In het Arnhemse poppodium Luxor Live lijken GroenLinks en de PvdA maandagavond al bijna gefuseerd. De partijlogo’s zijn samen geprojecteerd naast het podium, vrijwilligers van beide partijen staan gebroederlijk naast elkaar in de eigen felgroene en felrode shirts. Van zowel GroenLinks als PvdA zijn 150 leden uitgenodigd, officieel om te praten over „de toekomst van links, en hoe samenwerking daarin past”. Als de gastvrouw de zaal vraagt wie van de aanwezigen zich als ‘groen’ ziet gaan bijna alle handen omhoog. Dat gebeurt eveneens bij de vraag wie zich ‘rood’ voelt. Pas bij ‘donkergroen’ blijven meer handen omlaag, vermoedelijk van PvdA-leden.
PvdA en GroenLinks kwamen maandag samen omdat in beide partijen de discussie over nauwere samenwerking of zelfs een fusie de afgelopen weken is opgelaaid. Bij de PvdA gebeurde dat na de leiderschapswissel tussen Lilianne Ploumen en Attje Kuiken in april. GroenLinks-leider Jesse Klaver stond maandag in Arnhem voor het eerst met Kuiken op een podium.
Klaver én Kuiken deden hun best het ‘F-woord’ te vermijden – ze spraken liever van het „bundelen van krachten” of het vormen van „één front”. Klaver pleitte nog het meest enthousiast voor verdere stappen in de linkse samenwerking. Die had vorig jaar serieuze vormen aangenomen bij de voor beide partijen teleurstellende kabinetsformatie – PvdA en GroenLinks werden door VVD en CDA buiten de deur gehouden.
„Ik ben er klaar mee”, sprak Klaver fel, „dat we er al jaren over praten maar de volgende stap niet durven zetten. Ik zie dat door onze samenwerking in de Tweede Kamer groen donkergroen wordt en rood donkerrood.” De GroenLinks-leider, die in de verkiezingscampagne van 2021 nog pleitte voor samenwerking met PvdA, D66 én SP, vroeg zich nu hardop af waarom de Tweede Kamerfracties niet gewoon zouden samensmelten.
Kuiken, die bekend staat als sceptischer over een fusie met GroenLinks dan haar voorganger Ploumen, noemde zo’n fractiefusie „wel fundamenteel”. Tegelijkertijd wil ook zij de krachten met GroenLinks bundelen „om groter te worden en het rechtse blok te kunnen verslaan”.
Vanuit de zaal klonken veel vragen over een mogelijke fusie, maar ook over inhoud en ideeën. Klaver en Kuiken probeerden elkaar aan te vullen, maar lieten soms ook de verschillen horen. Toen Kuiken benadrukte dat zij „zeer kritisch” is op arbeidsmigratie en Nederland niet onbeperkt vluchtelingen kan opvangen, zei Klaver daarna dat links het niet mag laten gebeuren dat migranten door rechts „schaamteloos” als zondebok worden gebruikt, bijvoorbeeld voor de krapte op de woningmarkt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85373547-0241de.jpg)
Na het plotselinge vertrek van Ploumen in april barstte in de PvdA een debat over de koers los, inclusief een mogelijke fusie met GroenLinks. Partijprominenten als Frans Timmermans pleitten daarvoor, partijvoorzitter Esther Mirjam-Sent kondigde daarna snel een reeks gesprekken met de leden aan. Op het partijcongres van 11 juni moeten besluiten vallen.
GroenLinks kon lastig achterblijven. Partijvoorzitter Katinka Eikelenboom kondigde vorige week in een brief aan de ruim 33.000 leden van GroenLinks een referendum aan. Daarin kunnen de leden zich vanaf 2 juni uitspreken over een nieuwe stap in de samenwerking met de PvdA. Is het „wenselijk”, luidt de vraag die wordt voorgelegd, „dat GroenLinks een gezamenlijke Eerste Kamerfractie vormt met de PvdA na de Eerste Kamerverkiezingen van 2023?”. Als de leden ermee instemmen zouden beide partijen volgend jaar ook „een gezamenlijke campagne” moeten gaan voeren.
Dat is een vrij rigoureuze volgende stap richting een fusie van beide partijen. De PvdA gaat strikt genomen nog net wat verder. Op het congres ligt een motie voor die bepleit dat de twee partijen al vóór de Eerste Kamerverkiezingen hun senatoren samen laten smelten, door met een gezamenlijke kandidatenlijst komen. Omdat de senaatsverkiezingen getrapt zijn zou dat dus een kieslijst zijn waarop de verkozen Provinciale Statenleden volgend jaar kunnen stemmen.
Voor een groep kritische GroenLinksers gaat het allemaal veel te snel. Daags na de aankondiging van het referendum werd een online petitie gelanceerd die leden oproept om tégen te stemmen. Na ruim een week was deze volgens initiatiefnemer Huub Bellemakers door ruim vierhonderd leden ondertekend. Echte politieke kopstukken ontbreken. Bellemakers zegt daarover: „Die zijn er wel, maar hebben afgesproken zich nog niet uit te spreken.” Wel heeft een aantal lokale prominenten zich achter het verzet geschaard, onder wie: Femke Roosma (oud-fractievoorzitter in Amsterdam), Selçuk Akinci (oud-wethouder Breda) en Sabine Scharwachter (oud-voorzitter jongerenafdeling Dwars).
De groep ‘GroenLinksers Tegen Fusie’ heeft allereerst procedurele bezwaren – een gezamenlijke senaatsfractie zou een onomkeerbare stap zijn richting partijfusie; er is nog geen fatsoenlijk intern debat gevoerd. Deze bezwaren zijn ook bij kritische PvdA’ers over hun partij te horen. Ook inhoudelijk noemen de tegenstanders een fusie tussen PvdA en GroenLinks „niet logisch”. Ja, in de Tweede Kamer wordt over moties en wetsvoorstellen heel veel hetzelfde gestemd, maar op tal van politieke punten zijn de partijen het diametraal oneens. Denk aan: de landbouw, de ‘sleepwet’, vliegveld Lelystad en de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers.
Daarnaast is er volgens hen een fundamenteel ideologisch verschil tussen de PvdA en GroenLinks. „Groene politiek”, stelt hun manifest, „wil het systeem veranderen. Een ander sociaaleconomisch model is noodzakelijk om welvaart en welzijn rechtvaardig te verdelen over de wereld.” Sociaaldemocraten daarentegen „willen kansengelijkheid en het verbeteren van leefomstandigheden van mensen binnen het oude systeem”.
Toch zijn er ook GroenLinksers die het hoog tijd vinden dat er nu wordt doorgepakt. Arnoud van Leuven, voormalig voorzitter van de afdeling Tilburg, drong maandagavond aan op tempo. Van Leuven vindt dat sociaalmaatschappelijke thema’s als klimaat, armoede en ongelijkheid „te urgent” zijn om nu te blijven steken in procedurele vragen over het fusieproces. „Gaan met die banaan!”, spoorde hij Klaver en Kuiken aan.
Na afloop bracht hij een uitspraak van voormalig partijleider Paul Rosenmöller in herinnering. „Bij de totstandkoming van GroenLinks in 1989 was hem opgevallen dat veel leden van de vier partijen EVP, CPN, PSP en PPR de onderlinge verschillen beter op het netvlies hadden dan de verschillen met het CDA of de VVD. Dat moeten we niet nog eens doen.”