Opinie

Maak van Rotterdam een betere stad dóór toerisme!

Het is noodzakelijk om nú beter na te denken over toerisme in Rotterdam, voordat het hier op lange termijn uit de hand loopt, stelt . „Toerisme moet niet langer beschouwd worden als een economische sector, maar als maatschappelijk verschijnsel.”

Illustratie Stella Smienk

Lockdowns, QR-codes, vaccinatiebewijzen, verplichte vaccinaties, mondkapjes en wat al niet meer: de afgelopen twee jaar waren niet goed voor het toerisme. Het zorgde voor een dramatische terugval van reizigers. Toerisme- en hospitalitybedrijven geven dan ook ‘vol gas’ om de schade in te halen, nu de beperkingen zijn weggenomen. Gezien de volle terrassen afgelopen weken lijken mensen weer helemaal klaar om te genieten van wat de sector te bieden heeft.

Dit is begrijpelijk, maar niet zonder risico. Toerisme werkt een beetje als een olietanker; eenmaal op gang is het moeilijk te stoppen of bij te sturen. Na de economische crisis van 2008 werd toeristische groei nog gezien als een vorm van duurzaam economisch herstel, maar een aantal jaar later bleek ‘overtoerisme’ een gigantisch probleem, zonder duidelijke oplossing.

Rotterdam heeft nog ruimte voor toeristische groei; de belangstelling voor de stad is in de afgelopen jaren enorm toegenomen. Niet alleen heeft het op alle hippe lijstjes gestaan, het is ook erg ‘instagrammable’ en zijn inwoners zijn uitstekende ambassadeurs. Zonder actief beleid is een relatief snelle groei waarschijnlijk, wat binnen afzienbare tijd zal leiden tot overlast in drukbezochte gebieden.

In plaats van inzetten op de groei van de toerismesector, kun je de nadruk ook leggen op manieren om toerisme te gebruiken als middel om de stad beter te maken, of bij te laten dragen aan stedelijke transities. Dit is een van de uitgangspunten van regeneratief toerisme: het verbeteren van plaatsen voor alle gebruikers, in plaats van alleen voor toeristen. Door het verminderen van de ‘concurrentie’ tussen toeristen en bewoners versterkt de hele stad zich. Het voorkomt ook toeristische monoculturen (alleen maar toeristische voorzieningen in een gebied).

Afgelopen jaren lag de nadruk in Rotterdam op het verder ontwikkelen van zo’n breder toeristisch perspectief. Zo presenteerden de gemeente en Rotterdam Partners net voor de start van de pandemie een tweetal ambitieuze visies. En Rotterdam is een van de weinige steden met een wethouder die zich ook expliciet met toerisme bezighoudt, inclusief zijn maatschappelijke rol.

Het is echter niet makkelijk dergelijke visies te realiseren. Dat begint al bij het feit dat toerisme niet langer beschouwd moet worden als een economische sector, maar als een maatschappelijk verschijnsel. Dit vereist een holistische blik en een integraal beleid.

Ook moet samenwerking worden gezocht met departementen en organisaties die zich lang niet altijd bewust zijn van hun impact op het toeristische systeem. Bijvoorbeeld omdat zij zich met name bezighouden met mobiliteit, klimaatadaptatie, de gebouwde omgeving, de buitenruimte of de digitale transitie.

Durf je het aan om te zoeken naar manieren om met toerisme om te gaan, opdat beleidsmakers in 2030 willen leren over de ‘Rotterdam Way’?

De verscheidenheid van belanghebbenden maakt het bovendien lastig besluiten te nemen. Want wie krijgt het mandaat het voortouw te nemen om plannen uit te werken, en wie neemt verantwoordelijkheid voor de verdere ontwikkeling? Als dit niet duidelijk is, blijft het bij mooie woorden, terwijl daadkracht en durf nodig zijn, bijvoorbeeld door te kiezen op bepaalde plekken toerisme niet te stimuleren of zelfs af te remmen. Of juist wel te investeren als het bijdraagt aan de kwaliteit en voorzieningen van een plek op de lange termijn.

Er is ook een noodzaak te komen tot nieuwe manieren om toeristisch succes te evalueren. In een recent beleidsdocument koppelt Rotterdam Partners het gebruik van toerisme aan het tot stand brengen van bredere welvaart. Dit blijkt echter lastig om te zetten in afrekenbare doelen en deze blijven daardoor nog steeds sterk gericht op economische groei van toerisme.

Deze problemen zijn niet uniek voor Rotterdam. Bijna elke Europese stad worstelt ermee. Het betekent wel dat er nog behoorlijk wat werk verricht moet worden om de mooie visies van een regeneratief toerisme om te zetten in de praktijk. Of dit in Rotterdam zal gebeuren, hangt voor een groot deel af van het nieuwe college. Keuzes die in de komende jaren gemaakt worden, hebben een enorme impact, niet alleen op de ontwikkeling van het toerisme, ook op de kwaliteit van de stad als geheel.

Kies je ervoor op korte termijn – deze nieuwe regeerperiode – goede sier te maken met snelle economische groei, dan heeft dat waarschijnlijk grote negatieve sociale gevolgen op de lange termijn. Of durf je het aan om samen met de sector op zoek te gaan naar nieuwe manieren om met toerisme om te gaan, opdat de stad in 2030 overlopen wordt door beleidsmakers die willen leren van de ‘Rotterdam Way’. Dit lijkt me een van de weinige wenselijke vormen van overtoerisme.

Ko Koens is Lector ‘New Urban Tourism’ bij Hogeschool Inholland en is tevens werkzaam bij Breda University of Applied Sciences