‘Anaal?’ Verscheidene keren kreeg actrice Ella Kamerbeek dat berichtje via Tinder, van verschillende afzenders: vijf letters en een vraagteken, verder niets. „Niet eens het respect om een gesprek te beginnen. Nee, ik heb een dikke kont, dus willen ze anaal.”
De komende maanden speelt Club Lam de korte festivalvoorstelling Lourdes, over het perspectief van een eenzame vrouw in een wereld waarin dun zijn de norm is. Het onderwerp gaat haar aan het hart, vertelt Kamerbeek in de repetitiestudio in Utrecht. Zelf is ze ook vaak eenzaam, en het is moeilijk om dat bespreekbaar te maken. Zeker als mensen dat direct koppelen aan haar gewicht. „Ik heb het idee dat mensen vaak denken: jij bent dik dus je bent lui en onaantrekkelijk, niemand zit op jou te wachten. Dat komt wel aan.”
Kamerbeek studeerde in 2018 af aan de Utrechtse toneelschool. Samen met haar klasgenoten Marloes IJpelaar, die de tekst voor deze voorstelling scheef, en Ayla Çekin Satijn (onder andere Anne+) vormt ze sindsdien een theatercollectief dat het vrouwelijk perspectief steviger in kunst wil verankeren. Dat doen ze met name door historische verhalen te hervertellen vanuit vrouwelijk narratief. Ze namen eerder onder meer romanpersonage Lolita en koningin Marie-Antoinette onder handen.
Clichébevestigende rollen
Dit keer vormt de heilige Bernadette van Lourdes losjes de inspiratiebron, vertelt Kamerbeek. „Bernadette staat voor mij voor een weggedrukte stem. Ze is heel lang niet serieus genomen, en toen Lourdes eenmaal een commercieel succes bleek, is ze meteen in een klooster weggestopt.” Het personage in de voorstelling, geregisseerd door Deniz Campinar, is een soort hedendaagse millennial-variant van Bernadette. Ook een ongehoorde stem, die bingewatchend de dagen doorkomt en steeds ongelukkiger wordt.
Met hun collectief verzetten de makers zich tegen clichébevestigende vrouwenrollen in het theater. En dat is nodig, want al op de toneelschool viel het hen op: vaak kreeg Kamerbeek de rol van moeder of verzorger toebedeeld, terwijl IJpelaar werd gecast als de hoer of het gewillige meisje. IJpelaar: „Typecasten is niet verkeerd, maar wel als het een beperkt beeld van de vrouw oplevert, haar reduceert tot één eigenschap.” Ze herinnert zich een scène waarin Kamerbeek over de grond rolde en niet meer omhoog kon komen. „De hele zaal lag plat van het lachen. Ik moest ervan huilen. En ik was boos, ook op Ella. Ik zei: zie je niet wat je nu doet? Je bent jezelf aan het verloochenen.” Kamerbeek: „Waarom ik dat deed, is vooral omdat het een lach opleverde. Dat is fijn, zeker als jonge actrice. Het is verleidelijk daarop in te spelen, maar het houdt ook iets in stand.”
Zelfverloochening
In de voorstelling legt Kamerbeek uit dat haar fysieke aanwezigheid per definitie een politiek statement is, zonder dat ze daar bewust voor kiest. „Ik strijd voor body neutrality - van mij mag iedereen eruitzien zoals-ie wil – maar omdat ik er zo uitzie, kán ik ook bijna niet anders. Maar ik heb niet altijd zin om ermee bezig te zijn. Zelf vergeet ik vaak dat ik dik ben. Ik voel me heel vaak goed in mijn lijf en ja, soms ook niet.”
Ze hopen met deze voorstelling publiek aan te zetten „de mens achter het uiterlijk” te zien, vertelt IJpelaar. „Uitstijgen boven uiterlijke kenmerken, dat is eigenlijk altijd de belangrijkste drijfveer van ons werk. Als je een uiterlijk ziet, hang je daar meteen allerlei kenmerken aan: mooi is dom, dik is ongezond of onaangepast. We zijn ons aan het bevrijden van kaders waarin we niet meer passen.” Vrouwen hebben daar doorgaans meer last van dan mannen, denkt ze. „En tegen al die witte, heteroseksuele mannen die zich nu ook ineens in een hokje vastgezet voelen en bekneld voelen, zou ik willen zeggen: ga je vooral ook bevrijden.”