Wie heeft er baat bij het extra cultuurgeld?

Herstelplan cultuur Dat er 170 miljoen euro bijkomt voor cultuur was in december al bekend. De staatssecretaris presenteert nu de eerste invulling ervan.

Staatssecretaris Gunay Uslu nodigde premier Mark Rutte uit voor een theateravond van Sanne Wallis de Vries.
Staatssecretaris Gunay Uslu nodigde premier Mark Rutte uit voor een theateravond van Sanne Wallis de Vries. Foto ANP / Ramon van Flymen

1Staatssecretaris Gunay Uslu schreef maandag dat er 170 miljoen euro voor cultuur bij komt. Reden tot feest?

Nee en ja. In het regeerakkoord stond al dat deze regering structureel 170 miljoen meer zou uitgeven aan cultuur. Dat was afgelopen december reden voor voorzichtig feestelijke nieuwskoppen omdat het de eerste keer was dat het cultuurbudget substantieel omhoog ging na de enorme bezuiniging van 200 miljoen euro onder Rutte I (2010-2012). Het Rijk geeft nu ieder jaar ongeveer 1 miljard euro uit aan cultuur, minder dan 0,3 procent van de rijksbegroting. Provincies en gemeenten investeren samen 2,3 miljard euro.

2Waar ging de brief van de staatssecretaris wel over?

De brief die Uslu maandag naar de kamer stuurde ging over de besteding van het extra geld uit het regeerakkoord, het was niet een nieuwe toezegging van meer geld. Voor dit jaar gaat het over 135 miljoen euro. Daarvan wordt 122 miljoen uitgetrokken voor het herstelplan dat Uslu gisteren bekend maakte. Dertien miljoen gaat naar andere plannen uit het regeerakkoord.

Er was eerder wel de hoop dat er extra herstelgeld kwam, bovenop de structurele verhoging van de cultuuruitgaven. Vooral omdat er veel Europees geld beschikbaar was voor herstel ná de corona-pandemie. Toen eind maart het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan naar de Kamer ging bleek al dat er geen apart herstelfonds voor cultuur kwam.

3 Wat staat er in het herstelplan?

Zonder cultuur wordt het leven schraal, dof en bleek, schrijft Uslu. Ze constateert dat de toekomst van de sector onder grote druk heeft gestaan en dat het „op z’n zachtst gezegd nog altijd een uitdagende tijd” is. Het culturele leven komt hier en daar langzamer op gang dan gehoopt. De staatssecretaris wil vijf dingen: de herstart bevorderen (29 miljoen), de arbeidsmarkt versterken (10 miljoen), ondersteuning van (jonge) makers (42,5 miljoen), cultuur voor en door jongeren bevorderen (22 miljoen) en innovatie verder helpen (18,6 miljoen).

4 Wat vindt de sector van het herstelplan?

Er wordt in het algemeen positief gereageerd. Jeroen Bartelse, directeur van TivoliVredenburg en lid van de Taskforce culturele en creatieve sector, die de afgelopen jaren met het ministerie overlegde over de coronacrisis, vindt het een goed en evenwichtig pakket maatregelen. „Er is goed geluisterd naar de sector en er is steun over de hele breedte.” Hij prijst de aandacht voor jongeren: er komt zowel steun voor aanbod voor jongeren als voor mogelijkheden zelf mee te doen.

Wel heeft Bartelse reserves over de uitvoerbaarheid. „Het is belangrijk dat het geld nu gaat rollen, we zitten in een periode van herstel en hebben het nú nodig. Maar tussen het opstellen van een brief met voornemens en uitvoering zitten vaak weken, soms maanden.” Als voorbeeld noemt hij het geld voor nieuwe producties en drama. „Het duurt even voordat is uitgewerkt wie dat krijgt, en tegen welke voorwaarden.” En Bartelse had ook gehoopt op een soort matchingsregeling voor gemeenten en provincies, die uiteindelijk het grootste deel van het cultuurgeld ophoesten. „De gemeenten maken nu hun coalitie-akkoorden, en als ze een herstelplan voor cultuur maken zou het rijk dat hebben kunnen belonen.”

5 Uslu zegt vooral makers te willen steunen. Lukt dat met dit plan?

Het plan voorziet vooral in indirecte steun voor makers, door investering in cultuur te vereenvoudigen, en door geld beschikbaar te stellen aan vrije podiumproducenten en onafhankelijke filmproducenten. Zo wil Uslu helpen de „opdrachtenstroom op gang te brengen”. Alleen beginnende makers die door de corona-impasse hebben stilgestaan, krijgen rechtstreeks geld, bijna 10 miljoen euro. De rijkscultuurfondsen gaan dat verdelen, in samenwerking met de kunstopleidingen.

Peter van den Bunder van de kunstenbond had liever gezien dat aan het geld voorwaarden waren verbonden voor goede tarieven en andere afspraken voor makers. „Geld dat naar producenten gaat, slaat niet automatisch neer bij makers, is gebleken. Als je een impuls geeft is dat hét moment dat je ook een sturend mechanisme kan introduceren.”

6 Waarom zit er in het herstelplan betrekkelijk weinig geld voor de aanpak van de arbeidsmarkt, terwijl is gebleken dat juist die niet goed functioneert?

De staatssecretaris zegt dat ze later, op Prinsjesdag, met een uitgewerkt plan komt voor de arbeidsmarkt. Daarin wil ze samen optrekken met de minister van Sociale Zaken. Het probleem dat in de culturele sector speelt – de kwetsbare positie van zzp’ers – is voor veel meer sectoren relevant. Van den Bunder prijst de samenwerking met Sociale Zaken. Dat zou voor de hand moeten liggen, zegt hij, maar is uitzonderlijk. „De pilots die ze aankondigt liggen in de lijn van de plannen die worden gemaakt voor de gehele arbeidsmarkt. Wel is het eigenlijk raar dat er cultuurbudget wordt gebruikt voor het oplossen van algemene arbeidsmarktproblemen.”