‘Kansrijke asielzoekers opvangen in gemeente, de rest in landelijke centra’

Adviesrapport Als gemeenten de opvang van kansrijke asielzoekers regelen, kan de permanente crisissfeer worden beteugeld, zo luidt een adviesrapport. „Gemeenten willen vooral duidelijkheid en dat bieden deze adviezen.”

Een vluchteling arriveert bij het asielzoekerscomplex in Ter Apel.
Een vluchteling arriveert bij het asielzoekerscomplex in Ter Apel. Foto Kees van de Veen

Maak meteen bij aankomst onderscheid tussen kansrijke en minder kansrijke asielverzoeken. Breng de kansrijke asielzoekers onder bij gemeenten en vang de rest op in landelijke asielcentra, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Dat adviseren de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) in een rapport dat dinsdag is aangeboden aan staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie, VVD).

Door gemeenten rechtstreeks verantwoordelijk te maken voor de opvang van kansrijke asielzoekers, de bulk van het totaal, en daar ook geld voor vrij te maken, kan de permanente crisissfeer in de vluchtelingenopvang worden beteugeld, staat in het advies. Volgens ROB-voorzitter Han Polman is zo’n ingreep nodig om maatschappelijk draagvlak voor het vluchtelingenbeleid te behouden en te voorkomen dat het COA van de ene naar de andere vluchtelingencrisis stommelt. „Hoe vaak moeten we nog tegen crisissituaties zoals in Ter Apel op lopen?”

Nu worden vluchtelingen opgevangen in centra van het COA totdat duidelijk is of ze voor een verblijfsstatus in aanmerking komen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen vluchtelingen die een redelijke kans maken op officiële verblijfspapieren en vluchtelingen uit ‘veilige’ landen, zoals Marokko, met weinig kans. Daarom puilen die centra, met zo’n veertigduizend plekken, uit en voelen gemeenten zich nauwelijks verantwoordelijk.

Gemeenten moeten juist een centrale rol gaan spelen, net als bij de opvang van Oekraïners. „Maar dan moeten die wel eigen beleidsruimte en voldoende financiële middelen krijgen. Daarnaast moet er veel sneller geselecteerd worden op de vraag wie kansrijk is en wie niet”, zegt Polman. „Dat kan de IND [Immigratie en Naturalisatiedienst]. Die heeft voldoende expertise en kennis in huis om die schifting te maken. Dat moet alleen wel sneller georganiseerd worden dan nu het geval is.”

Lees ook dit artikel: Waarom slapen asielzoekers op stoelen in Ter Apel?

‘Streng en rechtvaardig beleid’

Vervolgens moet er een verdeelsleutel komen om kansrijke vluchtelingen te verdelen over alle gemeenten. „Naar rato van de grootte van een gemeente”, aldus Polman. „Dat is nu ook zo geregeld bij de landelijke verdeling over gemeenten van de statushouders. Er zullen altijd kleinere gemeenten zijn met nauwelijks ruimte, maar dan moet het mogelijk gemaakt worden dat die gemeenten daar in regionaal verband afspraken over maken.”

De adviescommissies zijn kritisch op het asielbeleid van de afgelopen jaren, dat juist tot de huidige crisis heeft geleid: overvolle opvangcentra, nauwelijks zorg voor minderjarige vluchtelingen en crisissituaties waarbij vluchtelingen op stoelen in Ter Apel moesten bivakkeren. Als oorzaak noemen de ROB en ACVZ de bezuinigingen op instanties als het COA en de IND. Zodra de aantallen vluchtelingen afnamen, werd bezuinigd en zodra de aantallen weer opliepen, moest ad hoc worden gereageerd. Betrokkenheid van gemeenten bij het paniekvoetbal ontbreekt.

„Gemeenten willen vooral duidelijkheid en dat bieden we nu met deze adviezen”, zegt Polman. „Dat maakt ook een streng en rechtvaardig vluchtelingenbeleid mogelijk met draagvlak dat niet verder afbrokkelt.”

Het kabinet zoekt al langer naar manieren om gemeenten te dwingen asielzoekers op te nemen, of locaties voor opvangcentra beschikbaar te stellen, desnoods met noodwetgeving. Volgens Polman is er ook een wetswijziging nodig om de opvang van kansrijke asielzoekers gemeentelijk te regelen.

Lees ook dit artikel: Er is geen snelle oplossing voor de asielcrisis