De Rajapaksa’s: Sri Lankaanse familiedynastie in het nauw

Sri Lanka Al jaren domineren de Rajapaksa’s de politiek van Sri Lanka. President Gotabaya staat na het vertrek van zijn broers onder druk.

Pro-regeringsdemonstranten met portretten van premier Mahinda Rajapaksa betogen maandag bij de ambtswoning van de premier in Colombo.
Pro-regeringsdemonstranten met portretten van premier Mahinda Rajapaksa betogen maandag bij de ambtswoning van de premier in Colombo. Foto Ishara S. Kodikara / AFP

Niet Shangri-La, maar Hangri-La noemen de betogers het vijfsterrenhotel aan de kop van de sjieke boulevard Galle Face Green in de Sri Lankaanse hoofdstad Colombo. Het is een verbastering van het Singalese woord voor ‘verschuilen’. Want dat is wat ze volgens de betogers doen, de gebroeders Rajapaksa die al decennia de politiek van Sri Lanka domineren.

Al weken protesteren burgers op de boulevard tegen president Gotabaya Rajapaksa, zijn broer Mahinda, die tot voor kort premier was, en de rest van de familie. Sinds maandag lopen die protesten uit op bloedige confrontaties met de politie en het leger. Woensdag stond het dodental op acht.

„Terwijl wij hier zijn vertrek eisen uit de politiek en de staatskas, zit ‘Gota’ verschanst in de sterrenhotels waarvan hij profiteert”, klonk het in april schamper onder betogers. Onomstotelijk bewijs hebben ze niet, maar de massa is ervan overtuigd dat de president steekpenningen heeft aangenomen om de lease van de grond van het Shangri-La, geopend in 2017, aan de huidige uitbater te gunnen.

De betogers pikken dit soort corruptie, het financiële wanbeleid en het nepotisme niet langer. Niet nu de torenhoge inflatie, versterkt door de pandemie en de oorlog in Oekraïne, ervoor zorgt dat ze zelf nauwelijks nog eten of brandstof kunnen betalen. Hun tentenkamp stak af tegen het Grand Hotel en het Ramada-hotel aan de oceaan, tot de politie dat maandag met veel geweld opbrak. Ordetroepen hebben sindsdien toestemming om met scherp te schieten.

Lees ook: Ordetroepen Sri Lanka schieten met scherp op relschoppers

Mahinda trad maandag onder druk van de protesten af en dook naar verluidt onder op een marinebasis in het oostelijke Trincomalee. Gotabaya kondigde woensdagavond in een televisietoespraak aan dat hij deze week een nieuwe premier en kabinetsleden zal benoemen. Het lijkt er echter niet op dat hij de demonstranten nog tevreden kan stellen zonder af te treden.

Rijstvelden en kokosplantages

De Rajapaksa’s zijn al bijna een eeuw een belangrijke politieke familie. Al in 1936, toen het land nog een kolonie in het Britse rijk was, zaten meerdere familieleden in de nationale raad namens het district Hambantota. In dat zuidelijke deel van het eiland bezit de familie nog altijd rijstvelden en kokosplantages. Maandag staken lokale betogers daar het familiehuis in brand.

Al snel na de onafhankelijkheid in 1948 ontstonden er spanningen tussen nationalisten die privileges eisten voor de Singalese meerderheid enerzijds en de Tamilminderheid, die zich achtergesteld voelde, anderzijds. Een van die nationalisten was parlementariër Don Alwin Rajapaksa, vader van drie dochters en zes zonen, onder wie Mahinda en Gotabaya.

Op zijn 24ste, in 1970, werd Mahinda het jongste Sri Lankaanse parlementslid ooit. Hij begon als backbencher van de socialistische Sri Lankaanse Vrijheidspartij (SLFP). Na een rechtenstudie keerde hij in de jaren tachtig terug in het parlement. Als oppositielid vond hij dat de Tamil Tijgers, de rebellenbeweging die een guerrilla voerde voor meer rechten van de Tamilminderheid, veel harder moest worden bestreden.

Dat harde, militante geluid hielp bij zijn verkiezing tot president in 2005. Daarop volgde al snel de benoeming van familieleden, vooral zijn broers: Gotabaya werd minister van Defensie en jongste broer Basil speciaal adviseur. Chamal, de oudste, werd onder meer minister van Havens.

Mahinda wist zijn populariteit te consolideren toen hij in 2009 hardhandig de burgeroorlog met de Tamil Tijgers beëindigde. In 25 jaar strijd kwamen volgens de Verenigde Naties 80.000 tot 100.000 mensen om, vermoedelijk tienduizenden in de laatste fase. In die maanden kreeg het leger onder gezag van Gotabaya met nietsontziende beschietingen het hele eiland onder controle. De broers hebben altijd voorkomen dat ze hierover verantwoording moesten afleggen tegenover een rechter.

Met uitzondering van de periode 2015-2019 zijn Mahinda en Gotabaya onafgebroken aan de macht geweest. Altijd hebben ze ervoor gezorgd dat familieleden belangrijke politieke functies bekleedden. Mahinda’s drie zoons werden directeuren van SriLankan Airlines, Sri Lanka Telecom en mediabedrijven, vaak in combinatie met politieke banen.

In Mahinda’s tweede kabinet (2010-2015) beheerden de broers met hun gecombineerde posten 70 procent van het overheidsbudget; slechts 30 procent bleef over voor de overige kabinetsleden. De economie groeide snel nu de oorlog voorbij was, maar er gingen ook steeds meer stemmen op tegen de dominantie van de broers. Daarnaast kwamen er vragen over belangenverstrengeling door de familie.

Pandora Papers

Concrete bevestiging van een deel van die beschuldigingen kwam vorig jaar. Uit het datalek Pandora Papers van journalistencollectief ICIJ dook de naam Nirupama Rajapaksa op. Deze nicht van de broers was tussen 2010 en 2015 onderminister van Water en Irrigatie en heeft volgens ICIJ samen met haar echtgenoot voor honderden miljoenen dollars weggestopt in offshore-vennootschappen.

Bekijk ook deze fotoserie over de onrust in Sri Lanka

Echtgenoot Thirukumar Nadesan heeft de schijn tegen. In 2016 werd hij aangeklaagd in een zaak die nog loopt. Hij zou belastinggeld hebben gestoken in de bouw van een villa, een truc waarbij ook jongste broer Basil betrokken zou zijn. En zo is er een heel netwerk van neven, nichten, zwagers en verre familieleden die sleutelposities bekleden binnen (staats)bedrijven en de politiek.

Van de jongste generatie Rajapaksa’s springt vooral Mahinda’s oudste zoon Namal (36) in het oog. Tot een maand geleden was hij minister van Sport en Jeugd, maar hij moest aftreden onder druk van de protesten. Tegenwoordig is hij degene die het vaakst namens de familie de pers te woord staat. Maar ook de jonge Namal wordt al beschuldigd van corruptie: hij zou ruim een miljoen euro aan steekpenningen hebben aangenomen van een Australisch bedrijf dat een kapitaal heeft witgewassen via een ziekenhuisproject in Hambantota.