Feyenoord-coach Arne Slot laat zich voor de finale niet uit de tent lokken

Conference League Feyenoord staat na twintig jaar weer in een Europese finale. De man achter dat succes, Arne Slot, neemt het op tegen een van de meest ervaren coaches van Europa, José Mourinho. Een strijd met een saillant randje.

Feyenoord-coach Arne Slot tijdens een trainingskamp van Feyenoord in Lagos, Portugal vorige week. Foto ANP
Feyenoord-coach Arne Slot tijdens een trainingskamp van Feyenoord in Lagos, Portugal vorige week. Foto ANP

Of Feyenoord de allereerste finale van de Conference League woensdagavond wint of niet, zeker is dat het Nederlandse voetbal een nieuwe held kent: de 43-jarige trainer Arne Slot. In het voorjaar van 2021 nam hij een ogenschijnlijk uitgeblust team over dat in de competitie niet verder was gekomen dan een vijfde plek. Hij kreeg enkele versterkingen – niet veel – en Feyenoord speelt nu een spel dat in weinig tot niets meer lijkt op het voetbal van voor zijn komst, onder leiding van Dick Advocaat.

Onder regie van Slot eindigde Feyenoord op de derde plaats, met 71 punten. Het reikte tot in de eerste Europese finale in twintig jaar en, misschien nog wel belangrijker, het team gaf het trouwe publiek van Feyenoord iets om trots op te zijn: intensief en opwindend voetbal.

Als om zijn status als nieuwe held te onderstrepen, loven ook de spelers hem uitvoerig. Orkun Kökçü (21), middenvelder en dit seizoen een van de steunpilaren van Feyenoord, zei na de gewonnen halve finale tegen Olympique Marseille: „Ik denk dat we alles te danken hebben aan de aanstelling van Slot. Alles is duidelijk, en het spel dat we willen spelen ligt ook bijna iedereen, waardoor iedereen beter rendeert.”

Lees ook: Van het oude voetbalstadion in Tirana is alleen de hoofdingang blijven staan

Uit meer blijkt dat Slot het vertrouwen van de kleedkamer geniet. Dat kan een trainer op verschillende manieren verkrijgen. Door zelf op hoog niveau te hebben gespeeld, denk aan Johan Cruijff, Marco van Basten en Ronald Koeman. Slot heeft dat niet. Hij begon bij FC Zwolle in de Eerste Divisie, verkaste naar NAC, ging naar Sparta en eindigde weer bij Zwolle. Het kan ook komen door eerder behaald succes. Denk aan de trainer die woensdagavond in Tirana in de dug-out van tegenstander AS Roma zit: de Portugees José Mourinho (59). Ook op een erelijst kan Slot niet bogen. Dit is nog maar zijn derde seizoen als hoofdtrainer, zijn tweede als eindverantwoordelijke en zijn eerste bij een topclub.

Slot schijnt zijn autoriteit op weer een andere manier te hebben verdiend, door de spelers voortdurend een correct scenario te schetsen van de wedstrijd die ze gaan spelen: in welke opstelling de tegenstander aan de aftrap zal komen, hoe de wedstrijd zal verlopen, met welk antwoord zijn spelers zullen komen, of kunnen komen als ze doen wat hij zegt. En dat dit dan ook uitkomt.

Ongevoelig voor provocaties

De pers heeft Slot aan zijn kant gekregen door een soepele manier van praten, toegankelijk en met een ontspannen, bijna ironische glimlach, maar allerminst deemoedig – een karaktereigenschap die in het betaald voetbal verboden lijkt.

Geen misverstand: Slots ster is niet geheel uit het niets gekomen. In zijn eerste seizoen als eindverantwoordelijke, bij AZ, miste hij het kampioenschap op een haar na. Bij het afbreken van de competitie vanwege de corona-pandemie, stond Ajax met evenveel punten als AZ op de eerste plaats. Alleen het doelsaldo van de Amsterdammers was beter.

José Mourinho, coach van AS Roma, tijdens een trainingskamp in Rome, dinsdag. Foto Reuters

Toch leek een Europese finale nog ver buiten bereik. Mourinho stond daarentegen al in vier Europese finales. Hij won ze allemaal. Interessant om te zien was of Slot zich door zijn onervarenheid zou laten provoceren door de oude meester, die bekendstaat om zijn streken buiten het veld. In persconferenties toonde Slot zich daar de afgelopen dagen ongevoelig voor. Zo kreeg hij de vraag of hij het oneerlijk vond, zoals Mourinho het noemde, dat AS Roma nog een competitiewedstrijd in de Serie A te spelen had, terwijl Feyenoord zich al in alle rust had mogen voorbereiden? Wel, Slot kon niet namens Roma spreken, zei hij, maar voor zijn spelers was het juist moeilijk dat ze zo lang geen wedstrijd meer hadden gespeeld. De laatste was tegen FC Twente op 15 mei.

Ook toen de Nederlandse pers hem iets stereotieps over het Italiaanse voetbal wilde ontlokken – afwachtend, verdedigend – sloeg Slot een andere weg in. Ja, natuurlijk speelde AS Roma met een vijfmansverdediging, toch zette ook Mourinho’s ploeg hoog druk; het speelt intensief en probeert de opbouw van de tegenstander te verstoren. Eigenlijk zag Slot veel „herkenbaars” bij AS Roma, wat hij eerder ook over Olympique Marseille had gezegd, de ploeg die Feyenoord in de halve finale van de Conference League trof.

Geen verrassingen

Maar herkenbaar spel betekent niet dat de twee mannen op elkaar lijken. Het verschil in staat van dienst tussen beiden geeft voor de internationale pers juist iets extra’s aan deze finale. Dit is geen Jürgen Klopp tegen Carlo Ancelotti, zoals komende zaterdag in de finale van de Champions League – mannen die talloze Europese finales speelden, en wonnen. Dit is Mou-rinho tegen Slot. Al gaat het woensdag om een Europees toernooi van de derde categorie, de strijd tussen een oude (te oude?) en nieuwe (nog te nieuwe?) ster geeft deze finale een saillant randje.

Lees ook: Arne Slot geeft Feyenoord de trots terug. Het geloof. De hoop

Het geeft ook meer lading aan de vraag hoe Feyenoord zich zal presenteren in een wedstrijd die miljoenen Europeanen zullen zien. Wat valt er te verwachten? Slot zei geen verrassingen te hebben. „Het zou toch heel gek zijn als we het al maandenlang op een bepaalde manier doen en daar nu opeens vanaf zouden wijken?” Maatgevend is dus wat Feyenoord eerder liet zien in dit clubtoernooi, dat al in juli van 2021 begon in Kosovo, tegen FC Drita. Tegen dat team kwam Feyenoord aanvankelijk niet verder dan een bloedeloze 0-0. Thuis volgde een overwinning, 3-2, met de hakken over de sloot. Dat er sindsdien veel is veranderd blijkt alleen al uit de aanwezigheid van Leroy Fer, destijds, als laatste man. Fer vertrok naar Turkije en lijkt alweer vergeten. Na Drita-thuis volgden zestien wedstrijden, in een tournee die voerde langs Zwitserland, Zweden, Israël, Tsjechië, Duitsland, Servië en Frankijk. Wedstrijden werden mettertijd spectaculairder, met onvoorstelbare comebacks en hartstochtelijk spel. Nieuwe spelers als de Oostenrijker Gernot Traurner maakten indruk, net als spelers die al langer bij Feyenoord speelden – Tyrell Malacia en Orkun Kökçü – maar onder Slot pas echt tot bloei zijn gekomen.

Niet voor niets gaat de meeste aandacht naar hem uit, de 43-jarige coach uit het overwegend protestants-christelijke dorp Bergentheim. Oud-teamgenoten van PEC en NAC krijgen vragen over hem, van de lokale pers rond Zwolle tot de commerciële betaalzenders die urenlang stilstaan bij het voetbal. Zij herinneren zich Slot als een voetballer die niet speelde zoals hij spelers graag laat voetballen: met een grote intensiteit, in balbezit of niet. Ze herinneren zich gouden steekpassjes, maar ook dat Slot zijn momenten strategisch koos. Ze kijken er geen van allen van op dat Slot trainer is geworden. Wel dat het succes zo snel is gekomen dat er nu al geruchten gaan over een mogelijke transfer naar een buitenlandse club. Voor Feyenoord valt te vrezen dat het daarbij niet uitmaakt of woensdag wordt gewonnen of niet.