Het laatste nieuws van dinsdagochtend was wat eigenaardig. De site van NRC meldde dat de „retegrappige” Stefan Hendrikx op het Leids Cabaret Festival de juryprijs had gewonnen. Op zich best het melden waard, daar niet van, maar de eigenaardigheid zat ’m erin dat die prijs al op zaterdagavond was toegekend. Drie dagen eerder. Én: dat NRC het nieuws al gemeld had. Op zondagochtend had de nieuwsdienst het nieuwtje, toen nog vers, opgepikt en erover geschreven. Toch stond het dinsdagochtend opnieuw in de kolom ‘Laatste nieuws’ – wie de site bezoekt ziet daar, aan de rechterzijde van de homepage, een aflopend lijstje met de laatst gepubliceerde nieuwsartikelen.
Technisch onhandigheidje: dit was de versie die gepubliceerd was in de dinsdagkrant (de eerste na het Pinksterweekend) en zodoende was het beland in die ‘Laatste nieuws’-kolom, automatisch. Normaal gesproken komt zo’n bericht niet nog eens in het lijstje, maar dat gaat mis als „de metadata niet kloppen”, zegt Marie-Louise Schonewille, chef van de centrale eindredactie, die verantwoordelijk is voor de inrichting van de NRC-site. Metadata: de beschrijvende gegevens die aan een artikel hangen. Wat voor artikel het is, wanneer het is geschreven.
Enfin: het is aangepast, Stefan Hendrikx is dinsdag weer naar de cultuursectie doorgeschoven. Want zoiets mag dan automatisch tot stand gekomen zijn, dat maakt het nog geen onherstelbare kwestie van computer says no. De site blijft mensenwerk. En dat moet ook, zegt Schonewille: een volledig geautomatiseerde site zou voorbijgaan aan wat NRC met de website kan en wil. „Een papieren krant heeft één keer per dag een voorpagina, maar een bezoeker van onze site wil, als hij twee uur later weer eens kijkt, niet precies hetzelfde zien. Op de site brengen we doorlopend nieuwe ordening aan.”
Voor die verversing zijn elke dag tussen acht uur ’s ochtends en half twaalf ’s avonds ‘samenstellers’ in touw bij de centrale eindredactie. Het zijn onzichtbare, maar vrij bepalende krachten voor de uitstraling van de digitale NRC: je zou kunnen zeggen dat zij de inrichters van de showroom van de journalistiek zijn. Zij stellen de dagelijkse algemene nieuwsbrieven samen, maar zijn ook de ‘etaleurs’ van de site. Dat is een kwestie van vormgeving, maar ook van journalistiek-inhoudelijke afwegingen.
Een kleine rondleiding. Bovenaan de site staat het blok met de titel ‘Vandaag’: de etalage van het belangrijkste nieuws. Op het eerste gezicht lijkt die wel erg veel op die kolom, vlak ernaast, waarin het laatste nieuws ook al belandt. In de praktijk zit er veel dubbeling: een nieuwsbericht staat én rechts in het lijstje, én links met kop, fotootje en beschrijvende zin. Lezers schrijven ons er regelmatig over: is dat niet zonde van de kostbare ruimte?
Parel
Het verschil is belangrijker, vertelt Schonewille. „In het Vandaag-blok kiezen we niet alleen voor het laatste nieuws, maar brengen we daarin zelf hiërarchie aan. Niet het nieuwste staat bovenaan, maar wat wij als het belangrijkste en meest impactvolle nieuws beoordelen. Daar maken we ook plaats voor andere soorten artikelen, die achtergrond bij het nieuws bieden.” Dat kunnen analyses zijn, nieuwsinterviews, „of bijvoorbeeld een profiel van een topman die die dag in het nieuws is”, zegt Schonewille. „Dat zijn de verhalen waarmee we ons als NRC onderscheiden.” Andersom heeft de nieuwskolom een eigen functie: wat de bovenste regionen van de site niet haalt, maar wel actueel en meldenswaardig is, vind je daar alsnog.
De verhalen die niet direct met de actualiteit van die dag te maken hebben, belanden in het blok daaronder, ‘Niet te missen’. Daarin staan dus de interviews, reportages, recensies, opiniestukken, columns en rubrieken die minder aan een dag hangen. Ook die selectie wordt om de paar uur geheel ververst – handmatig.
En dan is er nog ‘Beste van NRC’, een blokje met een lagere doorloopsnelheid: daar komt maximaal één stuk per dag bij. „Dat blok is er omdat we er rekening mee willen houden dat onze lezer niet altijd op de site kijkt en daarom weleens een parel mist”, zegt Schonewille. Dat kan een verhaal uit alle geledingen van de krant zijn. „We selecteren daar op eigenheid en toegevoegde waarde, op iets unieks: een onderwerp dat je niet overal ziet, of een heel goed uitlegstuk, een bijzonder essay.” De selectie wordt gemaakt door de samenstellers, in overleg met de dienstdoende chef van de centrale eindredactie.
Wat weer niet helemaal binnen de vermogens en onder de verantwoordelijkheid van de samenstellers valt, is het onderscheid dat op artikelniveau wordt aangebracht. Zo zijn columns herkenbaar door een (automatisch) afwijkende vormgeving: daar staat geen foto bovenaan, maar een kop en introtekstje, met erónder een portret van de columnist. Het is een van de voornaamste onderscheidende middelen, naast kleinere ingrepen als gekleurde achtergronden bij een blog, een zwart kader bij een necrologie of urgent nieuws, of een klein trefwoord dat een ‘recensie’ of ‘opinie’ verraadt. (Het zijn kleine, maar effectieve middelen, weet Schonewille uit tests.) Maar het is dan weer niet direct uit te maken of iets een kort nieuwsbericht is, of een uitgebreide reportage. Moet daar niet wat meer aan gedaan worden? „Als je alles met vormgeving duidelijk wilt maken, wordt het kermis. Dat willen we niet”, zegt Schonewille. „Dan proberen we liever op andere manieren te laten zien om wat voor soort stuk het gaat. In de koppen zie je al of iets rechttoe-rechtaan nieuws is, of een uitlegstuk, waarbij de kop bijvoorbeeld met ‘waarom’ begint. Daar letten de samenstellers op.”
Gestrekt been
Voor zulke herkenbaarheid zijn ook extra aanduidingen voor opiniestukken geïntroduceerd. Als de link naar een opiniestuk gedeeld wordt, op sociale media of op andere plekken waar enkel de kop staat (zoals Apple News), begint de kop sinds kort standaard met het woord ‘Opinie’. „Bij een opiniestuk heb je graag een kop die er met een gestrekt been ingaat. Maar bij iets als ‘Mark Rutte moet weg’ is het wel de moeite waard om te laten weten dat het om een mening gaat.”