Reportage

Eerst de voetbalclub, dan de stad overnemen – de commerciële agenda van de eigenaren van Manchester City

Manchester City City-eigenaar sjeik Mansour uit Abu Dhabi laat zich vrijwel nooit zien in Manchester. Toch is hij alomtegenwoordig in de stad.

Tien jaar geleden, op 13 mei 2012, werd Manchester City kampioen van de Premier League dankzij een goal van Sergio Agüero. Het leverde de Argentijnse aanvaller een standbeeld op voor het Etihad-stadion
Tien jaar geleden, op 13 mei 2012, werd Manchester City kampioen van de Premier League dankzij een goal van Sergio Agüero. Het leverde de Argentijnse aanvaller een standbeeld op voor het Etihad-stadion Foto ANP / PA Images / Alamy - Sport

Op een doordeweekse ochtend eerder deze maand verzamelden zich enkele honderden voetbalfans bij het Etihad-stadion van Manchester City. Ze kwamen voor de onthulling van een standbeeld van Sergio Agüero, die in extase zijn shirt boven zijn hoofd laat wapperen. De manshoge sculptuur verwijst naar een moment precies tien jaar geleden, toen de Argentijnse spits City op de laatste speeldag het kampioenschap van Engeland bezorgde met een doelpunt diep in blessuretijd. Het was de eerste landstitel sinds 1968. „Dat moment veranderde alles voor mij en voor de club”, zei Agüero na afloop van de onthulling van zijn standbeeld.

In werkelijkheid vond de gebeurtenis die alles veranderde vier jaar eerder plaats, met de overname door Mansour bin Zayed Al Nahyan uit Abu Dhabi. De sjeik, vicepremier van de Verenigde Arabische Emiraten en broer van de emir van Abu Dhabi, stak sindsdien minstens 1,5 miljard euro in de club.

Inmiddels domineert City het Engelse voetbal, met vijf Premier League-titels en twee FA Cups. Deze zondag kan de club opnieuw op de laatste speeldag kampioen worden. In een thuiswedstrijd tegen Aston Villa verdedigt het elftal van trainer Pep Guardiola een voorsprong van een punt op Liverpool.

Minder bekend is dat de overname van Manchester City ook voor de voormalige industriestad en zijn ruim half miljoen inwoners flinke gevolgen heeft gehad. Dankzij warme banden met het gemeentebestuur is sjeik Mansour, die slechts één keer is gezien bij een wedstrijd van City, de voorbije jaren uitgegroeid tot een van de belangrijkste investeerders in de stad. Volgens voorstanders is zijn betrokkenheid bij Manchester net zo’n succesverhaal als de renaissance van de voetbalclub. Anderen vinden dat de stad zich heeft uitgeleverd aan de commerciële agenda van een autocratisch regime met een bedenkelijke mensenrechtenreputatie. En dat Manchester nog een slechte deal heeft gekregen ook.

Commerciële agenda

Sportinvesteringen vanuit omstreden regimes worden vaak bestempeld als ‘sportswashing’ – pogingen om de aandacht af te leiden van mensenrechtenschendingen en onderdrukking in een land. Imago speelt ook in dit geval een rol, denkt Simon Chadwick, maar volgens de Britse sporteconoom was de overname van Manchester City door sjeik Mansour vanaf het begin in hoge mate commercieel gedreven.

„Abu Dhabi leunt zwaar op inkomsten uit olie en gas”, zegt Chadwick. „Bovendien is het regime kwetsbaar voor invasies van buurlanden, opstanden en terroristische aanvallen. Daarom is de koninklijke familie voortdurend op zoek naar veilige, buitenlandse investeringsmogelijkheden die op de lange termijn geld opleveren.”

De commerciële agenda van Mansour is terug te zien in de strategie van de club. Die is onder meer gericht op spelershandel en popularisering van het City-merk via de overname van kleine clubs, zoals Melbourne City, New York City FC en Mumbay City FC. De selectie van City is weliswaar een van de duurste ter wereld en de club lijdt regelmatig forse verliezen, maar de waarde van de City Football Group wordt inmiddels geschat op zo’n 3,5 miljard euro, ruim tien keer meer dan wat Mansour in 2008 betaalde voor de overname van Manchester City.

Zeker zo belangrijk is dat City de sjeik toegang heeft gegeven tot lokale politici en vastgoedinvesteringen. Al bij de overname maakten de gemeente en Mansour afspraken over de ontwikkeling van het verwaarloosde terrein rond het stadion. Maar voor een beter beeld van de omvang van de belangen van Mansour in Manchester moet je een paar kilometer verderop zijn. In Ancoats en New Islington, wijken die tegen de noordoostrand van het centrum zijn aangebouwd.

Ooit het domein van katoenindustrie en machinebouw, raakte het gebied na sluiting van de fabrieken in de jaren tachtig zwaar in verval. Drijvende kracht achter de herontwikkeling van Ancoats en New Islington in de laatste jaren is projectontwikkelaar Manchester Life. Dat bedrijf, opgezet in 2014, is voor de helft eigendom van de gemeente. De andere helft is in handen van de Abu Dhabi United Group, het investeringsvehikel van Mansour dat ook de aandelen in Manchester City houdt. Met de joint-venture is op dit moment naar schatting zo’n 400 miljoen euro gemoeid.

Daarvoor zijn oude fabriekspanden opgeknapt of gesloopt en goedkope arbeiderswoningen vervangen door grote, veelal donker gekleurde appartementencomplexen die nog het meeste weg hebben van zakenhotels. Tegenwoordig geldt Ancoats met zijn bars en eettentjes – het enige sterrenrestaurant van de stad is er te vinden – als een van de hipste buurten van Manchester. Toch is niet iedereen enthousiast.

Het standbeeld van Agüero. Foto AP

Vastgoeddeal met gemeente

„De appartementen van Manchester Life vallen allemaal in het duurdere segment, terwijl de stad een schreeuwend tekort aan betaalbare woningen heeft”, zegt Richard Goulding tijdens een rondleiding door de buurt. Goulding is verbonden aan het Urban Institute van de Universiteit van Sheffield en doet al jaren onderzoek naar de joint-venture. Hij vindt het onbegrijpelijk dat het stadsbestuur zijn eigen projectontwikkelaar niet houdt aan de gemeentelijke doelstelling dat tenminste een op de vijf nieuwbouwwoningen ‘betaalbaar’ moet zijn.

Bovendien vermoeden Goulding en anderen dat vooral sjeik Mansour profiteert van de vastgoeddeal met de gemeente, die de grond inbracht voor de bouwprojecten. Huurinkomsten stromen naar de Abu Dhabi United Group. Volgens de gemeente bestaat er een winstdelingsafspraak, maar de inhoud daarvan is geheim, net als details over de financiën van de joint-venture. „Er heerst een volledig gebrek aan transparantie over de afspraken”, zegt Goulding. „Maar het gaat om publiek geld en publieke grond. Burgers hebben het recht te weten wat ermee gebeurt.”

En dan is er nog het ongemak over de mensenrechtenreputatie van het regime in de Emiraten, waar homoseksualiteit strafbaar is, vrijheid van meningsuiting niet bestaat en dissidenten zoals de bekende mensenrechtenactivist Ahmed Mansoor zijn vastgezet. Hoe ongemakkelijk dat kan zijn, bleek in 2019 rond de herdenking van het Peterloo Massacre, een negentiende-eeuws protest voor politieke vrijheden dat bloedig werd neergeslagen. The Times onthulde dat het stadsbestuur het script van een toneelstuk had laten aanpassen, zodat kritische verwijzingen naar de vriendschappelijke band met het regime van Abu Dhabi werden verwijderd.

Superstatus

Sir Richard Leese kan zich daar niets van herinneren, zegt hij in zijn kantoor in het centrum van de stad. Als aanvoerder van de lokale Labour-partij was hij tot zijn aftreden vorig jaar ruim een kwart eeuw de belangrijkste politicus in Manchester. Leese, fan van Manchester City, was nauw betrokken bij de vorming van de vastgoedalliantie met de Abu Dhabi United Group. Kritiek op de deal vindt hij getuigen van een gebrek aan realisme.

„Door de kredietcrisis was de markt destijds extreem moeilijk”, zegt Leese. Hij wijst erop dat de bouw van betaalbare woningen veel subsidie vergt, geld dat er simpelweg niet was. Leese: „De woningbouw lag volledig stil. Als de Abu Dhabi United Group er niet was geweest, was er überhaupt niets gebeurd in Manchester.”

Volgens Leese is de bijdrage van sjeik Mansour aan de ontwikkeling van de stad en de lokale gemeenschap „enorm” geweest. En de mensenrechtenkwestie? „Ik denk niet dat het Verenigd Koninkrijk in de positie is om anderen de les te lezen over mensenrechten”, zegt de voormalig Labour-leider.

Ook Ian Morris is blij dat sjeik Mansour naar Manchester is gekomen, vertelt hij in een nabijgelegen pub. Morris, halverwege de twintig, is hartstochtelijk City-fan. Hij is blij met de huidige superstatus van zijn club denkt dat de stad heeft geprofiteerd van de oliemiljoenen uit Abu Dhabi. Hoewel hij ook zijn bedenkingen heeft bij de motieven van de sjeik. Morris: „Maar dat verandert nooit iets aan mijn liefde voor City. Ik ben opgegroeid met de club. En wat kan ik eraan doen?”

Met medewerking van Gabriella Adèr