Het weekendje weg voor de Saoediër gaat zo: ergens in het onmetelijke Saoedi-Arabië afspreken met familie of vrienden, kleedje uitrollen en de ruim gesorteerde picknickkoffer uitpakken. Eindeloos thee drinken, staren in het landschap, keuvelen tot de maan opkomt en weer ondergaat.
„Kashta, zo noemen we de Saoedische picknick”, zegt veertiger Ali, met drie vrienden neergestreken op een zinderende vlakte aan de voet van de Sarawat-bergen. Daar zakt de zon in de Rode Zee en steekt het verkoelende windje al op. Ali pakt de waterpijp erbij. „We zitten hier tot diep in de nacht. Zet je tentje ook gewoon hier op! Nog een kopje thee?”
Kashta mag populair zijn, het levert de Saoedische economie en schatkist niks op. En dat moet anders. Decennialang zijn olie-inkomsten gebruikt om de loyaliteit van de bevolking af te kopen. Door de bevolkingsgroei – van 6 miljoen in 1972 naar 34 miljoen in 2022 – zijn daar intussen te veel Saoediërs voor. De oliedollars stromen nog altijd binnen, maar de olie raakt onherroepelijk een keer op. Dus nu worden die dollars gebruikt om de economie te hervormen.
Het meerjarenplan Vision 2030 mikt op groei van dat deel van het bruto binnenlands product dat niet uit olie komt. Het moet van 15 procent nu naar 50 procent in 2030. Met nieuwe, duurzame megasteden, de grootste waterstofeconomie ter wereld en andere megaprojecten wil de overheid vooral hightechbanen creëren, om de honderdduizenden jonge Saoediërs die jaarlijks de arbeidsmarkt betreden van werk te voorzien. Ook het toerisme moet groeien: van 5,3 procent nu naar 10 procent van het bbp. Concreet betekent dat: honderd miljoen bezoeken, ruim anderhalf miljoen nieuwe banen en 150 miljard dollar aan inkomsten in 2030.
Met behulp van de pandemie lijkt een eerste horde genomen. Koopkrachtige Saoediërs die de afgelopen veertig jaar de verstikkende religieuze regels ontvluchtten met vakanties naar Dubai, Bahrein, Caïro of het Westen, blijven nu thuis.
Internationale sterren
Sinds kroonprins Mohammed bin Salman in 2017 aantrad en de invloed van de conservatieven terugdrong, heerst in zijn land een liberaler maatschappelijk klimaat. ‘MbS’ is berucht in het Westen vanwege de moord op journalist Jamal Khashoggi, maar binnenslands is de kroonprins vrij populair. De religieuze politie is opgedoekt, vrouwen zitten niet langer thuis opgesloten en de overheid schiep een rijk cultureel aanbod met de introductie van bioscopen, festivals en optredens van regionale en internationale sterren. „Alles is hier nu”, zegt Razan Nasser (27), een jonge hoogopgeleide Saoedische, in een coffeeshop in havenstad Jeddah. „We hoeven nergens meer heen.”
Het binnenlandse toerisme leidde in coronajaar 2021 volgens toerismepromotor Saudi Tourism Authority tot 52 miljoen bezoeken en 836.000 extra banen in de sector. Maar hoelang binnenlandse vakanties de Saoediërs blijven boeien is onzeker. En voor de beoogde honderd miljoen bezoeken moet ook de buitenlandse toerist gelokt worden. De Saoediërs mikken daarbij met ultraluxe accommodaties op high-end-toerisme: bezoeken van de koopkrachtige toerist.
Bedevaartgangers naar Mekka uitgezonderd was Saoedi-Arabië decennialang vrijwel ontoegankelijk voor buitenlandse bezoekers. Sinds kort zijn zij juist uitdrukkelijk welkom in het land. De geheimzinnigheid van het grote land – zo groot als het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland, Frankrijk en Italië samen – trok direct avonturiers. Betaalde influencers volgden snel, en nu helpen makkelijke visaregels en goede accommodaties om de high-end-toeristen te trekken. Die laten zich niet weerhouden door het alcoholverbod of het problematische imago van Saoedi-Arabië, dat een bedenkelijk beleid voert ten opzichte van minderheden. Zo worden politiek actieve sjiieten en openlijke homoseksuelen er vervolgd.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2019/01/roelants-carolien-2-online-artikel.png)
Rotsklimmers
Het toeristisch aanbod is divers. Neem Tanomah, een stadje in de hoge, zuidelijke Sarawat-bergen. De bezoeker waant zich er in de Alpen. Deze voorjaarsochtend is het er een graad of zeven met een striemend buitje. Rond het rommelige kampeerveld verrijzen hoge grijze rotsen. Uit de tentjes kruipen de beste klimmers van het Arabisch schiereiland. Ze malen bonen voor verse koffie, bakken shakshuka, een Arabisch gerecht met als voornaamste ingrediënten tomaat en ei. Een van hen richt zich naar Mekka, dat is hier naar het noorden. „Negen uur, jongens”, zegt Hasan al Harithi (31). „We moeten gaan.”
Brandweerman al Harithi is Saoedisch boulderkampioen. Hij en twaalf andere rotsklimmers verzamelen bij Steve Long, een Britse instructeur die hun komt voordoen hoe ze de toekomstige toeristen moeten leren klimmen.
In Saoedi-Arabië zijn volop rotswanden, en in de koele helft van het jaar kun je er heerlijk klimmen, zegt Arwa Alsantli (29), Saoedisch klimkampioen bij de vrouwen en ook op cursus bij Steve Long. In het dagelijks leven is ze consultant in de Saoedische toerisme-industrie. „We willen geen toerisme zoals in de Verenigde Arabische Emiraten, waar ze de lokale cultuur vergeten zijn”, legt ze uit. „Vooruitgang is niet alleen dat je de hoogste toren ter wereld bouwt. Dit land is zoveel meer. Maar er zijn nog te veel mensen die denken dat Saoedi-Arabië alleen een zandvlakte is waar olie uit opborrelt.”
Dat is deels eigen schuld, zegt historicus Mohammed al-Yami (52). Hij gidst mensen uit alle windstreken langs de mooiste plekjes van Saoedi-Arabië, inclusief de rijkdom aan pre-islamitische beschavingen. Aanvankelijk ging dat moeizaam, omdat de dominante conservatieve ideologen decennialang vrijwel alles verboden. „We leefden veertig jaar in het donker. De radicalen verboden archeologie, alle onderzoek naar oude beschavingen – omdat je anders de kans zou lopen goddeloos te worden. Ik denk: alleen als je cultuur niet sterk genoeg is, loop je dat gevaar.”
Inmiddels kan Al-Yami ongehinderd rondreizen met zijn toeristen. Archeologen van naam graven de laatste jaren intensief naar het rijke verleden. Saoedi-Arabië telt inmiddels tienduizend plekken met archeologische opgravingen en lobbyt bij VN-organisatie Unesco voor erkenning van meer werelderfgoed, stuk voor stuk parels voor toerismemarketeers. Al-Yami: „We leren de geschiedenis begrijpen en brengen die in kaart. Dat trekt toeristen en brengt geld op.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86479230-edc6b2.jpg|https://images.nrc.nl/Ilzqh64ajJbX0AuO-yib5_wJenc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86479230-edc6b2.jpg|https://images.nrc.nl/vNlzFDv1IARNrnoRzyHQ-KoH22o=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86479230-edc6b2.jpg)
Klimlessen.
Foto Nico te Laak
Seculier toerisme
Het toerisme drijft nu nog vooral op Mekka: de jaarlijkse hadj, een pelgrimtocht naar de bedevaartplaats, levert al decennia miljarden dollars op. Marketeers jagen nu ook het seculiere toerisme flink aan. Zo is de Formule 1 naar havenstad Jeddah gehaald, voert de ‘Dakar’-rally door het ganse land, is er een wielertour in het bergachtige noorden, vinden alcoholvrije raves in de woestijn plaats, komen internationale artiesten naar grote festivals. Het Saoedische staatsfonds PIF – gevuld met oliedollars – verandert eilandjes in de Rode Zee in samenwerking met investeerders in ultraluxe wellnesscentra. Eind dit jaar moeten de eerste toeristen er neerstrijken.
In de hoge bergen rond de futuristische noordelijke stad Neom moet een duurzaam en emissievrij wintersportoord verrijzen, voor 700.000 toeristen in 2030. De temperatuur kruipt er in winternachten regelmatig onder nul. Elders in het noorden ontwikkelt het onbedorven stadje Al-’Ula zich sinds 2018 tot trekpleister voor de culturele toerist, die er ongeschonden natuur en het oorspronkelijke Saoedi-Arabië moet aantreffen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83992068-ab3602.jpg)
Het natuurschoon van Saoedi-Arabië is nu al een trekpleister. Langs de steile rotswanden van Wadi Lajab – een groene kloof in het diepe zuiden – klinkt de tropische roep van neushoornvogels en het gekrijs van bavianen. Uit hun metallicblauwe Jeep Wrangler stappen Indiërs Snehil en Sunita Hadani. Beiden werken in Dubai, zo’n 2.000 kilometer rijden naar het zuidoosten. Op hun routeplan staan nog hoofdstad Riyad (1.000 kilometer verderop) en Al-’Ula (nog eens 1.000 kilometer verder), maar nu al zijn ze enthousiast. „Dubai is voor shoppers, Saoedi-Arabië heeft natuur, is uitdagend, echt iets voor ons en we only just scratched the surface! En zo schoon! Spotless!”
Zandhutjes
De Tsjechische Katarina Wrbasova (39) was al in Al Ula, het stadje waarmee Saoedische marketeers graag pronken, maar het stelde haar teleur. „Je kunt er zandhutjes huren, met kampvuurtje en shisha, heel charmant. Maar het is allemaal zo gemaakt en zo duur”, zegt ze bij een kopje thee met drie gastvrije jonge Saoediërs. Ze zitten op een kleedje naast het bergbeekje, waar ze zijn neergestreken voor kashta. „Hier is het echt en authentiek. Ik zou liever hier kamperen!”
„Niet doen”, adviseert Yasser (26), die de Tsjechische nog eens inschenkt. „Je hebt sowieso al die apen hier, die alles stelen. ’s Nachts komen ook nog ’ns de djinns – de geesten – tevoorschijn. Je zult niet slapen.”
Zomaar ergens in Saoedi-Arabië je tentje opzetten is voor toeristen aantrekkelijk en legaal. Maar voor de Saoedische economie is het beter als mensen een hotel boeken, zegt historicus al-Yami. „Je moet de mensen ballonvaarten bieden, yoga, klimtochten. Je moet Mariah Carey invliegen, dan blijven ze een extra nachtje slapen.”
Scepsis over de Saoedische mega-investeringen en kritiek op de ultraluxe – gebruikelijk onder Saoedi-Arabië-watchers en in de Westerse pers – wuift Al-Yami weg. „Ik lees hoe er over geschreven wordt, maar alles is uitverkocht en er wordt goed geld verdiend.”
Ook consultant Arwa Alsantli zucht. „Alsof alles van Vision 2030 gebakken lucht is. Ze geloven niet dat we dat allemaal gaan doen. Dat we het kunnen. Dat we het willen. Maar we zijn een natie van jonge mensen. Het is niet alleen de prins, het is een heel land dat erachter staat.”