Tachtig topfunctionarissen van de Nationale Politie vergaderden vorige week in een hotel in Papendal over een strengere aanpak van racisme in eigen kring. Unaniem werden ze het erover eens dat uit de vorige maand uitgezonden documentaire De Blauwe Familie (KRO-NCRV) „een waardevolle les” moet worden getrokken.
Zo staat het in een gezamenlijke verklaring die de politie woensdag openbaar maakt. Het relaas van collega’s met een migratieachtergrond die op beeld openhartig vertellen hoe ze bij de politie door andere dienders genadeloos worden weggepest, hakte erin bij de geüniformeerde familie. Racisme binnen de politie moet hoognodig worden uitgebannen.
Plaatsvervangend korpschef Liesbeth Huyzer merkte het toen ze twee weken geleden aanwezig was bij een besloten voorvertoning van de documentaire. De eveneens aanwezige andere genodigden – veel politiemensen, advocaten en vertegenwoordigers van allerlei belangenorganisaties – eisten op hoge toon actie. „Ik voelde de woede van de zaal. Het was heel lastig”, zegt Huyzer, die door de zaal naar voren werd geroepen om uitleg te geven.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86223836-753167.jpg)
De situatie deed Huyzer, verantwoordelijk voor het programma ‘Politie voor Iedereen’, denken aan de omstandigheden die ze aantrof toen ze zeventien jaar geleden als topambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken als zij-instromer overstapte naar de politie. „Toen viel me ook op dat bij de politie sprake was van een harde en masculiene cultuur. Sindsdien heb ik altijd gestaan voor meer diversiteit. Er is veel veranderd, er zijn nu veel meer vrouwen en zij-instromers in de top van de politie, maar tegelijkertijd zie je dat de harde cultuur van uitsluiting en je conformeren nog steeds aanwezig is. Ik voel het ook als falen dat ik tot nu toe niet in staat ben geweest iedereen bescherming te bieden die dit mooie beroep vol passie en inzet uitoefent.”
‘Pauperallochtonen’
Huyzer werd vorig jaar al benaderd door de zogeheten netwerken van onder meer Caribische, Marokkaanse en ‘roze’ agenten die boos waren dat Rotterdamse agenten die in WhatsApp-groepen termen als „pauperallochtonen, kankervolk, kutvolk en kutafrikanen” gebruikten er met een schriftelijke berisping vanaf kwamen. Het waren immers „goede dienders”, zei hun eenheidschef Fred Westerbeke een jaar geleden.
„Ik werd gevraagd waarom er geen ontslag was gevolgd. De scherpte die we hadden bij drugsgebruik – one strike out – was er niet bij racisme. De boodschap van de woedende achterban was helder. Ik vond ook dat er iets moest gebeuren. De samenleving is veranderd en de normstelling ook. Toen zijn er dialoogsessies begonnen. De gezamenlijke verklaring van nu was al in de maak. De documentaire hielp om concrete stappen te zetten.”
Huyzer en met name de eenheidschef van Midden-Nederland Martin Sitalsing, de enige hoofdcommissaris met een migratieachtergrond, vonden dat dit moment moest worden benut. „Nu moeten we duidelijk maken dat voor racisten definitief geen plaats meer is bij de politie”, aldus Sitalsing.
„De belangrijkste boodschap is nu dat bij schending van artikel 1 van de Grondwet [discriminatie is niet toegestaan] er altijd een sanctie volgt en zo nodig ontslag”, zegt Huyzer. „Die helderheid hebben wij nooit eerder geboden. Soms volgde er alleen ‘een goed gesprek’ na racisme. Elke politiemedewerker weet voortaan dat ontslag kan volgen na racistische opmerkingen. In principe gaan we daarvan uit. De sanctie kan veranderen als er sprake is van ‘lerend vermogen’: is het de eerste keer, wat is de context? Maar uitgangspunt is dat agenten beseffen dat ook roepen als: ‘hee homo’ – ook bij de politie aardig ingesleten – reden kan zijn voor ontslag. Tenzij je duidelijk maakt te begrijpen dat dit echt niet kan en excuses maakt.”
Huyzer zegt dat de politietop zich wel moet afvragen of agenten „voldoende weerbaar” zijn gemaakt om hun werk goed te doen. „Door de enorme capaciteitstekorten stuur je agenten in met name de grote steden af op situaties die zodanig heftig zijn dat het werk ook niet altijd eenvoudig is. Begeleiden we collega’s dan voldoende? Maar racistische uitlatingen kunnen echt niet. Ook niet om stoom af te blazen.”
In 2015 zei toenmalig korpschef Gerard Bouman al dat moslimagenten door collega’s werden uitgesloten en gekleineerd. „Het gif van de uitsluiting sluipt onze organisatie binnen.” Bouman zei dat op politiebureaus agenten tegen elkaar spreken over „die kutmoslims, en dat wij die moskeeën maar in de fik moeten steken, want dan is het probleem opgelost”.
Met die observatie is kennelijk niet veel gedaan. Waarom wordt nu opeens wel nieuw beleid afgekondigd?
„Deze documentaire maakte de pijn heel duidelijk van collega’s die gediscrimineerd worden. Je zag agenten van wie het droomberoep, de passie kapot is gemaakt. Dat komt hard binnen. Het kwam nu heel dichtbij. Bovendien is de leiding zich de afgelopen jaren bewuster geworden van het belang van dit thema. De beelden vielen in een vruchtbare bodem.”
Kan er niet meer worden gedaan om weggepeste collega’s en vertrokken klokkenluiders te helpen terug te keren bij de politie?
„We gaan bij al deze collega’s nog bekijken: wat speelt er nu precies en is het mogelijk ze nog te behouden? Soms kunnen collega’s niet meer terug omdat ze zich niet goed voelen. Misschien later wel.”