De rijksoverheid heeft vanaf 2020 zo’n 158 miljoen euro uitgegeven aan het vorige week opgeheven Multidisciplinair Interventie Team (MIT), dat de zware misdaad zou gaan bestrijden. Dit blijkt uit interne financiële stukken van het ministerie van Justitie en Veiligheid die zijn geopenbaard na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en een aanvullende reactie van het ministerie.
Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yesilgöz (VVD) trok vorige week de stekker uit het MIT, voordat het überhaupt een crimineel heeft weten te arresteren. Het MIT moest een nieuwe superopsporingseenheid worden waarin politie, douane, marechaussee, de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) en het Openbaar Ministerie zouden samenwerken.
De oprichting van het MIT werd in oktober 2019 aangekondigd door toenmalig Justitie-minister Ferd Grapperhaus (CDA) en vormde het belangrijkste onderdeel van het ‘breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit’ dat Grapperhaus naar aanleiding van de moord op de Amsterdamse advocaat Derk Wiersum lanceerde.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data66570523-37f0e6.jpg)
Bij het MIT zouden vierhonderd personen gaan werken. Zij zouden zich richten op het opsporen en ontmantelen van criminele netwerken en „het aanpakken van sleutelfiguren”. Op het MIT klonk felle kritiek, onder meer omdat het nieuwe misdaadbestrijdingsteam met bestaande opsporingsdiensten zoals de landelijke recherche zou concurreren.
Als Kamerlid liet Yesilgöz regelmatig weten zorgen te hebben dat het MIT bestaande opsporingsteams zou „leegtrekken”. Criminoloog Cyril Fijnaut noemde de oprichting van het MIT „het domste plan in de geschiedenis van de Nederlandse politie”.
Het domste plan in de geschiedenis van de Nederlandse politie
Cyril Fijnaut criminoloog
Vorige week maakte minister Yesilgöz een „koerswijziging” bekend. Zij achtte het gezien de grote problemen op het vlak van zware misdaad en ondermijning „ noodzakelijk om over te gaan naar een model waarin resultaten worden geboekt’’.
Het MIT, waar op dit moment honderd personen werken, verdwijnt deze zomer. Daarmee blijft bestrijding van zware misdaad bij de reeds bestaande opsporingsdiensten liggen. Wel komt met ingang van 1 juli een nieuwe instantie, de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC), waarin de bij het MIT betrokken partijen inlichtingen zullen delen.
‘Geen weggegooid geld’
In de periode 2020 tot en met 2022 heeft de rijksoverheid in totaal 158 miljoen euro aan het MIT uitgegeven, blijkt uit de interne financiële documenten en een reactie van het ministerie. Van dat bedrag is zo’n 90 miljoen euro direct aan het MIT besteed. De overige tientallen miljoenen waren voor het versterken van de politie, OM en andere ‘moeder-organisaties’ van het MIT. Het geld is besteed om de effecten van de MIT-oprichting te kunnen ondervangen, zoals het werven van nieuw personeel nadat medewerkers naar het MIT overstapten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77693501-480c12.jpg)
Hoewel de superopsporingseenheid verdwijnt, zijn de MIT-miljoenen volgens het ministerie van Justitie „geen weggegooid geld”. Zo is het geld gebruikt voor de opbouw van het samenwerkingsverband tussen politie, douane, marechaussee, FIOD en OM dat zal voortleven in het nieuwe NSOC. Ook is met de MIT-miljoenen een „multidisciplinair datacentrum” gebouwd.
Voor het MIT was vanaf 2023 jaarlijks een bedrag van 93 miljoen euro begroot. Het ministerie verwacht dat de komende weken duidelijk wordt hoeveel van dat geld naar het nieuwe NSOC overgaat en welk bedrag de politie en andere betrokken organisaties ontvangen voor de aanpak van zware misdaad en ondermijning.