Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft dinsdagavond op het laatste moment het vertrek verhinderd van de eerste vlucht die vluchtelingen vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Rwanda zou moeten brengen, meldt persbureau Reuters. Terwijl Britse rechters de omstreden uitzettingsvlucht hadden goedgekeurd, bestaat er volgens het EHRM „een reëel risico op onomkeerbaar leed” bij de asielzoekers.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84639937-87b61d.jpg)
Het Verenigd Koninkrijk sloot in april een overeenkomst met Rwanda, waarin werd afgesproken dat het Afrikaanse land tegen betaling illegale immigranten en asielzoekers op gaat vangen. Daarmee wil premier Boris Johnson mensensmokkel ontmoedigen en voorkomen dat migranten de gevaarlijke oversteek vanuit Frankrijk naar Engeland maken. Het plan leidde tot een storm van protest van mensenrechtenorganisaties, kerkelijke leiders en Filippo Grandi, de baas van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. Er zijn verschillende rechtszaken aangespannen, maar Britse rechters wezen vooralsnog alle bezwaren af.
Minister Priti Pratel van Binnenlandse Zaken toont zich in een schriftelijke verklaring verrast dat het EHRM op het laatste moment wel een stokje heeft gestoken voor de vlucht. „Ik heb altijd gezegd dat dit beleid niet makkelijk zal zijn uit te voeren, maar het is na het herhaaldelijke successen in rechtbanken in ons eigen land heel verrassend dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens nu heeft geïntervenieerd.”
Er zouden oorspronkelijk 37 mensen meegaan op de vlucht van dinsdagavond, maar daar waren er op de dag van het geplande vertrek nog zeven van overgebleven. Uit de uitspraken van het EHRM dinsdag in individuele zaken blijkt volgens onderdirecteur James Wilson van mensenrechtenorganisatie Detention Action dat niemand gedwongen op een vlucht mag worden gezet totdat in het Verenigd Koninkrijk het hoger beroep tegen het hele beleid heeft gediend. Dat dient volgende maand.