Reportage

Tuinbezitter heeft ook zorgplicht: voorkom dat de stad overstroomt

Amsterdam | Rainproof Coaches Ook Amsterdam zal vaker geteisterd worden door hoosbuien en droogte. Groene tuinen kunnen helpen de stad gezond te houden. Een Rainproof Coach kan ter plekke komen kijken welke maatregelen een tuin nodig heeft.

Foto Olivier Middendorp

Op 28 juli 2014 werd Amsterdam verrast door een hoosbui. Delen van de A10 werden afgesloten, Schiphol moest vluchten annuleren en openbare gebouwen overstroomden. Een foto ging viraal: een man op een knaloranje luchtbed, zonnebril op zijn hoofd, dobberend in de overstroomde straten van de Rivierenbuurt.

Hoosbuien als deze zullen steeds vaker voorkomen, waarschuwt Rainproof Amsterdam, een samenwerkingsverband tussen Waternet en de gemeente Amsterdam om de stad bestand te maken tegen extremere weersomstandigheden. Deze maand zijn ‘Rainproof Coaches’ van start gegaan in de Rivierenbuurt om bewoners te adviseren hoe zij hun tuin het beste kunnen inrichten, zodat regenwater slim opgevangen en hergebruikt kan worden.

En dat is geen overbodige hulp. Aanhoudende droogte, nieuwe hitterecords of zware stormen lijken niet meer de uitzondering. Klimaatverandering maakt het Nederlandse weer extremer. Zowel de frequentie als de intensiteit van droogte, hitte en neerslag zal toenemen. Volgens het KNMI is het aantal dagen waarop een grote bui viel bijna verdubbeld in de laatste 50 jaar. Een warmere atmosfeer kan namelijk meer waterdamp bevatten, waardoor buien zwaarder worden.

Voor elke graad die het klimaat opwarmt, neemt de kans op een extreme hoosbui tussen de 5 tot 10 procent toe. In steden waar asfalt, beton en stenen het oppervlak afschermen, wordt hitte vastgehouden en kan het water juist geen kant op. Amsterdam staat voor een uitdaging: niet alleen moet de stad zich voorbereiden op steeds vaker voorkomende hoosbuien, het water moet ook nuttig hergebruikt worden ten tijde van droogte.

Plassen in Rivierenbuurt

Anne Houtman woont al 25 jaar in een benedenwoning in de Rivierenbuurt. In die tijd heeft ze het weer steeds extremer zien worden. Ze kan zich de man op zijn luchtbed nog goed herinneren. Terwijl hij ronddobberde, klotste het water onder haar voordeur door. Als het hard regent, blijven er grote plassen in haar achtertuin staan. „Soms denk ik: het zal toch niet zo erg worden dat het ook vanuit de tuin naar binnen stroomt?”

Houtmans tuin is de eerste die ‘Rainproof Coach’ Tim Kuis bezoekt tijdens dit pilot-programma. Kuis is één van de zes coaches die Rainproof en Natuur & Milieuteam Zuid hebben opgeleid om bewoners te adviseren hoe ze hun tuin ‘klimaatadaptief’ kunnen maken. Hoe ze met kleine aanpassingen de tuin minder kwetsbaar kunnen maken voor de effecten van een veranderend klimaat. De pilot richt zich eerst op de Rivierenbuurt, een van de grootste risicogebieden van Amsterdam. De buurt is versteend, het riool is verzakt. De gemeente voert werkzaamheden uit om de waterafvoer te verbeteren.

Maar ook achter de voordeur moet het water een plek krijgen. Met zijn laarzen, blauwe Rain-proof-tuinbroek en lange haar in een laag knotje stapt Kuis de tuin binnen. Zijn ogen dwalen gelijk af naar de tegels, die de gehele tuin bedekken. Daar gaat geen druppel doorheen.

Foto Olivier Middendorp

De tuin van Houtman, van zo’n 30 vierkante meter, is een gezellige verzameling van potplanten en houten tuinmeubilair. Een grote parasol schermt de boel af. Een schuur verdeelt de tuin in een L-vorm. Kuis inspecteert alle hoeken om te zien hoe de waterstromen lopen. Hij gaat op een wiebelig stoeltje staan en controleert de regenpijp, waar het water van de halve straat door wordt afgevoerd. Houtman, wier slaapkamer zich onder de regenpijp bevindt, klaagt over het geluid tijdens grote buien. „Het lijkt net alsof ik onder de Niagara Falls probeer te slapen als het regent.”

Kuis heeft meteen adviezen klaar: een kleine regenton zou helpen water op te vangen. Een pergola of een kleine fruitboom is een slimme manier om hitte te weren. De schuur is een mooie plek voor een sedumdak vol vetplantjes. Een regenpijp kan van de schuur worden afgekoppeld zodat het water kan worden geborgen onder het tuinmeubel. En de planten die nu verspreid door de tuin in potten staan, moeten eigenlijk in de volle grond. Veel regenwater verdwijnt direct in het riool, zegt Kuis, en dat is zonde. „Potplanten krijgen schoon drinkwater, in de zomer zelfs dagelijks. Dat is twee kanten op niet zinvol.”

In de tuin van Anne Houtman in de Rivierenbuurt bekijkt Rainproof Coach Tim Kuis de mogelijkheden om deze minder kwetsbaar te maken voor wateroverlast. Foto Olivier Middendorp

Een miljard schade in Kopenhagen

De afgelopen tien jaar is het stadsbestuur zich steeds bewuster geworden van klimaatuitdagingen. De wake up call kwam in 2011, toen een wolkbreuk 150 millimeter uitstortte over Kopenhagen. Eén millimeter regen komt overeen met een liter water per vierkante meter. Een flinke bui zorgt normaal gesproken voor zo’n 10 millimeter. De omvang van de stortbui in de Deense hoofdstad is te vergelijken met een volle badkuip – 150 liter – per vierkante meter. De schade liep op tot een miljard euro. Het Amsterdamse stadsbestuur schrok: het klimaat van de stad komt overeen met dat van Kopenhagen. Zo’n hoeveelheid water zou net zo goed op Amsterdam terecht kunnen komen.

Plekken in Amsterdam die kwetsbaar zijn voor overstromingen.

Een stresstest volgde, om de zwakke plekken te lokaliseren. Virtuele stormen werden losgelaten op de stad. Het resulteerde in de ‘Regenwaterknelpuntenkaart’, die de risicogebieden van de stad markeert. Niet alleen de Rivierenbuurt kleurde rood, ook de laaggelegen Bellamystraat is een probleemgebied omdat deze functioneert als een putje: grote hoeveelheden regenwater vanuit de omgeving stromen er naartoe. De Javastraat is ook een zwakke plek, de winkelpanden liggen lager dan de straat. En aan de De Lairessestraat en de Van Baerlestraat zijn veel kwetsbare souterrains.

Stresstest

De stresstest en de stortbui in 2014 zorgden voor meer bewustwording en de oprichting van Rainproof Amsterdam. De gemeente besloot dat klimaatadaptatie meegewogen moet worden bij alle bouwwerkzaamheden en elk renovatieproject, zodat de stad geleidelijk klimaatbestendig wordt. In stadsdeel West is zelfs in het bestemmingsplan opgenomen dat binnentuinen maar voor de helft verhard mogen zijn, de andere helft moet ruimte bieden voor groen. Op andere plekken wordt het riool zelf aangepast, zoals in de Rivierenbuurt in Zuid.

„Normale buien worden weggesluisd door het riool en de grachten, maar op extremen is de stad nooit ingericht”, zegt Daniel Goedbloed, programmamanager bij Rainproof. Het riool kan 20 millimeter per uur afvoeren. Met een regenbui van 50 millimeter of meer raakt het overbelast. Toch is overal het riool vergroten niet de oplossing, aldus Goedbloed. „Dat is ontzettend duur en monofunctioneel, je loodst het water alleen zo snel mogelijk de stad uit.” Het water zou juist gebruikt moeten worden om de stad te vergroenen, leefbaarder te maken en verweer te bieden tegen een andere klimaatuitdaging: droogte. En dus moet er meer plek komen voor begroeiing, meer slimme daken en andere ingenieuze manieren om water te bergen, bijvoorbeeld onder trambanen.

‘Iedereen heeft zorgplicht’

Het probleem kan niet alleen in de publieke ruimte worden opgelost, zegt Goedbloed. Volgens hem heeft „iedereen een zorgplicht” om de stad regenbestendig maken. De gemeente is verantwoordelijk voor publiek terrein, huisbezitters en bedrijven zijn dat voor hun privéterrein. Navraag leert dat Amsterdam ongeveer 133.000 tuinen kent, met een totaal oppervlakte van circa 12,5 miljoen vierkante meter, een oppervlakte van zo’n tweehonderd voetbalvelden. Tijdens de pilot in de Rivierenbuurt dit voorjaar zullen Rainproof Coaches dertig buurtbewoners bezoeken om een advies uit te brengen over hun tuin. Na de zomer hoopt de organisatie het programma uit te breiden naar andere stadsdelen.

Volgens Marjolein van Esch, universitair docent bouwkunde bij de TU Delft, moet de rol van tuinen in het klimaatbestendig maken van de stad niet worden onderschat. „Ik pak er vaak een plattegrond bij van steden om te laten zien hoeveel oppervlakte van de stad in privébezit is. Dat is ontzettend veel, vaak 50 procent of meer. Als iedereen íéts doet, heeft dat ontzettend veel invloed.”

Steden vormen het grootste risico voor een veranderend klimaat, volgens Van Esch, omdat een grote hoeveelheid mensen op een klein oppervlakte woont en er veel gevoelige infrastructuur is. Het Climate Action Programme van de TU Delft, waar Van Esch leiding geeft aan het onderzoeksthema klimaatadaptatie, buigt zich over verschillende vraagstukken: van klimaatadaptief bouwen tot het risico van de stijgende zeespiegel en hittestress in de stad. „Mensen realiseren zich pas sinds kort dat alleen inzetten op ‘mitigatie’ – het terugdringen van CO2-uitstoot – niet voldoende zal zijn. Als we kijken naar het recentste klimaatrapport van de VN, verandert het klimaat nog sneller dan we al dachten.” De tijd dringt, volgens Van Esch, en de oplossing moet integraal gezocht worden. Zowel tuinen als daken, de private en publieke ruimte, burgers en beleidsmakers: alle beetjes helpen.

Foto Olivier Middendorp

Nadat de Rainproof Coach de tuin van Houtman tot in detail in kaart heeft gebracht, drinken ze nog een glaasje water na. „Ik heb wel eens gedacht: ik leg hier gewoon een boot neer en als het zo ver is, ga ik er vandoor,” zegt Houtman. Kuis: „Als een soort Ark van Noach?”. „Ja, zoiets”, zegt Houtman, half grappend. De adviezen van Kuis hebben haar weten te overtuigen. Ze gaat de tuin aanpakken: wat tegels eruit en meer groen erin. Misschien is de Ark van Noach dan toch niet nodig.

Lees ook: De hoosbui verdwijnt in een fietsenstalling: steden sturen op het veranderende klimaat

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.