Opinie

Inflatie valt mee: er is prijsstijging door schaarste

Voorjaarsnota Renteverhoging en schuldenvermindering om zogenaamde inflatie tegen te gaan, leiden tot een volgende depressie, voorspelt .
Prijzen van olijfolie en zonnebloemolie stijgen door schaarste vanwege de oorlog in Oekraïne.
Prijzen van olijfolie en zonnebloemolie stijgen door schaarste vanwege de oorlog in Oekraïne. Foto Ramon van Flymen ANP / Hollandse-Hoogte

Nu de prijzen van consumptiegoederen stijgen, wordt er alom gevraagd om compensatie voor dit koopkrachtverlies. Prijsstijging van consumptiegoederen wordt altijd aangeduid met de term inflatie. We moeten ons wel realiseren dat de betekenis van het begrip inflatie is afgeleid uit een typisch economische analyse van een markteconomie, waarbij afgezien wordt van de rol van een overheid, en er niet wordt geïmporteerd en geëxporteerd.

In zo’n geval valt de waarde van onze eigen productie geheel in handen van Nederlandse kapitaalverschaffers, zoals banken en investeerders, en van de werknemers. Neem nu aan dat productie niet stijgt, maar de prijs van producten wel. Dan ontstaat er dus een bubbel. Deze winst komt ten goede aan de eigenaars van de ondernemingen. Mensen vinden dit onrechtvaardig en eisen compensatie.

Kapitaal ‘emigreert’

In onze dagelijkse praktijk hebben we wel te maken met import en export, en wel met een overheid die collectieve diensten produceert en ‘verkoopt’ aan de bevolking. Dat betekent dat een eventuele stijging van de consumptiegoederen niet automatisch in handen valt van de ondernemers. Deze prijsstijging is nodig om buitenlandse leveranciers te betalen en de overheid, die al sinds lange tijd een groeiend pakket aan collectieve voorzieningen levert. De groei van dat pakket zit niet alleen in meer, maar ook in betere diensten. Dat moet dus ten koste gaan van de werknemers en de kapitaalverschaffers. Omdat kapitaal gemakkelijk ‘emigreert’ moeten we uitkijken dat de beloning van kapitaal, de rente, niet sterk daalt. Met andere woorden, werknemers moeten deze gestegen kosten betalen.

Er is een goed institutioneel kader nodig voor een welvarende en rechtvaardige samenleving, waarin het belang van ieder persoon telt. Nederland pretendeert een overlegeconomie te hebben. Dit impliceert een toepassing van het ‘stakeholders’-model op nationaal en Europees niveau. In het Centraal Overleg tussen werkgevers en werknemers zullen de verschillende doelstellingen en instrumenten op elkaar afgestemd moeten worden. Koopkrachtverlies van particuliere consumenten is één van de vele problemen die meetellen in een politieke afweging. Beloning van kapitaal, dus rente of huur, is een ander probleem. Bovendien legt het pakket aan collectieve voorzieningen een forse claim op onze schaarse middelen.

Nederland raakt overbevolkt, waardoor vele problemen ontstaan

Ook voor het macro-economische beleid is het van groot belang om een goede inflatie-indicator te hebben. De reden waarom centrale banken de neiging hebben om 2 procent prijsstijging als prijsstabiliteit te betitelen, is verouderd.

Bovendien heeft het begrotingsbeleid van de eurozone in het afgelopen decennium last gehad van een ‘inflatiefobie’, terwijl er in geen velden of wegen sprake was van inflatie. De huidige ‘inflatie’ weerspiegelt meer een al dan niet tijdelijke schaarste. Als we die gaan bestrijden met sterke renteverhogingen en schuldenvermindering, koersen we willens en wetens af op een volgende depressie.

Lux et Libertas Lees ook het hoofdredactioneel commentaar: De hoge inflatie verdient meer waakzaamheid

In de eerste plaats moet het economische beleid in Nederland een duidelijke langetermijnstrategie hebben. Dat begint met een doelstelling met betrekking tot de bevolkingsomvang. Nederland raakt overbevolkt, waardoor vele problemen ontstaan die moeilijk opgelost kunnen worden. Indien we om die reden immigratie sterk afremmen, zullen er tijdelijke tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan. Loon- en prijsstijgingen zijn het gevolg. Deze spiraal moet dan via het Centraal Overleg worden doorbroken. Met behulp van monetaire politiek (ECB in Frankfurt), begrotingsbeleid (Brussel) en loonpolitiek (Den Haag) moeten de diverse inkomensclaims gestabiliseerd worden.

Indien de kapitalistische productieverhoudingen ertoe leiden dat het kapitaalaandeel in de productie toeneemt, ten koste van het arbeidsaandeel, moet een systeem van vermogensaanwasdeling (VAD) worden overwogen. Dan worden werknemers, niet alleen in hun rol van pensioenspaarders, maar ook als mede-eigenaars van de onderneming Nederland, kapitalisten.

Mensvriendelijk

In de laatste plaats moet worden ingezien dat onze particuliere consumptiesamenleving op zijn einde loopt. Beloning van arbeid is meer dan het netto reële loon. Werknemers moeten in een mensvriendelijke omgeving hun werk kunnen doen. Ook mensen met een beperking moeten een baan kunnen krijgen. De economische groei zal minder grondstofintensief moeten worden. Alle prijsstijgingen die daarvan het gevolg zijn moeten niet met de term inflatie worden aangeduid – het is geen bubbel, het is toegenomen schaarste. Om de toegenomen instabiliteit van de economie te pareren, moeten alle burgers zelf buffers van allerlei aard leren aanleggen. Wie een huis koopt met behulp van een hypotheek, zal meer eigen vermogen als onderpand moeten inbrengen. Wie een stabiel consumptieniveau nastreeft, zal meer vrijwillig moeten sparen. Op die manier kunnen burgers prijs- en rentestijgingen zelf betalen – compensatie is dan alleen voor de mensen onder de armoedegrens.