Haar ‘lievelings’ is altijd van perenhout

Instrument De verhouding muzikant - instrument is precair. onderzoekt hoe dat voelt. Deze week: Hermine Deurloo over haar mondharmonica.
Foto Andreas Terlaak

Op de Amsterdamse zolderkamer ligt een stapel zwarte doosjes. Op elk doosje staan een datum, een serienummer en soms een zonnetje, een plusje of het cijfer 1. Dan zit er een goedgekeurde mondharmonica in. Vaker staan er noten op: Ab, E, F#. Dat betekent dat die vals zijn. Zo’n honderd chromatische mondharmonica’s heeft Hermine Deurloo inmiddels. Allemaal Hohner, type Hardbopper, van perenhout. Een betere is er niet, vindt ze, maar vaak pas nadat ze eigenhandig het fabriekswerk heeft bijgeschaafd.

Vroeger was Deurloo saxofonist, onder meer bij het Willem Breuker Kollektief. Maar de klank van Toots Thielemans en ook Stevie Wonder op mondharmonica fascineerde haar steeds meer. Ze vroeg zich af hoe ze dat klaarspeelden, tot ze de chromatische mondharmonica tegenkwam. Dat instrument heeft een schuifje aan de rechterzijde waardoor Deurloo al spelend een halve toon kan verspringen. Ze is er inmiddels vliegensvlug in en ook met haar ademhaling. Je bespeelt de mondharmonica door op elke noot in of uit te ademen.

Foto Andreas Terlaak

In 2019 nam ze een album op, Riverbeast, met de jazzdrummer Steve Gadd. Het instrument dat ze daarvoor gebruikte, was ooit loepzuiver. Januari 2019 staat op het doosje geschreven, en een omcirkelde 1 ter goedkeuring. „Maar hij wordt nu heser, sneller vals, stroever. Het is altijd vervelend als mijn lievelings kapotgaat.’’

Per jaar krijgt ze twee nieuwe Hardboppers van haar sponsor Hohner opgestuurd. Maar ze zijn lang niet altijd naar haar smaak. Haar snelle manier van spelen vraagt veel. „Het is altijd een mysterie welke goed of slecht speelt. Ik heb het idee dat ze vroeger zuiverder waren, daarom heb ik me het stemmen aangeleerd. Zo kan ik van die slechte toch nog iets maken.” Ze heeft een uitgebreide set van vijltjes en pincetjes. Ze schaaft de tongetjes in het binnenwerk bij en plakt flinterdunne plakkertjes die de luchtkamertjes afdekken bij het inademen. Gepriegel en niemand anders kan het voor haar doen.

Dat ze perenhout speelt, maakt het niet makkelijker. „Ik ben die ene gek die nog op dat houten ding speelt. Het is mooier, maar levert snel technische problemen op. Het vervormt meer dan het plastic waar veel collega’s op spelen, maar dat geluid vind ik koud en hard.” Uit de stapel oude instrumenten spreekt een zekere wanhoop. Haar beste altsax zal ze nooit wegdoen. Haar eerste chromatische mondharmonica heeft ze ook nog ergens in de stapel, maar die is onherstelbaar vals.

Nu haar „lievelings” van de afgelopen jaren bijna op is, denkt ze de opvolger te hebben gevonden, van 16 maart 2022. Die kwam een tikje vals van de fabriek, maar Deurloo hoort potentie. „Ik moet hem nog inspelen en misschien wat bijstemmen. Er schijnt een trucje te zijn dat je het hout van het mondstuk afvijlt. Daar ga ik me binnenkort eens in verdiepen.”

Foto Andreas Terlaak
www.herminedeurloo.com