Recensie

Recensie Boeken

In de ban van de borsten van je hartsvriendin

Teresa Ciabatti In haar nieuwe roman keert een schrijfster terug naar de schaamte die ze als puber voelde over haar eigen lichaam en haar moeder. Afgunst is daarbij de rode draad.

Foto Veronique Beranger
Foto Veronique Beranger

Schuld, schaamte, jaloezie, afgunst, zelfbeklag en spijt: emoties die horen bij de puberteit en die soms blijvend zijn of terugkeren bij vrouwen in de overgang. De Italiaanse schrijfster Teresa Ciabatti experimenteert mooi met dit thema in de roman Het leek schoonheid, over een 47-jarige schrijfster die de schaamte en de afgunst uit haar tienerjaren met reden herbeleeft.

Nog voordat de roman begint schrijft ze: ‘Feiten en personen in deze geschiedenis zijn echt. Verzonnen zijn de leeftijd van mijn dochter, haar woonplaats, wat dies meer zij.’ De vertelster – zonder naam, in wie we toch Ciabatti zien – heeft eindelijk succes als schrijfster en komt opnieuw in contact met haar hartsvriendin van de middelbare school, Federica. Op het gymnasium in Rome werden ze gepest, genegeerd en vooral, denken ze, niet gezien.

Ciabatti gaat terug naar die schaamte uit hun puberteit; voor zowel het eigen veranderende lichaam als voor de eigen moeder (‘waarom had juist ik een waardeloze moeder getroffen, heel anders dan andere moeders, zodat ik zei: mijn vriendinnen komen, sluit je op in je kamer’). Bovenal zijn ze jaloers op het oudere zusje van Federica, Livia, die begeerd wordt door de jongens en vol afgunst wordt bekeken door de meisjes. Dat afgunst nog erger is dan jaloezie, beschreef Stine Jensen in haar column in NRC over bewondering en afgunst, waarbij ze zich baseerde op Aristoteles en Bertrand Russell: ‘Bij jaloezie wil je graag hebben wat de ander heeft, bij afgunst zie je de ander liefst verliezen wat die had.’

Die afgunst is de rode draad in de roman, die wisselend in het verleden en het heden speelt. Ciabatti schrijft prachtige volzinnen over de gevoelige meisjes en over Livia, en schakelt naar minder fraaie zinnen met slechts steekwoorden, impressies die aan de verbeelding worden overgelaten (‘De beelden van bewegingen in het luchtledige, verlies van evenwicht, valpartijen, verwarring – waar ben ik? – voor altijd verloren personen en voorwerpen: hoe heet hij?’). Het lijken hallucinerende zinnen die het verhaal niet ten goede komen.

Geslaagd experiment

De afgunst kantelt in schuldgevoel, dat te maken heeft met een ongeluk van Livia in 1988 waarbij ze haar geestelijk welzijn verliest. Verstandelijk blijft ze de achttienjarige die ze was voor het drama dat ieders leven veranderde.

Nadat de vertelster de clou van het ongeluk heeft prijsgegeven, spreekt ze de lezer toe: ‘Ik bedank iedereen die tot hier is gekomen, bladzijde 164 – ik hoop velen, heel veel mensen, maak het mogelijk me te laten opereren.’ Want ze is ‘nog steeds gehypnotiseerd door de tieten’ van haar vriendin die de corrigerende operatie wél kon betalen.

Het experiment is geslaagd. Ciabatti weet de lezers met haar reflectie over (puber)emoties aan zich te binden. Naarmate de vertelster ouder wordt, maken schaamte, afgunst en schuldgevoel plaats voor zelfbeklag. Ze wil een dochter die ‘meer geliefd’ is dan zij was en projecteert haar eigen frustraties van toen op haar dochter. Ze legt zelfs geld opzij voor de achttiende verjaardag om haar dochter te ‘verbouwen’, zodat eenzaamheid haar bespaard blijft. Opvallend daarbij is het dubbele gevoel van de moeder ten opzichte van haar dochter – het varieert van liefdevol naar gitzwart. Het drijft moeder en dochter uit elkaar. Gelukkig maar dat nu juist sommige verhalen over de dochter fictief zijn. En dan nog: waarom jezelf nu al wegzetten als mislukte moeder die op alle punten zou hebben gefaald? Het antwoord moet zijn dat ze de schaamte dit keer voor wil zijn.