‘Liefde bedekt de tijd’, door de Franse beeldhouwer André Antoine Ravrio (1813).

Foto René Gerritsen

Oude pendules met zeeën van tijd

Klokkenmuseum Het Museumplein in Amsterdam heeft er vanaf volgende week een attractie bij. Pop-upmuseum Once Upon a Time toont tachtig extravagante pendules.

Stel: in stilte heb je in drie decennia tijd ’s werelds mooiste verzameling vuurvergulde bronzen empire klokken verzameld. Pendules die ooit soms bij koningen en keizers op schoorsteenmantels stonden te pronken. Wonderen van toegepaste kunst waar de beste beeldhouwers en uurwerkmakers rond 1800 in Parijs soms jaren aan werkten.

Die klokken staan bij je thuis in de woonkamer en doen je nog dagelijks dromen. Een genoegen dat je anderen ook gunt. Hoeveel Nederlanders zijn immers vertrouwd met de verhalende kracht en de delicate schoonheid van jouw klokken? Christiaan Huygens mag dan in 1658 het slingeruurwerk hebben uitgevonden, de aandacht in Nederlandse musea voor antieke klokken is gering.

Zie daar het dilemma van de eigenaar van de Parnassia Collectie, een klokkenverzameling vernoemd naar een zeldzame bloem die met goudkleurige helmknoppen op haar meeldraden een insectenlokker van jewelste is. „Elk van de klokken in de collectie is een kunstwerk waarvan de relevantie in de wereld van vandaag wordt onderschat”, schrijft de collectioneur in de inleiding van de lijvige, tweedelige catalogus van zijn verzameling.

De oud-ondernemer, die anoniem wil blijven, overwoog ooit een eigen museum voor zijn verzameling, maar wat een sores zou dat niet geven, zegt hij in een telefoongesprek. Toen hij hoorde dat op het Museumplein in Amsterdam („de mooiste plek van Nederland”) een villa leegstond, nam hij contact op met de eigenaar, het Van Gogh Museum. Ja, hij mocht het pand (waarin eind jaren tachtig Museum Overholland was gevestigd) tijdelijk huren. En dus zal vanaf 21 mei het plein een kunstinstelling rijker zijn: pop-upmuseum Once Upon a Time. In een donkere setting, om het vuurvergulde brons beter tot zijn recht te laten komen, zullen daar 88 klokken van de Parnassia Collectie vijf maanden lang de buren zijn van de zonnebloemen van Nederlands beroemdste schilder.

De Studie die de Tijd wil stoppen, door Jean-Baptiste Héricourt (1806-1810). De verhalende kwaliteit van de Parijse vuurvergulde klokken bereikte omstreeks 1800 zijn hoogtepunt. De compositie van deze pendule is ontleend aan het gelijknamige schilderij van François Guillaume Ménageot, in bezit van het Louvre. De pendule verbeeldt een verheffingsideaal: hoe je door studie de tijd kunt verslaan. De zeis in handen van de Tijd dient als wijzer.

Olifantpendule met mechaniek, door juwelier, klokmaker en uitvinder Hubert Martinet, (ca. 1770-1777). Door een ingenieus mechanisme bewegen de oren, ogen, slurf en staart van deze olifantpendule.

Smikkelen

Jos Meis van Gude & Meis, een kunsthandel in antieke klokken in Amsterdam, kent de collectie. Hij verheugt zich op de expositie. Het gaat om klokken van ongekende kwaliteit, zegt de antiquair, afkomstig uit wat hij „de gouden eeuw van de Franse toegepaste kunst” noemt. En uit die glorieperiode dus de onbetwiste hoogtepunten. „Zeg maar de Bugatti’s onder de pendules.”

Empire pendules zijn er in overvloed, legt Meis uit. Klokkenfabricage was begin negentiende eeuw een heuse bedrijfstak in Parijs. In de stad waren ruim achthonderd klokkenmakers actief met in totaal zo’n 9.000 werknemers: beeldhouwers, bronsgieters, instrumentmakers, enzovoorts. Die maakten duizenden verschillende modellen, in allerlei kwaliteiten.

De Parnassia Collectie bestaat uit klokken met figuratieve kasten. Meis: „Als je belangstelling hebt voor beeldhouwkunst van omstreeks 1800 koop dan een klok. De beste beeldhouwers en bronsgieters werkten voor klokkenmakers.”

De Parnassia-klokken vertellen verhalen over eeuwige thema’s als de liefde, verlangen en jaloezie, list en bedrog. Verhalen die vaak teruggaan op de klassieke oudheid, met bijvoorbeeld Apollo, Venus en Cupido in de hoofdrol. Of het oude Egypte, en vogue door Napoleons expeditie naar het land.

Toen hij dertig jaar geleden begon met verzamelen, vertelt de verzamelaar, kocht hij klokken die hij nu links zou laten liggen. Hij weet zoveel meer, en zijn smaak en belangstelling hebben zich verfijnd: „Vandaag de dag koop ik alleen nog klokken die bij de eerste aanblik een sterke emotie bij mij oproepen.”

Dat zijn vaak unieke stukken of klokken in zeer beperkte oplage. Klokken met een hoog afwerkingsniveau. Met precies de goede afmetingen en proporties, met eersteklas verguldingen en alle originele onderdelen. Ook de geschiedenis telt. Is het model gepubliceerd en bestaat er een voorbereidende tekening? En wat is er bekend over de makers en de herkomstgeschiedenis? Als een klok ooit bij Marie-Antoinette of haar echtgenoot koning Lodewijk XVI op de schouw stond, geeft dat toch een extra dimensie.

Bacchus op zijn strijdwagen (ca. 1800). Vuurverguld brons en marmer. Het kind Bacchus, de god van de wijn, wordt op deze pendule gevierd als een allegorische voorstelling van de herfst, de tijd van de oogst. Zoals veel wagenklokken dateert deze pendule uit het Directoire (1795-1799), de periode in de Franse geschiedenis dat het land geregeerd werd door een vijfkoppig bestuur, de zogenoemde directoire.

Is dit een klok?

Het leeuwendeel van zijn klokken kocht de verzamelaar bij La Pendulerie, een grote antiquair in Parijs. De eigenaar introduceerde hem in de wereld van de exclusieve klokken en leerde hem kwaliteit te herkennen.

Maar ook La Pendulerie heeft hem niet aan alle gedroomde klokken kunnen helpen. Op de vraag of zijn verzameling compleet is, antwoordt hij met een lach. Nee, ook hij heeft wensen en ook hij trekt wel eens aan het kortste eind. Zoals tweeënhalf jaar geleden, toen Sotheby’s een wonderschone klok uit 1784 van de beroemde Parijse klokkenmaker Jean-Baptiste Furet veilde. Saillant detail: het ging om het exemplaar dat ooit aan Marie-Antoinette cadeau was gedaan. Op een sokkel van verguld brons en marmer staat de buste van een zwarte vrouw met gouden oorringen.

Via Google is de afbeelding snel gevonden. Is dit een klok? Nergens is een wijzerplaat te zien.

De verzamelaar lacht opnieuw. Dit is een ingenieuze automaat. Door zachtjes aan een oorbel van de vrouw te trekken, verschijnt het juiste uur in haar rechteroog en de minuten in het linkeroog. Trek aan de andere oorbel en de klok speelt verschillende opeenvolgende deuntjes. In zijn eigen verzameling zit een klok met een olifant, waarvan de ogen, oren, slurf en staart kunnen bewegen.

Hij was bereid ver te gaan voor de klok met de zwarte vrouw. Maar ieder bod dat hij deed werd onmiddellijk beantwoord.

Een verzameling is nooit af, zegt hij. ’s Avonds stuurt hij per app nog een door zijn vrouw gemaakte foto. In het Metropolitan Museum in New York heeft ze die dag een ander exemplaar van dezelfde klok gezien. „Dat is haar!”

Harlekijn, makers onbekend, (1806-1814). Dit beeld is een hommage aan Carlo Antonio Bertinazzi (1710-1783), een acteur die van 1742 tot aan zijn dood Harlekijn speelde in de Comédie-Italienne in Parijs. Hier houdt hij een klok op met een vogelautomaat, een zogenaamde coucou. Dit type klok, geproduceerd in het Zwarte Woud, was in Frankrijk destijds nog weinig bekend. Harlekijn weet dat zijn verraste publiek in gelach zal uitbarsten wanneer de koekoek in zijn automaat naar buiten komt voor zijn beroemde kreet.

Liefde bedekt de tijd, door de Franse beeldhouwer André Antoine Ravrio (1813). Vuurverguld brons en marmer. Om te voorkomen dat haar gasten vertrekken houdt een vrouw, de Liefde, een doek voor de tijd, begin negentiende eeuw een populair thema. Naast de vrouw probeert Cupido met zijn boog het uurwerk te onthullen. Omdat niet de wijzers maar de wijzerplaat draait is de tijd toch steeds afleesbaar.

Foto’s: René Gerritsen