Ik maak nu een onverantwoorde sprong in de tijd, en zeg: Na de oorlog. Na de Centraal Europese oorlog, die woedt sinds 24 februari 2022, toen Rusland besloot het soevereine Oekraïne aan te vallen. Tijd noch oorlog zijn voorbij. En een Blitzkrieg lijkt er voor Rusland niet in te zitten. Er zijn zaken die je als Nederlander niet in de hand hebt, zoals de beëindiging van de strijd, maar er zijn ook dingen waarover je als Nederlander wel iets kan zeggen en waarover je je blijft verbazen.
Het is werkelijk moeizaam om in dit conflict niet het verschil op te merken tussen de agressor en degene die wordt aangevallen. Dat verschil is zo breed als de Barentszzee (1.050 km). Toch zijn er mensen die er in slagen dat verschil te bagatelliseren of zelfs om te draaien. Niet Rusland, maar de NAVO is de agressor; de Verdragsorganisatie zou al jaren Poetin provoceren om te doen wat hij uiteindelijk moest doen. Poetin werd schaakmaat gezet door het Westen, deze aanvalsoorlog was zijn enige uitweg.
In dergelijke beschouwingen worden hele volkeren ondergeschikt gemaakt aan het precaire ego van Vadertje Rusland.
Dit zijn de oude fellow travellers die ik nog ken uit mijn jeugd, toen de Berlijnse Muur nog overeind stond – een muur trouwens, die dwars door heel Europa liep. Ik herken hun idioom en hun argumenten, omdat het gemeengoed was in mijn studententijd, begin jaren tachtig, maar dat maakt die woorden niet onschadelijk, maar geruststellend voorspelbaar, en ronduit repetitief, zeker voor wie een geheugen heeft dat verder reikt dan 1989.
Maar nieuw voor mij is de onheilspellende stilte, in bewegingen die ik daarvoor altijd als typisch democratisch had getypeerd, en die een scherp oog voor maatschappelijk onrecht hadden. Activisten, die zich zelf ook wel omschrijven als social justice warriors. Maar over deze strijd in het oosten van Europa hoor je ze nauwelijks.
Democratische rechtsorde
Dat valt op, omdat de verschillende bewegingen nooit verlegen zitten om grote woorden als ‘institutioneel racisme’ en ‘hetero-normatieve dwang’. Er zit zeker iets in de beschuldigingen, kijk naar de Belastingdienst en de Toeslagenaffaire, maar grote woorden hebben de neiging om het precieze en het exacte te schuwen; algemeenheden bijten zichzelf in de staart, het Vrije Westen is net zo’n platitude als het Racistische Westen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84909622-fb996e.jpg)
Die bewegingen behoren in zekere zin bij mij, omdat ik mijn eigen leven, met mijn antenne voor homohaat en racisme, alleen kan begrijpen binnen weer die democratische rechtsorde. Ik ken geen land waar bijvoorbeeld de lhbtqi-beweging bloeit en het antiracisme van zich doet spreken, als daar ook niet de burgerlijke vrijheden gegarandeerd zijn.
Het gaat bij een politieke analyse altijd om gradaties: er valt geen hemelrijk te vergeven, wel samenlevingen waar het er zo vrij en eerlijk mogelijk aan toegaat. En daarmee bedoel ik niet een beetje eerlijk of een beetje gelijk, want dat is nu juist het punt: het gelijk voor de wet hoort in gelijke gevallen absoluut te zijn.
Daar hapert het nogal eens aan, en kritiek daarop is niet alleen legitiem maar ook noodzakelijk. Nogmaals, zie de Toeslagenaffaire. En als het moet, keert datzelfde recht zich tegen de staat. Ik zeg het nu vanzelfsprekender dan het is, maar het gebeurt wel, al duurt het soms lang.
Maar het is een hele grote stap, om landen met liberale democratieën op één lijn te zetten met landen waar die burgerlijke vrijheden hooguit genoemd worden als een plichtpleging, als decoratie die uiteindelijk nooit de doorslag mag geven.
‘Hiërarchie van leed’
In 1991 gaf ik les aan de Universiteit van Minnesota, als Nederlandse schrijver. Ik behandelde met mijn (Amerikaanse) studenten Germanistiek ook het boek van G.L Durlacher, Strepen aan de hemel, dat godzijdank vertaald was, anders was deze hemelse stap nooit genomen. Een van die studenten, een jonge vrouw, concludeerde na lezing „dat het seksisme van die nazi’s echt niet deugde”. Ik herinner me haar kwalificatie „not cool”.
Ik was door die opmerking uit het veld geslagen, mijn Europese veld, waar de moord op de Joden nog steeds geen voltooid verleden wil worden. First things first heb ik toen gezegd, niet om seksisme te kleineren, maar om aan te geven waarom het merendeel van die mensen opgesloten zat en vergast werd in Auschwitz, het kamp van Durlacher, dat zeker niet ‘zijn eigen keuze’ was. Vrouwenhaat zal daar ook hebben geheerst, maar het was Jodenhaat die het bedrijf in stand hield.
In Oekraïne wordt een volk verdreven en afgeslacht, niet omdat het volk bestaat uit vrouwen en homo’s en zwarten, maar omdat het Oekraïners zijn
Is er dan „een Pyramide van dwingelandjes” zoals de Tunesisch-Franse schrijver Albert Memmi (1920-2020) het noemde, een ‘hiërarchie van leed’, waarin elke onderdrukte groep vecht tegen de naaste en de volgende en de onderste?
Die piramide ziet er in een dynamische maatschappij steeds weer anders uit, maar er bestaat wel een constante in cijfers en bewijzen, die laten zien dat die en die groep op dat en dat moment veel zwaarder werd getroffen dan andere groepen.
Er valt met geen mogelijkheid te ontkennen dat Afrikaanse mensen die tot slaaf werden gemaakt een exclusief lot trof dat door het merendeel van de Europeanen niet werd gekend of gedeeld. Maar ook in die situatie zou ik me ongemakkelijk hebben gevoeld bij de student die vroeg: „Hoe zat het met de homofobie, de hetero-normativiteit, in Elmina, Ghana en de slavenpoort waardoor al deze gevangenen moesten, the door of no return?’.
Zij zaten daar gedwongen omdat zij Afrikaans waren, zwart of gekleurd, in ieder geval niet wit: zij zaten daar omdat witte en zwarte meesters hadden besloten dat zij koopwaar zouden zijn.
In Oekraïne wordt een volk verdreven en afgeslacht, niet omdat het volk bestaat uit vrouwen en homo’s en zwarten, maar omdat het Oekraïners zijn. Zomaar, zonder dat hun gender- of seksualiteitspaspoort wordt gecheckt, zijn ze bij elkaar geplukt. Ze zitten in de weg van Poetins Rusland, niet om wat ze zijn, maar ómdat ze er zijn.
Vergeet nooit dat subtiele identiteitskwesties alleen spelen in hele vrije landen of in hele onvrije landen. Jood zijn of atheïst of allebei; zwart zijn, queer en allebei; het markeert in democratieën het markante verschil en in niet- democratische samenlevingen het verschil tussen overleven, vervolging of erger. Al die hetero-normatieve, witte Oekraïners worden niet minder hard gebombardeerd dan het andere, statistisch gesproken kleinere deel.
Wachtwoorden
En wat heeft de antiracisme-beweging en die van de lhbtiq-plus hierop te zeggen? Niets. Ik meende zelfs enige opluchting te bespeuren in identiteitskringen toen er aan de Oekraïense grens zwarte en gekleurde mensen werden tegen gehouden. Aha, toch onze zaak. Werden gekleurde mensen verhinderd het land te verlaten? Ik geloof het meteen. Is dat aan de orde? Ja, maar in volgorde van dood en vervolging.
Als ik het zoveelste stuk lees in de krant over het ‘Nederlands institutioneel racisme’, (overal, altijd?) dat nu toch echt als een geloofsbelijdenis moet worden aan genomen, kijk en lees ik weer over Oekraïne.
Er bestaat een overtreffende trap van dit onrecht, het heet oorlog en volkerenmoord, en daar is niets subtiels aan, ook niet je identiteit.
Aan de Oekraïense grens werden gekleurde mensen gestopt. Aha, toch onze zaak
‘Micro-agressie’, de beschuldiging die zoveel wordt gebezigd in voorlijke kring, om ook het meest dagelijkse idee van racistisch en identiteitsongemak te betrappen; micro-agressie, het onrecht waarvoor je een loep nodig hebt, we leven inderdaad in vredestijd. Als de Oekraïners onze zorgen eens mochten delen.
Ja, het kan altijd erger, zoals mijn moeder tegen me zei over Biafra in de jaren 70, als ik mijn bord niet leeg at. Dat was een stoplap.
Maar het kan ook weer onbenulliger: dit grote zwijgen van de social justice warriors over deze oorlog, waar bij gebrek aan wachtwoorden als ‘gender’, ‘race’ en ‘sexuality’ gewoon niet thuis wordt gegeven. Het is een teken van intellectuele armoede als je je eigen bestaansvoorwaarden niet kan erkennen en verdedigen.
De nieuwe fellow travelers vergoelijken niet, zoals de ouden deden, maar ze negeren de hele oorlog in Oekraïne: het past niet in hun ‘narratief’. Wat vreemd is: de groep bij wie de strijdkreet ‘decolonize’ in de mond bestorven ligt, slaat gemakshalve het kolonialisme van de oude Sovjet-Unie en het huidige Rusland over.
Zijn de Oekraïners niet bruin of zwart genoeg? Horen de Oeigoeren in China net niet tot ‘de mensen van kleur’?
Deze nieuwe fellows hameren op diversiteit en inclusiviteit, maar dat gaat kennelijk alleen op voor hun eigen partje van de wereld.