In de hal van het Haagse gerechtshof zit Frank Vick op een stoeltje, in een overhemd met korte mouwen, naast zijn vrouw. Hij zucht af en toe, nerveus, omdat dit een van de laatste dagen moet zijn van de nachtmerrie die al ruim 25 jaar duurt. „Maar ik ben nog kalm hoor”, zegt hij met een klein lachje.
De nachtmerrie van Vick begint op 2 juli 1994. Op die dag wordt de 42-jarige Duitser Peter Teschke dood gevonden voor zijn tent, op een Pettense camping. Hij is neergestoken. Hij was op vakantie met een groepje landgenoten, onder wie Frank Vick, de man van zijn stiefdochter.
Als agenten horen dat Vick zou hebben gedroomd dat hij de dader is, richten ze zich op hem. Hij wordt negentien keer intensief verhoord, vrijwel altijd zonder advocaat. Uiteindelijk bekent de Duitser: „Ja, ik heb het gedaan.” Later trekt hij die bekentenis weer in. Hij wordt door het gerechtshof Amsterdam veroordeeld tot vijf jaar cel.
Vick houdt jarenlang vol dat hij onschuldig is, maar pas recent kwam er beweging in de zaak, nadat advocaat Niels van Schaik zijn tanden erin zette.
Verklaring steeds aangepast
In 2020 concludeert rechtspsycholoog Melanie Sauerland dat er sterke aanwijzingen zijn dat de verklaringen van Frank Vick vals zijn: hij paste zijn verhaal steeds aan op de feiten die de politie hem aanreikte. Verder is er nauwelijks bewijs tegen de Duitser. Daarnaast stellen getuigen dat iemand anders, de inmiddels overleden Gunther L., de dader zou zijn geweest.
Vorig jaar oordeelde de Hoge Raad dat er sprake is van een novum, en dat de zaak opnieuw moet. „Ik neem aan dat u nog steeds van mening bent dat u ten onrechte bent veroordeeld”, is in het Gerechtshof de eerste vraag. „Ja”, zegt Vick, nadat zijn tolk het heeft vertaald. Hij zegt dat hij de laatste jaren zo vaak heeft nagedacht over wat er die nacht is gebeurd, maar hij weet het zeker: „Ik heb Peter niet gestoken, ik heb geen bloed aan mijn handen gehad.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66123325-f4ffac.jpg)
Als aan Vick wordt gevraagd hoe het met hem gaat, breekt hij. Hij frommelt papieren zakdoekjes uit de verpakking en zet zijn bril af als hij zijn tranen dept. „Ik heb weinig vertrouwen meer door alles wat er is gebeurd. Ik zal blij zijn als de zaak afgelopen is.”
De advocaat-generaal stelt dat het bewijs in de zaak voornamelijk ligt in de verklaringen die Vick heeft afgelegd. Maar volgens het Openbaar Ministerie kunnen die bekentenissen van Vick niet meer „zonder meer” dienen als bewijs. Dus moet Vick worden vrijgesproken. Want: behalve de bekentenissen wijst niets erop dat hij verantwoordelijk is voor de doodslag op Peter Teschke. Volgens advocaat Van Schaik zijn de verklaringen van zijn cliënt getriggerd door de wijze van verhoren, soms wel acht uur op een dag. „Dat moet slopend voor hem zijn geweest.” Het OM zegt dat verhoren nu niet meer op die manier gaan.
Rehabilitatie
Volgens Van Schaik verdient Vick een passende rehabilitatie: „Hij is bijna alles kwijtgeraakt.” Omdat de verdediging er met het OM over eens is dat er vrijspraak moet komen, doet hij een ongebruikelijk verzoek aan het Gerechtshof. Als er vandaag een uitspraak kan komen, zou dat voor het verwerkingsproces van Frank Vick heel veel doen. Het Hof gaat daar niet in mee, omdat de zaak een zorgvuldige afweging verdient; daarom wordt er op 25 mei uitspraak gedaan.
Als Vick naar buiten loopt, is hij opgelucht. Hij had het gevoel dat ze hem begrepen en echt luisterden. Hij vertelt over zijn droom, als alles voorbij is: een camper kopen en met zijn vrouw door Kroatië trekken. „Dat is voor mij de ultieme vrijheid, als ik straks weer echt vrij ben.”