Zijn brood haalt Michiel Majoor tegenwoordig ergens anders. Bij de plaatselijke bakker steeg de prijs mede door de hoge inflatie fors. „Vier euro, voor een brood! Dat kan ik best betalen, maar op een zeker punt wordt het een principekwestie.” Voor brood gaat Majoor daarom nu naar de markt. Daar is het 1,25 euro goedkoper.
Verder merkt bedrijfseconoom en vastgoedadviseur Majoor (37) maar weinig van de stijgende prijzen in het dagelijks leven. Hij woont met zijn vrouw en twee jonge kinderen in Oostzaan, ze kochten hun huis in 2014. Zijn auto is van de zaak, hij kreeg er een tankpas bij. Ze hebben nog een tweede auto, maar die gebruiken ze een stuk minder sinds het gezin twee elektrische fietsen kocht.
Majoor en zijn vrouw horen met een gezinsinkomen van rond de drie keer modaal tot de inkomensgroep die over het algemeen niet ernstig lijdt onder de stijgende prijzen. Een modaal jaarinkomen ligt rond de 38.000 euro bruto; dan moet je doorgaans goed op je uitgaven letten.
Van de Nederlandse huishoudens heeft bijna 45 procent een inkomen boven de 50.000 euro bruto per jaar, weet het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ruim 20 procent van de huishoudens heeft een jaarinkomen van meer dan 100.000 euro.
Hogere huren, hogere brandstofprijzen, duurdere boodschappen: ook deze beter verdienende huishoudens krijgen er mee te maken. Maar zij hebben over het algemeen de financiële ruimte om het op te vangen.
Majoor zal bijvoorbeeld nog wel een hoge energierekening krijgen. Elk jaar wisselt hij van energieleverancier; normaal gesproken een goede strategie vanwege de eenmalige overstapkorting die je dan krijgt. In augustus loopt zijn contract af. Het is nog spannend wat voor energieprijzen hij daarna voorgeschoteld krijgt. „Het is niet prettig, maar ik maak me er geen zorgen om. We hebben een energiezuinige woning.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86262499-48a7e4.jpg|https://images.nrc.nl/IFu6rA82Pa9HX0l2-WRrCNQg3xM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86262499-48a7e4.jpg|https://images.nrc.nl/Tvaty2kzCeNwF4lUsodPxvYmMIg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data86262499-48a7e4.jpg)
Majoor (37) merkt in het dagelijks leven nog niet zo veel van de stijgende prijzen.
Foto Annabel Oosteweeghel
Variabel energiecontract
Ook Georg Jaspers (27) wordt straks waarschijnlijk met een fors hogere energierekening geconfronteerd. Hij heeft een variabel contract en is „een beetje bang voor de afrekening in september”. Aan de andere kant: „We stoken nauwelijks. En ik heb een spaarpotje.”
Verder merkt Jaspers, leider van een salesteam bij softwarebedrijf Lucid, weinig van de inflatie. Hij heeft een koophuis in Haarlem en een elektrische leaseauto van de zaak. Samen met zijn vriendin verdient hij rond de vier keer modaal. Zijn grootste kostenpost? De crèche waar zijn éénjarige zoontje vijf dagen per week naartoe gaat. Of zijn boodschappen duurder zijn geworden, weet hij eigenlijk niet eens. „Ik print altijd het korte bonnetje – beter voor het milieu.”
Jaap Overbeek uit Kudelstaart, gemeente Aalsmeer, heeft meer geluk met zijn energierekening. Hij sloot in 2020 een contract voor drie jaar. „Hopelijk zijn de prijzen straks wat gezakt. Maar ik had het voorrecht in de loop der jaren het huis zodanig te kunnen isoleren dat ik alsnog niets te klagen zou hebben.”
Overbeek (71) werkte als fiscaal jurist en verdiende drie keer modaal. Nu heeft hij een „goed pensioen” waarmee hij om en nabij hetzelfde binnenkrijgt. Hij is voorzitter van Rotary Aalsmeer-Uithoorn, een club voor bemiddelde filantropen. Hij merkt dat de leden weinig zorgen hebben over de inflatie. „Het zijn veelal mensen uit het zakenleven, die de mogelijkheid hebben onbezorgd te leven. Dat het leven duurder wordt, is op de club nauwelijks voelbaar.”
Liever Aldi dan Albert Heijn
Mensen met een hoog inkomen hebben de ‘luxe’ dat vooral persoonlijke voorkeuren – niet noodzaak – bepalen hoe ze met een duurdere wereld omgaan. Dat zegt Eva van den Broek, als gedragseconoom werkzaam voor Behavioural Insights, een adviesbureau voor bedrijven en overheden. „Als je toch al elke dag eten laat bezorgen en niet naar de supermarkt gaat, zul je daar waarschijnlijk weinig aan veranderen. Maar ook sommige vermogenden letten in de supermarkt op de prijzen, en die zullen dat nu nog meer gaan doen.”
Zijn vrouw, vertelt Overbeek, komt uit een gezin „waar op de kleintjes gelet moest worden”. Zij gaat nu ook liever naar de Aldi dan naar de Albert Heijn, en koopt vooral producten in de aanbieding. „Dat verdwijnt niet”, zegt hij, „al is het niet meer nodig.”
Ze bevinden zich in een luxepositie, zeggen Majoor, Jaspers en Overbeek. En dat leidt soms tot enig ongemak. Zeker als de media verhalen over mensen die wél hard geraakt worden of zelfs helemaal niet meer kunnen rondkomen.
Overbeek komt via zijn vrijwilligerswerk bij een ouderenbond regelmatig in contact met mensen met „een smalle beurs”. Via de bond helpt hij mensen door „het oerwoud van gemeentelijke voorzieningen” navigeren, zoals bij het aanvragen van bijstand of een energietoeslag. Hij ziet dat sommigen het financieel zwaarder hebben. „Laatst kreeg ik een onverwacht belletje uit het dorp. Dat was iemand die het voorheen niet heel slecht had. Nu kan hij zijn energierekening niet meer betalen en gaat hij energietoeslag aanvragen.”
Majoor: „Het knaagt wel. Wij hebben geluk gehad: we kochten op het juiste moment een huis en hebben toevallig vorig jaar onze hypotheek nog naar een gunstige rente omgezet.” Hij zit „toevallig aan de goede kant van de medaille”, zegt Majoor. „Maar het betekent ook dat anderen aan de slechte kant zitten. Die tweedeling in de samenleving vind ik echt zorgelijk.”