In het rijtje van klassiekers die het premierschap van Mark Rutte definiëren, kan ‘realtime archivering’ vanaf deze woensdag ergens tussen ‘Rutte-doctrine’ en ‘geen actieve herinnering’. Iedere keer als de premier in de politieke problemen komt, gaat het over openbaarheid. Over de vraag of Rutte iets achterhoudt, dat hij de waarheid deels toedekt of op zijn minst in zijn voordeel interpreteert. Juist omdat het al zo lang zijn zwakke plek is, let Den Haag extra goed op nu Ruttes sms-gedrag opnieuw onderwerp van debat is geworden.
Woensdag schreef de Volkskrant dat Rutte jarenlang iedere dag sms’jes van zijn telefoon had gewist. Dat vertelde de Landsadvocaat dinsdag, tijdens een rechtszaak die was aangespannen door de krant. Rutte had dat gedaan, was het argument, omdat zijn mobiele telefoon niet genoeg opslagruimte had om alles te bewaren. Tijdens een snel georganiseerd persmomentje, op woensdagmiddag, zei Rutte: „Tot heel kort geleden werkte ik met een zogenaamde Nokia. Dat is handig, je kunt er snel een sms mee versturen, ik ben niet zo van de smartphone. Nadeel is dat een klein scherm heel onoverzichtelijk is. En na een tijdje wordt-ie traag. Bij de verzonden berichten loopt je scherm vol.”
De oppositie in de Tweede Kamer ziet in de gewiste sms’jes een zoveelste voorbeeld van Ruttiaans toedekken. SP-leider Lilian Marijnissen noemt „het verhaal van Rutte ongeloofwaardig”. „En dat voor de man die met zijn radicale nieuwe ideeën pretendeerde een nieuwe bestuurscultuur neer te zetten.” Op initiatief van Jesse Klaver (GroenLinks) gaat de Kamer met Rutte waarschijnlijk donderdag in debat over zijn sms-gedrag. En hoewel Rutte hier niet om ten val zal worden gebracht, komt de kwestie op een ongelegen moment. De premier kampt met dalende populariteitscijfers, zeker ook om de aanhoudende berichten over zijn gebrek aan openheid.
Verwoed sms’er
Mark Rutte sms’t veel, vaak in korte berichten. Hij antwoordt vrijwel onmiddellijk op berichten, weten politici en ambtenaren. Hij mailt niet, WhatsApp gebruikt hij ook niet. Daarvoor gebruikte hij tot voor kort, inderdaad, een oude Nokia. Een iPhone gebruikte hij alleen om het nieuws te volgen. Sinds vorige week heeft Rutte, tegen zijn zin, zei hij, een smartphone in gebruik. Dat was omdat Rutte voor een privéreis naar de Verenigde Staten ging, waar zijn Nokia niet werkte. Het was een nederlaag, vond Rutte, maar hij heeft „het vlaggetje omgelegd”, hij is gezwicht.
Rutte verweerde zich met het argument dat hij niet álle sms’jes wiste. Hijzelf maakte een schifting tussen belangrijke en onbelangrijke berichten, zei hij. De belangrijke berichten stuurde hij door naar ambtenaren om te bewaren, de rest verwijderde hij. Dat noemde de Landsadvocaat „realtime archivering”. Rutte: „Wat privé is, stuur ik niet door. Of berichten als ‘bel even’, of ‘het wordt een half uur later’.”
Rutte bepaalt dus zélf wat belangrijk is en wat niet. En dat wringt. Wat in Ruttes eigen definitie onbelangrijk (of onwelgevallig) is, kan hij wissen, maar wie zegt dat de buitenwereld diezelfde waarde aan zo’n bericht toekent? De premier zegt dat hij zich houdt aan een richtlijn voor bewindspersonen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Daarin staat: „Privé-berichten en interne partijpolitieke aangelegenheden hoeven sowieso niet te worden bewaard.” maar: berichten die betrekking hebben op ‘besluitvorming’ moeten weer wél worden bewaard. Die afweging laat ruimte voor interpretatie, en mede daarom zegt de richtlijn ook dat digitaal berichtenverkeer „zoveel mogelijk beperkt” moet blijven. „Voor bestuurlijke aangelegenheden wordt het gebruik ontraden.”
Rutte hecht meer waarde aan deze richtlijn – die meer een praktische handleiding is – dan aan de Archiefwet, die bepaalt dat informatie die de overheid maakt en ontvangt, moet worden bewaard. Dat gebeurt „ongeacht hun vorm”, dus zowel (papieren) brieven, rapporten, beleidsdocumenten als e-mails, sms’jes en appjes, moeten gearchiveerd.
Doel daarvan is niet alleen dat de overheid zélf kan terugvinden wat zij heeft besloten, maar ook dat de burger dat kan: verantwoording afleggen aan derden is een belangrijk element van archivering. En documenten worden ook uit cultuur-historisch oogpunt bewaard.
Omdat het om miljoenen soorten bescheiden gaat, hoeft niet alles tot in de eeuwigheid worden gearchiveerd. Daarvoor stelt iedere overheidsinstelling een selectielijst op, die door iedereen is in te zien. Alléén op basis van die lijst kan een document of sms-bericht worden vernietigd, voor andere documenten gelden bewaartermijnen. Een klein deel wordt blijvend bewaard – zoals adviezen waarop ministeries hun beleid baseren. Dergelijke documenten zijn na 20 jaar door iedereen in te zien in openbare archieven.
Foto Bart Maat / ANP, Martijn Beekman / ANP
Ook sms’jes vallen onder de Wob
Drie jaar geleden oordeelde de Raad van State bovendien dat sms’jes en appjes van bewindspersonen vallen onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Die uitspraak volgde na een zaak die was aangespannen door de vereniging Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN). Deze organisatie deed een verzoek om app- en sms-verkeer van toenmalig minister Edith Schippers (Volksgezondheid, VVD) openbaar te maken. De minister weigerde dat, omdat zij vond dat elektronische berichten alternatieven waren voor telefoongesprekken, en die vallen niet onder de Wob. Rutte hecht meer waarde aan de richtlijn dan aan de Archiefwet en de uitspraak van de Raad van State. Hij zei daar zelf over: „De richtlijn is er voor het dagelijks werk, de Archiefwet gaat over de langere termijn.”
Maar de premier zegt óók te willen werken aan herstel van vertrouwen in de politiek, en aan een nieuwe bestuurscultuur. In het regeerakkoord van zijn vierde kabinet staat dat „de informatievoorziening aan de Kamer” zal verbeteren, de Archiefwet wordt gemoderniseerd en stukken eerder openbaar worden gemaakt. En de schijn heeft de premier op dit punt tegen. Rutte kwam de afgelopen paar jaar steeds opnieuw in opspraak omdat hij een gesloten bestuurscultuur in stand zou houden. Tijdens de parlementaire verhoren over de Toeslagenaffaire kwam de term ‘Rutte-doctrine’ naar boven: een ambtelijke omschrijving van een cultuur waarin zo min mogelijk informatie met de buitenwereld, waaronder de Tweede Kamer, gedeeld zou moeten worden. Hoewel Rutte vaak beterschap beloofde, kleeft deze geslotenheid, een politiek zonder afschriften, aan zijn premierschap.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/06/data72232797-aca91c.jpg)