RIVM: eet zo min mogelijk vis uit de Westerschelde

Vervuiling De Westerschelde is zo vervuild met chemische PFAS dat het RIVM afraadt vissen en schaaldieren te eten uit dat water.

Een kotter op de Westerschelde met netten uit.
Een kotter op de Westerschelde met netten uit. Foto Flip Franssen/ANP

Eet zo min mogelijk vis, garnalen, mosselen en oesters uit de Westerschelde, zo adviseert het RIVM op basis van uitgebreid onderzoek naar PFAS in deze vissen en schaaldieren. De zeegroente lamsoor kan nog wel regelmatig worden geconsumeerd. De waarschuwing is vooral gericht aan hobbyvissers, commerciële vissers zijn haast niet actief in de Westerschelde.

PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) is een verzamelnaam voor chemische stoffen die worden verwerkt in een variëteit aan dagelijks gebruikte producten, van kleding en meubels tot pannen en schoonmaakmiddelen. Bij lage blootstelling kunnen ze al schadelijk zijn voor de gezondheid; schade aan het immuunsysteem bij kinderen, leverschade, beïnvloeding van het cholesterolgehalte en vormen van kanker. De hoge concentraties PFAS in de Westerschelde zijn afkomstig van lozingen via het afvalwater van bedrijven, onder meer 3M in Antwerpen.

Eén keer zeebaars

Het RIVM heeft berekend hoe vaak een volwassene met een gewicht van zeventig kilo zelfgevangen producten uit de Westerschelde kan consumeren zonder er schade van te ondervinden. Vaak is dat niet: als de meest veilige norm wordt aangehouden, kan een grote portie bot slechts twee keer per jaar worden genuttigd. Voor zeebaars is dat slechts één keer per jaar en voor spiering twee keer. Oesters en mosselen kunnen zeven keer per jaar veilig worden gegeten. Garnalen vijf tot zes keer. De marges zijn niettemin groot; door „onzekerheden” bij de bemonstering kunnen de veilige grenzen ook soepeler uitvallen.

Voor de commerciële visserij is de drukbevaren Westerschelde van ondergeschikt belang, zodat kopers van vis, garnalen, oesters en mosselen in de winkel weinig hoeven te vrezen voor verhoogde gehaltes PFAS. Wel krijgen Nederlanders deze stoffen ook al via ander voedsel en drinkwater binnen, zelfs meer dan de veilig geachte norm. Des te meer reden, aldus de onderzoekers van het RIVM, om niet óók nog zeevruchten uit de Westerschelde te eten.

De kans is „eigenlijk nul” dat je in de winkel meermaals een vis treft met het hoogste gehalte PFAS, stelde Anton Rietveld, hoofd van de afdeling voedselveiligheid van het RIVM, dinsdag tijdens de presentatie van het onderzoek. „De gehaltes in vis en schaaldieren uit met name de Westerschelde zijn acht tot tien keer hoger dan in de producten die je in de winkel koopt. Het is veiliger om vis uit de winkel te eten dan zelfgevangen vis.”

Het onderzoek bevestigt een drie maanden geleden verschenen ‘verkennende risicobeoordeling’ van het RIVM. Toen al werd op basis van bestaande studies geconcludeerd dat consumptie van zelfgevangen bot of garnalen uit het oostelijke gedeelte van de Westerschelde al bij zeer lage consumptiehoeveelheden leidt tot een overschrijding van de gezondheidskundige grenswaarde van PFAS.

Binnen de Europese Unie is Nederland een van de landen die ijveren voor een verbod op het gebruik van PFAS in „niet-essentiële producten”.