen bij de overgang van conservatorium naar beroepspraktijk en de onderlinge band tussen jonge componisten te versterken.
Het is moeilijk om opdrachten te krijgen, zegt Fadael. „Ik zie vooral dat ik veel geluk heb. Als je niet het lef hebt om op mensen af te stappen, zoals ik gedaan heb, of veel geluk had tijdens je studie, dan is het heel lastig. Ik kan me goed verplaatsen in collega’s die het moeilijker hebben en die afhankelijk zijn van een bijbaan. Ik voel me geen haar beter dan zij.”
Soms steekt het wel: leeftijdgenoten in andere sectoren met een vergelijkbaar opleidingsniveau gaan in de komende jaren twee, drie, vier keer zo veel verdienen. „Ik zou ook wel een huis willen kopen, maar dat kan niet. Ik voel wel eens angsten als ik nadenk over de lange termijn.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66148749-1dce28.jpg)
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87047096-d448fa.jpg|//images.nrc.nl/4G4gqJni9EZuCe-QKx7uPb2S6Lk=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87047096-d448fa.jpg)
Klas Tortensson Erik van Gurp
Klas Torstensson, componist
„Ik heb het geluk dat ik de vette jaren heb meegemaakt,” zegt Klas Torstensson (71). Hij doelt op de bloeiperiode van de ‘ensemblecultuur’ waar Nederland internationaal befaamd om was: er waren volop mogelijkheden én er was geld voor componisten om nieuw werk uitgevoerd te krijgen. Het waren ook de hoogtijdagen van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst, de voorloper van het Fonds Podiumkunsten, dat een selecte groep van circa vijftien componisten voorzag van een ‘meerjarige honorering’. Torstensson behoorde tot die groep: „Je diende een werkplan voor drie jaar in, dat vervolgens jaarlijks werd beoordeeld. Het gaf rust, je hoefde niet voor ieder werk apart een aanvraag te doen.”
Dat veranderde na de cultuurbezuinigingen van 2010-2012: de meerjarige honorering werd afgeschaft, het budget voor het nieuwe Fonds Podiumkunsten kromp drastisch en verschillende ensembles en orkesten moesten stoppen. Toch veranderde er voor Torstensson niet veel: „Ik krijg nog steeds genoeg opdrachten. Ensembles komen naar mij toe, zelf heb ik geen directe bemoeienis met de subsidieaanvragen. Het hardnekkige verhaal dat nieuwe muziek na één keer spelen in een la verdwijnt, gaat voor mij niet op. Maar ik maak me zorgen om de nieuwe generatie. De infrastructuur waar wij op konden drijven is afgebroken. Ik zie wel steeds vaker dat componisten samen met musici ensembles oprichten, dat is een goede ontwikkeling.”
Torstenssons werk wordt wereldwijd uitgevoerd, zeker ook in zijn geboorteland Zweden. Over de reputatie van Nederlandse muziek kan hij kort zijn: „Mensen kennen alleen Louis Andriessen, en die is inmiddels overleden. Vroeger was men jaloers op de ensemblecultuur en het subsidiesysteem, maar die zijn afgebroken door ellendige politici zonder belangstelling voor cultuur.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/05/data31527828-7c8d33.jpg)
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87047008-0da6d0.jpg|//images.nrc.nl/R7EfvICDxSajQquVVkccJa-X068=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87047008-0da6d0.jpg)
Esther Gottschalk Foto Hanne Hansen
Esther Gottschalk, directeur Nieuw Geneco
„Corona heeft er enorm ingehakt in de sector,” zegt Esther Gottschalk (55), directeur van beroepsvereniging Nieuw Geneco, waarbij ruim 330 componisten zijn aangesloten. „En dat kwam bovenop de jarenlange bezuinigingen. We hebben echt de bodem geraakt. Toch zien we een ongelooflijke en veelzijdige bloei van mooie muziek. Met de Dag van de Componist gieten we die in een feestelijke vorm.”
De Dag van de Componist wordt georganiseerd door het platform New Music NOW, dat op zijn beurt een initiatief is van Nieuw Geneco. New Music NOW wil hét collectieve propagandabureau van de nieuwe muziek in Nederland zijn. „Er gebeurt heel veel, er is een enorme creativiteit, maar niet alles is zichtbaar,” zegt Gottschalk. De directe aanleiding voor de Dag van de Componist is het 111-jarig jubileum van het Genootschap Nederlandse Componisten GeNeCo (opgericht in 1911) en de kersverse samenwerking van componisten en organisatoren in het netwerk New Music NOW.
Verbeterpunten zijn er genoeg, zegt Gottschalk. Meer nieuwe muziek in de grote zalen. Een beter verdienmodel voor live en streaming. Voldoende budget voor het Fonds Podiumkunsten. „Maar er gebeurt ook veel dat wij toejuichen. Het Concertgebouworkest neemt binnenkort een nieuw werk van Rick van Veldhuizen mee op tournee – geweldig! Nederland heeft muziek om trots op te zijn. Het wordt tijd om het misverstand dat nieuwe muziek ‘moeilijk’ is de wereld uit te helpen. Bij het Benefietconcert voor Oekraïne in het Concertgebouw klonk bijna uitsluitend hedendaagse muziek en iedereen vond het fantastisch. Publiek is wel toe aan iets anders dan het overbekende repertoire.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87090021-489452.jpg|//images.nrc.nl/XQWwlkU6fa-sXcTTgwUPXXDkr08=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87090021-489452.jpg)
Joey Roukens Foto Friso Keuris
Joey Roukens, componist
„Het klinkt misschien gek, maar in mijn ervaring is het klimaat voor componisten in Nederland helemaal niet slecht,” zegt Joey Roukens (40). „Iedereen lijkt zijn niche te kunnen vinden. Het landschap is diverser dan veertig of twintig jaar geleden. Het is een goed teken dat al die componisten naast elkaar kunnen bestaan.”
Aan de andere kant: de Nederlandse muziek is een eiland en gaat nauwelijks de grens over. „Componisten als Michel van der Aa of JacobTV worden wel in het buitenland gespeeld, maar de enige met een echt internationale reputatie blijft Louis Andriessen.” En het kan snel gaan, weet Roukens: „Peter Schat was niet zo lang geleden een van de meest gevierde Nederlandse componisten, nu is hij vergeten. Nieuwe muziek is marginaal geworden, de culturele impact ervan is nihil. De rol die componisten vroeger hadden, is nu alleen weggelegd voor popmensen. Ik heb genoeg opdrachten, maar dit knaagt wel.”
Roukens’ belangrijkste bron van inkomsten is het Fonds Podiumkunsten. Hoewel hij langzaam werkt en ‘relatief onproductief’ is, kan hij rondkomen van het componeren. „Ik werd laatst benaderd door een Amerikaans strijkkwartet voor een nieuw werk, maar zij konden veel minder betalen dan hier gebruikelijk is. De internationale exposure weegt daar natuurlijk wel tegen op.”
Ook Roukens heeft weleens te maken met aanvragen die niet gehonoreerd worden: „Soms op niet-muzikale gronden, dat een werk niet inclusief of actueel genoeg is. Zelf ben ik meer een aanhanger van absolute muziek: de noten drukken een gevoelstoestand uit en het is niet nodig om daar nog een thematiek aan te hangen.”
Lees ook: Roukens’ electicisme leidt tot fascinerend amalgaam:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87046973-9a813d.jpg|//images.nrc.nl/boZr0wofBppniJHVSkdqZTy09iY=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87046973-9a813d.jpg)
Davo van Peursen Foto Friso Keuris
Davo van Peursen, directeur Donemus
„Er zit simpelweg te weinig geld in de sector,” concludeert Davo van Peursen (58), directeur van Donemus, een van de grootste muziekuitgevers van Nederland. „Voor de meeste componisten is het opdrachtgeld de belangrijkste inkomstenbron. Subsidieaanvragen gaan via de ensembles en orkesten en het geld wordt uitgekeerd door het Fonds Podiumkunsten. Maar de spoeling is dun: een groot deel van de aanvragen wordt afgewezen, dat is een probleem.”
Als richtlijn voor subsidieaanvragen hanteren Nieuw Geneco en de muziekuitgeversbranche (NMUV/VMN) een ‘honorariumtabel’ met minimale vergoedingen. Van Peursen zegt dat die in het algemeen goed wordt nageleefd, evenals de Fair Practice-Code: „Wij zitten bijna wekelijks aan tafel met Buma/Stemra om de rechten van onze componisten te verdedigen. Wel zien we dat componisten regelmatig onder druk worden gezet om af te zien van uitvoeringsrechten bij muziektheatrale werken.”
Na corona zit de concertkalender weer vol, maar het is niet alleen hosanna: „Er zijn ensembles gesneuveld, de uitvoeringsmogelijkheden zijn beperkter. De ruime aandacht voor jonge componisten is fantastisch, maar er zijn ook componisten met geweldige oeuvres die nauwelijks gehoord worden.”
Met Donemus gaat het juist uitstekend. In 2013 trok de overheid de stekker uit Muziek Centrum Nederland, waar Donemus op dat moment deel van uitmaakte. Donemus maakte een doorstart in zeer afgeslankte vorm, als ongesubsidieerde stichting naast een actieve onderneming. „Wij hebben de knop kunnen omzetten naar een bedrijfsmatige organisatie, met ook een commerciële blik. Dankzij een geweldig netwerk bereiken we veel mensen, maar financieel is het krap. We zouden nog zoveel meer kunnen doen om nieuwe muziek onder de aandacht te brengen.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87047201-2cde15.jpg|//images.nrc.nl/IXyzvl8-wHML6FKcHQDdPngy07Y=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/06/data87047201-2cde15.jpg)
Aspasia Nasopoulou Foto Melanja Palitta
Aspasia Nasopoulou, componist & artistiek leider Orkest De Ereprijs
„Toen ik twintig jaar geleden van Athene naar Amsterdam verhuisde, had de Nederlandse muziek een internationale reputatie,’ zegt Aspasia Nasopoulou (49): „Stilistische vrijheid, de ensemblecultuur. Je had in Amsterdam podia als de IJsbreker en het Bethaniënklooster die een grote rol in het muziekleven speelden. Zulke zalen met reguliere programmering voor circa honderd man heb je niet meer. Het muziekleven is verwond door de bezuinigingen.”
Het zorgt voor een ‘gap’ in de uitvoeringsketen, constateert Nasopoulou, waardoor componisten moeilijker de sprong naar grote zalen kunnen maken. Als artistiek leider van Orkest De Ereprijs zette ze daarom de serie Aardlek op, in het CODA Museum in Apeldoorn: een informele setting waar nieuw gecomponeerde muziek en voordrachten over actuele thema’s samenkomen. Zo heeft ze al twaalf componisten een opdracht kunnen verstrekken. En met Fie Schouten startte Nasopoulou tweeëneenhalf jaar geleden de serie Nieuwe Notenin het Amsterdamse Plein Theater, waar musici een vast honorarium verdienen: „Maar de toekomst is onzeker. Ieder jaar moeten we opnieuw subsidie aanvragen.”
„In mijn ervaring kun je als componist geen volledig inkomen verdienen. Mijn inkomen is heel wisselend, vaak is de verdeling met andere inkomsten 50/50. Ik ben ook pianodocent. Educatie en schoolprojecten zijn tevens een speerpunt voor De Ereprijs, dat was een belangrijke reden om in 2021 te solliciteren op de functie van artistiek leider. Het is een enorm verlies als je je toekomstige publiek niet goed opleidt.”
Zelf klaagt Nasopoulou niet: „Ik krijg genoeg kansen als componist. Wat wel lastig is: voor een project dat íetsje meer behelst dan alleen muziek – bijvoorbeeld video of een klein decor – is geen geld. Je moet op zoek naar afzonderlijke fondsen, of je betaalt de videomaker uit je eigen fee.” Een groter probleem is dat het budget van het Fonds Podiumkunsten ontoereikend is om alle positief beoordeelde aanvragen te honoreren. „Ik krijg regelmatig te horen: goed plan, maar er is geen geld.”