Het was twee jaar lang de rechtvaardiging voor de coronamaatregelen: iedereen heeft recht op een ziekenhuisbed, dus de samenleving moest geheel of gedeeltelijk op slot om overlopende ziekenhuizen te voorkomen. Zorgminister Ernst Kuipers (D66) wil minder vanuit de overheid opleggen. Hij vroeg getroffen sectoren, van de winkeliers tot de horeca, de afgelopen maanden mee te denken over welke maatregelen dit najaar weer nodig zouden kunnen zijn bij een serieuze opleving van het virus.
Veel van die sectoren bleken daartoe bereid, maar stelden vorige maand in NRC ook de vraag: waar is het plan van Kuipers voor de zorgsector zelf?
Kuipers stuurde maandag een verdere uitwerking van zijn langetermijnstrategie voor corona naar de Tweede Kamer. De vraag is of de passages over de zorg de investeringen in de „schokbestendigheid” van de sector zijn waar adviseurs van het kabinet, zoals de WRR en KNAW, al sinds september vorig jaar om vragen. „Je ziet dat een opschaling niet zomaar te doen is”, zei oud-WRR-voorzitter André Knottnerus destijds. Hij deed de oproep aan het kabinet om snel een plan voor de zorg te maken, „om te voorkomen dat je volgend jaar in dezelfde situatie belandt en weer reguliere zorg moet uitstellen”.
Kuipers’ grote ambities
De ambities van Kuipers op dat vlak zijn groot: hij wil én de samenleving volledig open houden, dit najaar een nieuwe Covid-19-golf in de ziekenhuizen kunnen opvangen en niet opnieuw reguliere zorg hoeven uitstellen. En dat allemaal met een sector die lijdt aan een chronisch personeelstekort en een nog altijd ongewoon hoog ziekteverzuim van boven de 8 procent als gevolg van de zware coronajaren.
Kuipers is er eerlijk over dat hij het personeelsprobleem niet op korte termijn ziet veranderen. Een groep experts die hij met het oog op het najaar om advies vroeg, hanteerde „als uitgangspunt dat bij een volgende Covid-19-golf niet of nauwelijks extra personeel inzetbaar is”, staat in zijn brief.
Op de IC’s, waar op dit moment nog amper coronapatiënten liggen, is de situatie qua personeel weer ongeveer vergelijkbaar als voor het begin van de pandemie, zegt Iwan van der Horst, intensivist in het Maastricht UMC+ en de opvolger van Diederik Gommers als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care. „Er is nu weer evenveel personeel als voor Covid-19, voor 925 IC-bedden. De uitstroom en uitval kreeg veel aandacht, maar het is ons ook gelukt tijdens de crisis veel nieuwe mensen op te leiden. Je kunt hoogstens zeggen: liever had je er nóg meer gehad.”
Zuurstofbehandeling thuis
De groep experts keek op verzoek van Kuipers’ ministerie hoe met hetzelfde personeelsbestand dit najaar toch méér zorg kan worden geleverd. In hun rapport, dat afgelopen vrijdag verscheen, staan voorbeelden van hoe Covid-19-zorg efficiënter kan, bijvoorbeeld door patiënten thuis met zuurstof en monitoring te behandelen. Edwin Velzel, voorzitter van de groep experts en in het dagelijks leven bestuursvoorzitter van pensioenorganisatie PGGM, zegt dat dit soort oplossingen eerder in de crisis „op verschillende plekken al zijn toegepast, maar nog niet in het hele land”. Velzel verwacht dat het bij de zuurstofbehandeling thuis honderden ziekenhuisopnames kan schelen als dit wel gebeurt.
Het team van Velzel wijst ook zaken aan die eerder in de crisis juist niet of averechts hebben gewerkt. Verpleegkundigen verplichten in aparte Covid-19-zorghotels bij te springen is zo’n voorbeeld, zegt Velzel, die naar Duitsland wijst. „Daar stuurde de overheid sterk op waar verpleegkundigen moesten worden ingezet en was de uitstroom nog groter dan in Nederland. Omdat de belasting voor verpleegkundigen al hoog is, willen ze werken in een vertrouwd team met mensen die ze kennen. Anders durven ze ook niks uit handen te geven.”
Geen speciaal coronaziekenhuis
Een ander afgeschoten idee: een speciaal Covid-19-ziekenhuis. Niet haalbaar vanwege het personeelstekort, zegt Velzel. „Als je daarvoor verpleegkundigen van elders aantrekt, verplaatsen we het probleem alleen maar. Bovendien is het niet efficiënt, want veel Covid-19-patiënten hebben andere onderliggende aandoeningen en dus zijn er meer specialismen uit het ziekenhuis nodig.” Velzel suggereert Kuipers dit najaar wel te kijken naar de concentratie van Covid-19-zorg in bestaande ziekenhuizen. „Die optie moet je op tafel hebben als de crisis verergert.”
Kuipers zelf lijkt vooral te willen vertrouwen op de bestaande structuren, zoals het landelijk blijven spreiden van Covid-19-patiënten. De minister herhaalde maandag zijn mantra dat geen plan van de zorg of de overheid genoeg zal zijn als een ernstige variant van het virus weer tot een exponentiële groei van ziekenhuispatiënten zal leiden. „Is wat we nu doen in alle gevallen voldoende? Nee, daar zal ik eerlijk over zijn, er is geen zorgsysteem in de wereld te bedenken dat de impact van een pandemie kan opvangen.”
Sectorplannen pas na zomer
In Kuipers’ brief worden nieuwe coronamaatregelen dit najaar niet uitgesloten, hoewel de minister nog altijd hoopt dat sectoren zelf hun verantwoordelijkheid willen nemen als de infectiedruk snel zou stijgen. Maar de uitwerking van deze ‘sectorplannen’ komt nu pas na de zomer, in september. Is dat niet wat laat nu het RIVM rekening houdt met een zomergolf? Kuipers zal zich daarover nog wel vóór de zomer in een debat met een kritische Tweede Kamer moeten verantwoorden. GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld liet maandag weten zij het goed vindt dat Kuipers ook naar sectoren luistert. Maar ze waarschuwt ook: „De eindverantwoordelijkheid voor de volksgezondheid én om een nieuwe lockdown te voorkomen, die ligt maar op één plek: bij het kabinet.”