OM schendt hoorplicht burgers bij beroep tegen verkeersboetes

Verkeersboetes Wie bezwaar maakt tegen een verkeersboete, mag dat mondeling toelichten. Maar het OM hoorde jarenlang burgers ten onrechte niet.

Slimme camera's staan opgesteld langs de A28. De foto wordt direct doorgestuurd naar het CJI, waar een buitengewoon opsporingsambtenaar vaststelt of er sprake is van een overtreding.
Slimme camera's staan opgesteld langs de A28. De foto wordt direct doorgestuurd naar het CJI, waar een buitengewoon opsporingsambtenaar vaststelt of er sprake is van een overtreding. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Het onderdeel van het Openbaar Ministerie dat zich bezighoudt met verkeersboetes heeft jarenlang bezwaarmakers niet gehoord, terwijl dat volgens de wet wel zou moeten. Dat blijkt uit op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vrijgegeven interne beleidsdocumenten tussen 2016 en 2021 van het parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM), dat beroepen tegen verkeersboetes behandelt.

Als burgers het niet eens zijn met een verkeersboete, kunnen ze er schriftelijk tegen in beroep. Gedurende deze ‘administratieve beroepsprocedure’ heeft de officier van justitie in principe de verplichting om degene die bezwaar aantekent de mogelijkheid van een hoorzitting te bieden, zodat zij zich optimaal kunnen verdedigen. De procedure is ook bedoeld om mensen die zich niet goed schriftelijk kunnen uiten de mogelijkheid te geven hun bezwaren toe te lichten.

In 2021 werden volgens het jaarverslag van het OM ruim 8 miljoen verkeersboetes opgelegd. In 336.000 gevallen werd beroep aangetekend, maar dat leidde in slechts 34.000 gevallen tot een hoorzitting.

Het CVOM, dat in 2005 als landelijke dienst van het OM werd ingesteld om zuiniger en efficiënter te werken, erkent in de zomer van 2021 zelf in een memo dat „in een groot aantal zaken onrechtmatig wordt gehandeld”. Er werd meestal alleen gehoord als de burger zich door een professioneel gemachtigde, bijvoorbeeld een jurist, liet vertegenwoordigen. Het CVOM deed wel pogingen om aan de hoorplicht te voldoen, blijkt uit de stukken die zijn verkregen door jurist Indy Rissema. Hij helpt mensen die hun verkeersboetes willen aanvechten. Zo begon in 2017 een proef die vroegtijdig vanwege geld- en capaciteitsgebrek werd afgebroken, omdat er veel meer mensen gehoord wilden worden dan verwacht.

Op de vingers

De organisatie werd de afgelopen jaren verschillende malen door het gerechtshof op de vingers getikt voor het niet horen van burgers met verkeersboetes, maar de problemen bleven voortbestaan. Een woordvoerder van het CVOM spreekt van een „overweldigend” aantal beroepen en benadrukt dat een hoorzitting niet altijd iets toevoegt. Burgers die in beroep gaan hebben „geen goed beeld van de mondelinge hoorzitting”, zo blijkt uit de proef, zegt de woordvoerder. „Dat leidde daarmee tot een onnodige belasting voor alle partijen.”

De Algemene wet bestuursrecht, waar verkeersovertredingen onder vallen, biedt enkele uitzonderingsgronden op de hoorplicht. Die worden door het CVOM zo breed mogelijk geïnterpreteerd. In veruit de meeste gevallen (zo’n 90 procent in 2021) waarin het CVOM bezwaarmakers niet hoort, stelt het dat een beroep „kennelijk ongegrond” is. Dat betekent dat zonder verder onderzoek blijkt dat het verweer geen kans van slagen heeft. Maar volgens het hof doet het CVOM dat veel te makkelijk. Uit jurisprudentie blijkt dat op geen enkel inhoudelijk bezwaar tegen een boete (bijvoorbeeld het missen van een bord of het in twijfel trekken van een snelheidsmeting) zo’n afwijzing mag volgen. De officier van justitie moet het bezwaar zelf beoordelen en de indiener de kans geven het toe te lichten.

Niet actief communiceren

Om het aantal hoorsessies terug te dringen, meldt het CVOM niet actief aan burgers met een verkeersboete dat ze recht hebben om gehoord te worden. In 2017 verdween de mededeling van de boetebrief dat een beroep kan worden toegelicht, terwijl daar wettelijk op gewezen moet worden.

Marc Wever, universitair docent bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, zegt dat de procedure bij verkeersboetes wellicht „wat ruim is opgetuigd” om rechtszekerheid te bieden, maar benadrukt dat juist het OM zich aan de wet moet houden. Hoogleraar sanctierecht Henny Sackers van de Nijmeegse Radboud Universiteit vindt dat het CVOM met de veelvuldige schending van de hoorplicht „de procedures verschraalt”.

Begin juni 2021 vroeg het CVOM zo’n 2 miljoen euro voor 51 extra voltijdsmedewerkers en vroeg het om onderzoek naar een „slimme, moderne, digitale” manier om de hoorplicht in te vullen. De gesprekken daarover lopen nog.