De gemeente Amsterdam „schiet ernstig tekort” in de behandeling van de marktkooplui op het Waterlooplein. Bestuurders en ambtenaren van stadsdeel Centrum stellen zich dermate „regentesk” op jegens de ondernemers op de onlangs heringerichte vlooienmarkt dat er sprake is van een „schending van de beginselen van bestuur inzake betrokkenheid, respect en oplossingsgerichtheid”.
Dat oordeelt de Amsterdamse ombudsman Munish Ramlal in een ongekend felle brief die hij woensdag naar de Amsterdamse gemeenteraad heeft gestuurd. De onbehoorlijke behandeling van marktkooplui door de gemeente beperkt zich niet tot het Waterlooplein, aldus Ramlal. Amsterdamse markten „worden bestuurd vanuit wantrouwen”, schrijft hij, en zijn bij de gemeente Amsterdam „niet in goede handen”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data83307694-f84494.jpg)
De ombudsman bemiddelde de afgelopen maanden in een geschil tussen stadsdeel Centrum en kooplui van de Waterloopleinmarkt, die deze zaterdag feestelijk heropend wordt na een renovatie van twee jaar. Het conflict spitste zich toe op een controle die de gemeente wilde houden om te kijken of de marktkramen geen ‘toeristische meuk’ verkopen, een zogeheten ‘schouw’, maar is in feite een uiting van een jarenlang gebouwde frustratie onder marktkooplui over de opstelling van de gemeente bij de herinrichting. Ramlal: „In het hele proces is geen enkel beroep gedaan op hun expertise, zeggen ze. Het is hún vak, en dan gaan ambtenaren bepalen hoe ze dat moeten invullen.”
‘Geen inlevingsvermogen’
In zijn brief schetst Ramlal een vernietigend beeld van de manier waarop stadsdeelbestuurder Ilse Griek (Marktzaken, GroenLinks) en haar ambtenaren omgaan met de klachten en verzoeken van de Marktvereniging van het Waterlooplein. Tijdens een gesprek in april om de „grimmige sfeer” tussen het stadsdeel en de marktkooplui uit de lucht te krijgen, zag Ramlal „een bestuurder en vier ambtenaren, die geen enkele neiging uitstraalden tot maar een poging tot enig inlevingsvermogen en/of tot enige bereidheid om een oplossingsgerichte houding aan te nemen.”
Bestuurder Ilse Griek „koos voor afstandelijkheid en een strikte, beperkte juridische invalshoek”, aldus Ramlal. De ambtenaren „vielen de ondernemers in de rede en meldden dat bepaalde zaken niet aan de orde mochten komen en/of zo niet gezegd mochten worden.” Nog dezelfde dag liet Griek „zonder enige inhoudelijke toelichting” weten dat de schouw gewoon door zou gaan – ondanks een „nadrukkelijk appel” van de ombudsman om ermee te wachten tot na de officiële opening.
Ramlal constateert ook dat het stadsdeel geen deugdelijke onderbouwing heeft voor het weren van ‘toeristische kramen’ en met de schouw afwijkt van de eigen gemeentelijke kaders en richtlijnen. „Concreet betekent dit dat marktondernemers op het Waterlooplein nu mentaal en fysiek worden geconfronteerd met – door hen ervaren kwetsende, onduidelijke, onzeker makende – uitvoeringswerkzaamheden, waarvoor de vereiste beleidsmatige basis en bijbehorende nadere regelgeving ontbreekt.”
Ontevredenheid
Sinds de oplevering begin maart heerst onder marktlui ontevredenheid over de nieuwe inrichting en regels van het Waterlooplein. Zo zijn er bomen geplant pal voor kramen, hebben de boxen lekkages en mechanische defecten, mogen ondernemers hun auto niet meer naast de kraam parkeren en is er nog niets terecht gekomen van de beloofde verbouwing van de plint van het aanpalende stadhuis.
Ramlals voorganger Arre Zuurmond schreef vier jaar geleden al een kritische rapportage over de gebrekkige manier waarop de gemeente de ondernemers betrok bij de herinrichting van het Waterlooplein. Hij omschreef de verhouding van de gemeente tot de kooplui als „een ouder-kind relatie”. Volgens Ramlal is er aan die opstelling in de tussenliggende jaren niets veranderd. „De mensgerichtheid ontbreekt.”
Dagelijks bestuurder Griek zegt zich „niet te herkennen in het beeld dat de ombudsman schetst”. Volgens haar zijn de plannen voor herinrichting van het Waterlooplein „in samenspraak met de buurt en de marktlieden” opgesteld. „Er zijn verschillende avonden georganiseerd waar marktondernemers door de gemeente zijn uitgenodigd om hun ervaringen, wensen en verwachtingen in te brengen.” Met de ombudsman is volgens Griek „veel contact geweest en we blijven in gesprek.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data81631308-81abe6.jpg)