‘Mooi project”, zegt Gabriel Gomes Barros (22), bewoner van de wijk Bospolder-Tussendijken. Op de achtergrond bonkt vrolijke reggaeton door de muren in wijkgebouw Pier 80 uit het aanpalende zaaltje, waar mensen dansles hebben. In deze ruimte zweten bewoners op sociale initiatieven. „Maar”, vervolgt Gomes Barros, „waarom 1.100 euro onvoorziene kosten én 1.000 voor nog een onduidelijke post?” De anderen aan tafel knikken instemmend.
Gedurende de avond ontpopt Gomes Barros zich tot de financiële man van de groep, zo grappen zijn medebewoners. Van elk plan dat langskomt, bekijkt hij de begroting. Een ander heeft de plannen minutieus doorgenomen, weer een ander let met name op de doelgroep. Ze buigen zich over plannen van sociaal ondernemers voor de jeugd in hun wijk. Onder meer kookles, een hyperlokaal radiostation en bokslessen voor meisjes worden beoordeeld.
„Mijn T-shirt zegt het al: BoTu beslist!”, vertelde projectleider Marleen ten Vergert eerder op de avond bij de introductie aan de bewoners. Ze loopt door Pier 80 alsof het haar eigen woonkamer is: ze groet iedereen persoonlijk en maakt praatjes met mensen die ze nog niet kent.
Ten Vergert, baas van het tienjarig gemeentelijk verbeterprogramma ‘Veerkrachtig BoTu’ in Bospolder-Tussendijken, wilde niet meer dat de ambtenarij besloot wat goed is voor de wijk. „Ik wil breken met het idee dat je als onderzoekers – ambtenaren, wit en hoogopgeleid en niet uit de wijk – beslist óver de wijk. Die mensen spreken allemaal dezelfde taal, maar niet de taal van de wijk. Dat voelde niet goed.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503898-54d412.jpg|https://images.nrc.nl/MG1z05UFzIry5E9jgA084tLMw1k=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503898-54d412.jpg|https://images.nrc.nl/odkGIYvhiNKtoBIpJZ7No0LwRnI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503898-54d412.jpg)
Experimenteren
Daarom is ze gaan experimenteren. Ze werkt voornamelijk met mensen uit de wijk en heeft het budget van haar programma – jaarlijks zo’n 1 miljoen euro – ter beschikking gesteld aan bewoners. Zij mogen zélf beslissen wat met het geld gebeurt. „Ik geef hun het mandaat. Zij weten het beste wat nodig is”, zegt Ten Vergert. „En we praten met ze over wat we wél gaan doen, in plaats van wat er fout gaat. Dat geeft positieve energie, eigenaarschap, controle en regie voor mensen over hun wijk.”
Het is nodig, vindt ze. Ze verwijst naar de lage verkiezingsopkomst in Rotterdam. Haar idee daarbij: „De relatie tussen wat mensen stemmen en wat ze zien gebeuren in de wijk, is onzichtbaar.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/11/data78369055-aa4eb1.jpg)
Dit is de tweede keer dat bewoners bij elkaar komen. En met mooie praatjes alleen kom je er niet, zag Ten Vergert de vorige avond. Bewoners zijn streng. „De vorige keer is bijna alles afgewezen”, lacht ze. Ze verbaasden zich vaak over kosten en zijn kritisch over de haalbaarheid.
Het idee dat bewoners zelf beslissen waar geld naartoe gaat, is nieuw in Rotterdam. Het is een eerste stap naar ‘participatief begroten’, ontstaan in Brazilië. Bewoners uit Porto Alegre kregen geld tot hun beschikking en besloten samen waaraan dat besteed werd. Een groot succes, zegt onderzoeker Yannick Drijfhout van de Erasmus Universiteit.
In de jaren 80 eindigde de militaire dictatuur in Brazilië, vertelt hij. De stad Porto Alegre wilde de democratie en het vertrouwen daarin opbouwen. Gemarginaliseerde groepen met afstand tot de politiek konden door zelf te beslissen waar geld heen ging, meer democratisch participeren, was het idee.
Goed drinkwater
Drijfhout onderzoekt of het in Nederland ook zo succesvol kan zijn als in Porto Alegre. Het is nog spannend, denkt hij. In Brazilië was de vraag van groepen mensen die mochten meebeslissen vaak gericht op bepaalde basisbehoeften. „Het probleem was concreet op te lossen. Denk aan goed drinkwater verzorgen in de wijk.” Rotterdam heeft als stad te maken met problemen die minder eenvoudig zijn te verhelpen, verwacht hij. „Werkt het dan ook?”
De opkomst is vanavond minder groot dan de eerste keer. In de zaal zijn zo’n twintig bewoners en een tiental sociaal ondernemers, die zonder winstoogmerk plannen bedachten om maatschappelijke problemen op te lossen in Bospolder-Tussendijken. „De uitdaging is nieuwe mensen te vinden, in plaats van de usual suspects”, zegt Ten Vergert. „En het liefst willen we meer bewoners laten meebeslissen. We zijn nog aan het nadenken hoe we dat het beste kunnen doen.”
Na een opmerking over integriteit (heb je een belang of ken je één van de sociaal ondernemers, mag je niet meedoen) lezen alle bewoners eerst korte introducties van de plannen. Bewoners kregen ook informatie toegestuurd om zich in te lezen: een begroting en het geschreven plan van de sociaal ondernemers.
De introducties worden beplakt met groene („positief”), gele („ik heb nog vragen”), en rode („ik vind het niks”) stickers. Bewoners denken hardop na.
„Nee, gaat écht niet werken.”
„Nee, wil de doelgroep niet.”
„Nee, bestaat al.”
„Ja! Dat is mooi! Eindelijk aandacht voor meisjes!”
Intussen ijsberen de sociaal ondernemers in stilte rond. Zoals Willemijn Dicke. Die zag veel gele en rode stickers op haar initiatief, een taalproject waarbij niet alleen geleerd wordt, maar ook vrienden gemaakt. „Confronterend”, zegt ze. „Maar ook leerzaam.” Misschien was haar voorstel te technisch.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503871-ee03e8.jpg|https://images.nrc.nl/7Nb9yWj5picqpXZysnEOIAvHjOc=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503871-ee03e8.jpg|https://images.nrc.nl/WmWBqKnmlPwfOBdwIOzyWExK5TE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86503871-ee03e8.jpg)
Na een eerste indruk mogen de bewoners aanschuiven aan een van de drie thematisch ingedeelde tafels. Hier moeten de sociaal ondernemers hun ideeën pitchen. Daarna discussiëren bewoners over de plannen. Doel: een unaniem oordeel.
Hoe zit het met het geld?
Aan een van de tafels zit een professionele gespreksleider van de gemeente. En een door de gemeente betaalde wijkbewoner met expertise op het gebied van sociaal ondernemerschap die zich verdiepte in de plannen. Dat is de projectleider. Bij een tafel met het deelthema jeugd is dat Sherandel Rosa. Hij let ook op het maximaal besteedbare budget. Bewoners kunnen hem desgewenst raadplegen.
Na de pitches vertrekken de sociaal ondernemers en dan begint – onder genot van ministroopwafeltjes, wortels, komkommers, Fanta en Fernandes – de discussie. Bewoners bespreken elk plan gedetailleerd: klopt de doelgroep wel? Wil de ondernemer niet te veel doelen behalen? Kan hij of zij wel omgaan met de doelgroep? En: hoe zit het met het geld? Hoe wordt de begroting onderbouwd?
Over een cultureel project dat ter stemming ligt, klinkt kritiek. Hoe belangrijk ze cultuur ook vinden, het klinkt alsof de gemeente moet meebetalen aan een wervingscampagne voor de ondernemer, vinden de critici. Oordeel: niet toegekend. Al vinden sommigen dat ook lastig. „Ook wel zielig”, verzucht een vrouw die niet met haar naam in de krant wil. „Het gaat niet om hem, hè! We moeten het geld zo goed mogelijk besteden”, probeert Gomes Barros te relativeren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86504000-340338.jpg|https://images.nrc.nl/mOpptzFijANJ7kgqVqgv8BSh7Bo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86504000-340338.jpg|https://images.nrc.nl/e7YumYi-XOlYcH-ezVBSt9XALmY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86504000-340338.jpg)
Bewoners zijn het eens met de opmerking van Gomes Barros over de hoge kosten van het verder leuke project om lokale radio te maken: te vaag. De blikken van de bewoners gaan voorzichtig richting projectleider Rosa. Hij knikt, het viel hem ook op. Advies, daarom: gedeeltelijk toekennen. Het geld voor de concrete posten wel, en voor de ‘vage’ niet. De bewoners gaan daarin mee.
De voorstellen waarover de groepjes geen overeenstemming vinden, gaan aan het eind van de avond terug naar de grote groep. Daar stemmen ze met zijn allen om tot een eindoordeel te komen – dat hoeft niet unaniem te zijn.
Ten Vergert kijkt tevreden toe. „Uiteindelijk voel ik vooral positiviteit door samen te praten en mensen zelf te laten beslissen. Het geeft energie, in plaats van dat het energie zuigt. Ook voor bewoners. Daar gaat het me om.”