Dragen ‘deelscooters’ echt bij aan een gezonde en aantrekkelijke stad?

Praat over de straat Onder het voorwendsel van ‘delen’ kregen techbedrijven die scooters verhuren het exclusieve recht op stukjes publieke ruimte in Rotterdam. Zijn de scooters daadwerkelijk nodig om het aantal autoritten terug te dringen?

Illustratie Fokke Gerritsma

Op het Instagramaccount strooiscooters010 vind je een galerij van de meest verstrooide deelscooters in de stad: pal voor de lift van een galerijflat, tussen de poortjes van de metro of met zijn honderden zij aan zij over de volle breedte van de stoep voor restaurant Kampong Kita (nabij Pathé) op Zuid. Er staan gedichtjes bij.

Strooiscooter in een skatepark gespot,

Wel wat onfortuinlijk op z’n zij.

Dat was wellicht ook wel z’n lot,

Want vallen op een plek als deze hoort er wel een beetje bij.

De Jaarreportage Deeltweewielers in Rotterdam 2020 vertelt ons waarom de gemeente zo’n 1.600 deelscooters in de stad de ruimte wil geven. „Om te werken aan een bereikbare, aantrekkelijke en gezonde stad, richten we straten anders in, lopen steeds meer mensen en pakken meer mensen de fiets of het openbaar vervoer. Voor korte afstanden laten we de auto staan, gaan we lopen, pakken we een deelfiets of elektrische deelscooter.” Deeltweewielers moeten dus het aantal autoritten terugdringen. Of dat ook lukt? Daarover straks meer. Eerst even die woorden: deelscooter en deelfiets.

Als jij en je buren een scooter delen, is dat een deelscooter. Maar Felyx, Go en Check zijn commerciële bedrijven. Die ons scooters verhuren: huurscooters. Mensen voelen dit wel aan: het woord strooiscooters is niet voor niks aangeslagen. Voor deelfietsen geldt hetzelfde.

Weesfietsen

Maar de gemeente blijft spreken van deel-tweewielers. Onder het voorwendsel van ‘delen’ – klinkt sociaal en sympathiek – hebben technologiebedrijven die tweewielers verhuren het exclusieve recht gekregen op stukjes publieke ruimte, boven de bewoners. Huur een fiets van een ‘deelfietsverhuurder’ en je mag die achter het station in de eerste rij stallen. Dat mag ik niet met mijn deelfiets uit onze straat waarin wij een paar weesfietsen opknapten en nu met elkaar delen met behulp van een cijferslot.

Worden er minder autoritten gemaakt dankzij de huurscooters? In de jaarrapportage lezen we dat 23 procent van de scooterberijders een auto zou hebben gepakt, als er geen huurscooter beschikbaar was geweest. Klinkt netjes.

Alleen zou 33 procent van de berijders dan zijn gaan fietsen of lopen en had een ruime kwart een tram, metro of bus genomen. Twee op de drie strooiscooterhuurders zijn volgens de cijfers niet uit een auto gestapt. Gesteund door de gemeente die minder autoritten wil, jagen strooiscooterbedrijven dus vooral mensen uit de benenwagen, van de fiets en uit het openbaar vervoer van die gemeente zelf. En beslaan ze vervolgens de ruimte voor voetgangers en fietsers op de fietspaden en op de stoepen. Buitenlandse onderzoeken laten dezelfde trend zien voor elektrische steps: zie ook de stukken op Vers Beton over deelmobiliteit.

Coolsingel

Als de gemeente serieus autoritten wil terugdringen met huurscooters, zou het logisch beleid zijn dat een huurscooter verplicht op een autoparkeerplaats moet worden geparkeerd. Dan ben je af van de parkeeroverlast én vervangen drie of vier scooters één auto.

Op plekken waar veel gefietst en gelopen wordt en trams en metro’s rijden, zou de strooiscooter moeten worden geweerd. Maar kijk naar de Coolsingel: de nieuwe stoep staat helemaal vol. En als je alleen dat beleid voert, krijg je weer andere problemen. In Utrecht mag je geen huurscooters meer parkeren in het centrum, dus daar staan ze nu net buiten het centrum massaal in de weg. Op de stoep voor de deur van bewoners.

Lees ook dit artikel: Zo wil Rotterdam fout parkeren van deelscooters tegengaan

Je zou het misschien zo kunnen inrichten, dat je met een strooiscooter alleen gemakkelijk naar de meest buitengelegen ov-haltes en stations kan komen. En om het schonere en gezondere fietsen niet te beconcurreren, zou de snelheids-limiet van een scooter onder die van een doortrappende fietser moeten liggen (zeg 18 km/u), of zou de scooter de autoweg op moeten.

Wat de vraag oproept: hebben we echt strooiscooters nodig, om het aantal autoritten terug te dringen? Dragen ze bij aan een bereikbare, aantrekkelijke en gezonde stad? Of is de gemeente een verdienmodelletje in de ogen gestrooiscooterd?

Thalia Verkade schrijft op deze plek om de week over het verkeer en de straten in Rotterdam, hoe we daarover praten en hoe die manier van praten van invloed is op hoe we erover denken