„Is bij jullie de prijs van medicijnen ook zo gestegen, vanwege de oorlog in Oekraïne?”, vraagt Ahmed (40), werknemer in een klein afhaalrestaurant in Caïro, terwijl hij een rij gegrilde kippen van de spies afhaalt. En hij laat een opsomming volgen van andere dingen die duurder zijn geworden. „Kip was 50 Egyptische pond (2,50 euro), nu is het 90 of 100. Een zak rijst is van 10 naar 20 gegaan. Een stuk brood kost nu 1,50 pond.”
Egypte is hard geraakt door de oorlog in Oekraïne. En dat heeft alles te maken met de sterke afhankelijkheid van import, en het gebrek aan een eigen productieve industrie. Dollars vloeiden bij het uitbreken van de oorlog in hoog tempo uit het land, omdat buitenlandse investeerders massaal staatsobligaties verkochten. De inflatie steeg, en het pond verloor 15 procent van zijn waarde. Egypte is voor 80 procent afhankelijk van tarwe uit Rusland en Oekraïne en het aanboren van nieuwe, duurdere markten drukt zwaar op de begroting, te meer omdat tachtig van de ruim honderd miljoen Egyptenaren toegang hebben tot gesubsidieerd brood, dat 5 Egyptische cent per stuk kost.
Ook Mohamed (28), die net als Ahmed niet met zijn achternaam in de krant wil, merkt de gevolgen van de oorlog. Mohamed is als werktuigbouwkundige werkzaam bij een Egyptische fabriek voor gespecialiseerde trucks. Hij krijgt sinds de Oekraïne-oorlog geen nieuwe orders binnen, en bestaande projecten liggen stil, terwijl de zomermaanden anders juist vaak de drukste zijn. „Klanten zijn bang voor een volgende devaluatie, en voor de gestegen grondstofprijzen.” Daarbij heeft zijn fabriek moeite met de invoer van onderdelen, door een gebrek aan dollars in het land en de door de centrale bank opgelegde importrestricties. Bij veel wisselkantoren en banken is het moeilijk ponden voor dollars te wisselen, en als het al kan zit er een maximum aan. „Er is weer een zwarte markt [voor dollars] ontstaan”, zegt Mohamed.
Om de crisis te bezweren heeft Egypte bij twee bekende geldschieters aangeklopt: het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de bevriende Golfstaten. Gesprekken met het IMF startten in maart, en volgens Egyptische ministers zal binnen twee maanden vanaf nu een nieuwe lening worden afgesloten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data82564978-953ab4.jpg)
Het IMF heeft de afgelopen zes jaar drie keer eerder een lening aan Egypte verstrekt: 12 miljard dollar in 2016 om Egypte uit het economische slop te trekken, en 2,8 miljard dollar en 5,2 miljard dollar om de gevolgen van de coronacrisis te verlichten. Die eerste lening kwam op voorwaarde van straffe bezuinigingen, zoals het afbouwen van subsidies op brandstof en elektriciteit, en het invoeren van een btw, en het devalueren van het Egyptische pond.
De hoop was dat een devaluatie van het pond in 2016 zou leiden tot meer investeringen in Egypte. Maar Mohamed heeft daar in zijn fabriek weinig van gemerkt. „We dachten dat we veel werk zouden krijgen, vanwege de goedkope arbeidskrachten, maar we kwamen erachter dat niemand [van buiten Egypte] met ons wilde werken. Het ondernemingsklimaat is slecht. De autoriteiten zijn te gecentraliseerd, en het moet makkelijker worden te importeren en exporteren.”
De staatsschuld van Egypte nam als gevolg van de leningen een vlucht. Begin dit jaar stond deze op 370 miljard dollar, een verviervoudiging ten opzichte van 2010. Afbetalingen van schulden slokken een derde van het staatsbudget op. „Egypte onder Sisi is verworden tot een bedelaarsstaat”, schreef de Amerikaanse wetenschapper Robert Springborg in een artikel op website POMED in januari.
Gesteund door de leningen investeert Egypte enorm in grote nationale projecten, zoals de bouw van een compleet nieuw bestuurlijk centrum in de woestijn naast Caïro, en de aankoop van wapens. Deze projecten hebben een belangrijke ‘wauw-factor’, aldus Springborg, waarmee president Sisi de bevolking voorspiegelt dat het land zich ontwikkelt. Maar het financiële rendement is op zijn best onzeker.
Investeringsprogramma’s
Naast het IMF zegden Saoedi-Arabië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten in maart totaal 22 miljard dollar toe aan leningen en investeringsprogramma’s. In 2013, net na de staatsgreep waarmee Sisi aan de macht kwam, vloeiden er ook al miljarden vanuit de Golf naar Egypte.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80186029-be6419.jpg)
Er is weinig publiek debat over de afhankelijkheid van leningen, niet in de laatste plaats vanwege de systematische onderdrukking van oppositieleden en activisten, en een gebrek aan vrijheid van meningsuiting. Maar op sociale media durven sommigen zich wel (anoniem) uit te spreken. „Egypte was als een man die geen brood op de plank kon krijgen, een lening bij een bank afsloot, en vervolgens een Ferrari kocht”, schreef het toonaangevende Twitter-account The Big Pharaoh.
Hoe komt het dat Egypte wederom aan het infuus moet worden gelegd? Egyptische functionarissen brengen in dat groeimarkten zoals Egypte nou eenmaal kwetsbaar zijn voor mondiale economische schokken zoals de pandemie en Oekraïne, en wijzen erop dat het bbp van Egypte ondanks de pandemie is blijven groeien. Maar volgens analisten is er meer aan de hand.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86869926-7196e8.jpg|https://images.nrc.nl/mgRd-tqMtMof1nEP9-bDVYAiJcI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86869926-7196e8.jpg|https://images.nrc.nl/jb7wpbFr7mhbC8iaGlpwBHIQq54=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86869926-7196e8.jpg)
„Natuurlijk hebben de globale omstandigheden impact, maar de economische problemen zijn structureel”, zegt onafhankelijk econoom Osama Diab. Het kernprobleem is een handelstekort, legt hij uit. Egypte importeert meer dan het exporteert, en komt daardoor structureel geld tekort om de begroting in balans te krijgen. De eigen industrie is internationaal niet competitief, en buitenlandse investeringen stagneren.
Het slechte investeringsklimaat wordt deels toegeschreven aan de grote rol van legerbedrijven. Die genieten belastingvoordelen en hebben goedkope arbeidskrachten [dienstplichtigen] tot hun beschikking, waardoor er sprake is van een oneerlijke concurrentiestrijd met private bedrijven.
De onderzoeker Yezid Sayigh van de denktank Carnegie Endowment beschrijft deze legerbedrijven in zijn boek Eigenaren van de republiek (2019) als roofzuchtig. Ze eigenen zich sinds de machtsovername van Sisi een steeds groter aandeel van de economie toe. Een extreem geval is de Egyptische zuivelproducent Juhayna. Vorig jaar werden de eigenaar en zijn zoon gearresteerd, nadat ze hadden geweigerd een deel van de aandelen van het bedrijf aan de staat af te staan.
Daarnaast hebben de door het IMF opgelegde bezuinigingen de koopkracht van Egyptenaren een knauw gegeven, en de armoede doen toenemen. De private sector is in de afgelopen zes jaar dan ook overwegend geslonken. Het IMF ziet het probleem deels ook. In 2021 omschreef het Egypte als „kwetsbaar voor schokken vanwege de hoge schuld en bruto financieringsbehoeften”.
De oplossing van het IMF ligt in het verkopen van staatsbedrijven en meer flexibiliteit van de koers van het Egyptische pond. President Sisi kondigde in mei een plan aan om in de komende vier jaar voor 40 miljard dollar aan staatsbedrijven of aandelen in staatsbedrijven te verkopen. Het IMF dringt al jaren aan op privatisering, maar daar is onder andere door ongunstige marktomstandigheden weinig van terecht gekomen.
Weinig vertrouwen
Econoom Diab heeft weinig vertrouwen in de door het IMF gewenste hervormingen, die op de korte termijn soelaas bieden om dollartekorten te verhelpen, maar op de lange termijn de problemen alleen maar vergroten. „Met verkoop van staatsbedrijven verliest de staat uiteindelijk ook een bron van inkomsten. En de verkoop van staatsobligaties levert snel geld op, maar geen duurzame toename van economische activiteit.” Daarbij zal een verdere devaluatie van het pond de druk op de bevolking opvoeren.
Hij ziet een sneeuwbaleffect optreden waarbij Egypte gaten vult met nieuwe gaten, wat het land alleen maar verder aan de rand van de economische afgrond brengt. „Egypte is op weg naar een ‘Libanon-scenario’”, zegt hij, verwijzend naar de totale ineenstorting van de economie aldaar.
Een argument dat het niet zo ver zal komen, is dat Egypte ‘too big to fail’ zou zijn. Het is, in tegenstelling tot het kleine Libanon, te belangrijk om te laten vallen. De Europese Unie, met in haar gelederen belangrijke donoren van het IMF, is bang voor het migratiespook. Een ineenstorting van het land met een bevolking van 103 miljoen, zou een gigantische migrantenstroom kunnen betekenen. De Golflanden op hun beurt hebben er belang bij Sisi te ondersteunen als bondgenoot tegen de Moslimbroederschap, de oppositiegroep die zowel in Egypte als in de Golflanden als bedreiging geldt en stevig wordt onderdrukt.
Maar hoelang kunnen deze landen de steun blijven opbrengen? Diab: „Egypte is een zwart gat waar financiële hulp snel in wordt gezogen en verdwijnt. Zowel de EU als de Golflanden gaan nu ook door een crisis.”
De vraag blijft open, maar zeker lijkt dat zonder structurele hervormingen, zoals het herzien van de economische rol van het leger en de rationaliteit van megaprojecten, de recente leningen voor Egypte slechts een opmaat zijn tot het volgende moment waarop het land voor miljarden moet gaan aankloppen.