Al zijn ze in Nederland niet toegestaan op de openbare weg, de elektrische step rukt op in het straatbeeld. In veel steden zoeven ze al over het fietspad, of – gevaarlijker – over de stoep.
Vanaf 2023 gelden in Nederland soepelere regels voor deze LEV’s, de lichte elektrische voertuigen. Op de Micromobility-beurs die deze week plaatsvond in de Amsterdamse Kromhouthal is al een voorproefje te zien van de elektrische voertuigen die eraan komen. Merken als VanMoof, Segway en Hunter toonden er hun nieuwe producten.
De elektrische step lijkt niet meer te stoppen. Wel kunnen de stepjes die nu rondrijden een stuk slimmer en veiliger worden volgens het Ierse techbedrijf Luna. Oprichter Andrew Fleury demonstreert een step die is uitgerust met camera’s en andere sensoren. De software waarschuwt als de berijder de stoep neemt en voetgangers omver dreigt te rijden. „Je zou het zo kunnen programmeren dat de snelheid dan automatisch vermindert”, zegt Fleury.
Ook handig: een ‘parkeer-selfie’ controleert of je de step wel op de goede plek achterlaat. Dat moet voorkomen dat deelstepjes – zoals je in het buitenland vaak ziet – in de berm gesmeten worden zodra de batterij leeg is.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/08/data75030959-e1378b.jpg)
Brussel was er vroeg bij met elektrische stepjes en fietsen. Met succes, vertelt Pascal Smet – staatssecretaris Stedenbouw voor het hoofdstedelijk gewest Brussel – bij een presentatie. De Belgische hoofdstad legde ook extra fietspaden aan. Het resultaat: minder auto’s en „files van fietsers”, zegt Smet, niet zonder trots. Wel vindt hij dat commerciële aanbieders van deelstepjes te duur zijn voor minima. „Het zou een taak van het openbaar vervoer moeten zijn om deelsteps en deelfietsen aan te bieden voor een redelijk tarief. Net zoals we trein en bus subsidiëren met publiek geld.”
Dure hobby
Micromobility is vooralsnog een dure hobby. Zwitserse forenzen hebben er 9.000 euro voor over om niet met de auto naar het werk te hoeven, zegt een vertegenwoordiger van Miloo, een Zwitserse producent van e-bikes. Hij staat buiten bij de Kromhouthal met The Beast. Het is een fiets met monsterbanden – „om niet klem te raken in de tramrails” – en een dubbele accu. Het voordeel van zo’n stevige fiets is dat automobilisten ’m in het verkeer „respecteren”, zegt een gebruiker.
Voor onervaren gebruikers is een snelle e-bike of e-step risicovol. Je moet berijders een training geven om ongelukken te voorkomen, vinden de producenten. Maar het vergt ook aanpassingen van andere verkeersdeelnemers, die niet altijd kunnen inschatten hoe snel een voertuig zich voortbeweegt. Zeker als Patrick Hagen voorbij zoeft op zijn gemodificeerde Meepo, een elektrisch skateboard. „Mensen weten niet wat ze zien”, zegt hij. „Ik heb ’m aangepast, ik haal nu zeventig kilometer per uur.”
Hagen is sinds kort ambassadeur van het Amerikaanse e-skateboardmerk. Hij rijdt als vijftigjarige wel met volledige bescherming en een helm. En als je een noodstop moet maken? „Dan spring je eraf, net als bij een gewoon skateboard.”
Hagen rijdt bij voorkeur in het park, op rustige plekken. Tot nu toe mogen elektrische voertuigen alleen de openbare weg op als ze als bijzondere bromfietsen zijn goedgekeurd. Vanaf 1 januari 2023 geldt een nieuw toelatingskader. Dan komen lichte elektrische voertuigen (LEV’s) in aanmerking voor goedkeuring door de RDW, verdeeld over vier categorieën. Waar zal de elektrische step rijden? Actiegroep Legaalrijden.nl sorteert alvast voor en adviseert de overheid om de elektrische step te behandelen als een elektrische fiets: tot 25 kilometer per uur op het fietspad, daarboven op de rijbaan, met een helm op.