Er zijn genoeg redenen om een hekel te krijgen aan elektrische fietsen. Bijvoorbeeld omdat ze je de stuipen op het lijf jagen op het fietspad. Omdat ze meer en ernstiger ongelukken veroorzaken. Of omdat je gewoon jaloers bent op mensen die – pinkje aan het stuur – de tegenwind trotseren. Actieve fietser Erik Koletzki koestert zijn eigen wrok: hij vindt dat elektrische fietsen energie verspillen. Wie niet zelf trapt moet zich „diep schamen”, schrijft hij in een opiniestuk in NRC. Als alle „normale gezonde mensen” zichzelf zouden voortbewegen op hun fiets, dan besparen ze genoeg stroom om heel Harlingen (15.800 zielen) van energie te voorzien.
Mensen in Harlingen blij, fietsers blij. Want, veronderstelt Koletzki, wie fietst hoeft niet naar de sportschool of te joggen. Maar dan moet je wel Echt Fietsen. „Die trapondersteuning bevordert echt niet de conditie en vitaliteit.”
Mijn twitterbubbel, blijkbaar met veel e-bike-bezitters, schudde door dat opiniestuk op zijn grondvesten. De wereld keert anno 2022 toch niet terug naar ouderwetsch fietschen? Maar het is te makkelijk om dat stuk af te doen als een generatiekloof. Het fietspad verandert in razend tempo.
In Nederland (gemiddeld 1,3 rijwiel per persoon) is meer dan de helft van alle nieuwverkochte fietsen elektrisch aangedreven. De afstand die we per e-bike afleggen groeit, blijkt uit cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).
„De e-bike is goed voor 18 procent van de verplaatsingen en 26 procent van de afgelegde afstand”, zegt Mathijs de Haas, onderzoeker van het KiM. Ik bel hem om te begrijpen wat de impact is van de wildgroei aan elektrische tweewielers – ook te zien in mijn fietsvriendelijke vinexwijk. Ik zou zelf niet zo snel een e-bike kopen, omdat ze hier vooral snel gejat worden.
In 2026 wordt, naar verwachting, de helft van alle gefietste kilometers in Nederland ondersteund door een elektrische motor. Als je het plat slaat, zegt De Haas, dan wordt de e-bike vooral veel gebruikt voor vrijetijdsritjes – en zorgt voor extra kilometers in vergelijking met wat we ooit op een gewone fiets deden. „Iemand die vroeger bijvoorbeeld boodschappen met de fiets deed, rijdt nu op de e-bike naar een winkelcentrum verderop.”
Daar is elektriciteit voor nodig. Maar er is ook sprake van positief milieu-effect, omdat mensen met een e-bike minder vaak de auto nemen om naar hun werk te rijden. Dat scheelt energie en vooral uitstoot van schadelijke stoffen. In 2019 was bijna een kwart van de afstand die e-bikes aflegden bestemd voor woonwerkverkeer. En toen brak er een pandemie uit.
De jongste cijfers over vervoersbewegingen zijn scheefgetrokken door de coronacrisis. De totale fietsafstand daalde in 2020 met 20 procent. Mensen gingen wel meer fietsommetjes maken – zeker elektrisch.
Is fietsen op een e-bike geen bevordering van conditie of vitaliteit? Ook een beetje beweging is beter dan geen beweging. Mathijs de Haas wijst erop dat een rit op je elektrische fiets je kan helpen de voorgeschreven wekelijkse portie van 150 minuten fysieke activiteit te halen. Alles beter dan de auto pakken of thuis op de bank blijven plakken. Uit onderzoek van KiM blijkt wel dat, zorgvuldig geformuleerd, „zwaardere mensen in mindere mate een reguliere fiets bezitten en in hogere mate een e-fiets”. Er is geen causaal verband, voegen de onderzoekers eraan toe. Het ligt er waarschijnlijk aan dat de e-fiets relatief veel gebruikers op leeftijd telt. Die hebben vaker last van overgewicht.
Hoeft dan niemand zich te schamen? Een uitzondering geldt voor de fatbikes: de zogenaamd stoere SUV’s onder de e-bikes, waarbij je amper hoeft te trappen. Neem een voorbeeld aan mijn schoonmoeder, die een elektrische fiets kocht maar jaren uit principe zonder ondersteuning fietste – alleen met tegenwind. Dat is pas stoer.