Je wilt integere politici - maar je weet niet altijd of integriteitsregels daarbij helpen. In Washington zag ik ooit dat op K Street, waar de invloedrijkste lobbybureaus zitten, de ene na de andere lobbyist zijn gevelplaatje vernieuwde: ze noemden zich ineens consultant. Het was enkele maanden voor de presidentsverkiezingen in 2008. De verwachte winnaar, Barack Obama, beloofde dat er in zijn Witte Huis geen lobbyisten kwamen werken. Wat bleek: na de verkiezingen nam hij wel consultants aan (ook als ze eerder lobbyist waren).
Maandag publiceerden de Kamerleden Laurens Dassen en Pieter Omtzigt een initiatief om de integriteitsregels voor bewindslieden, topambtenaren en lobbyisten te verscherpen. Kloeke voorstellen. Een register waarin lobbyisten hun activiteiten vastleggen. Een verbod voor oud-bewindslieden op lobbyen in sectoren waarover ze eerder gingen. Opgave van alle bezittingen door bewindslieden. Strenge naleving.
Maar ook hier is de vraag: zou het iets veranderen? Bedrijven, overheden en belangengroepen lobbyen dat het een lieve lust is in Den Haag. Haagse bestuurders willen ‘maatschappelijk draagvlak’, dus een ambtenaar die beleid moet aanpassen overlegt bijna altijd met ‘maatschappelijke partners’. Contact met belanghebbenden – en dus lobbyisten – is een Haags uitgangspunt.
En voorkom je misbruik van deze hechte relaties met strengheid, openheid en toezicht? Ook als je, zoals uit de plannen van Dassen en Omtzigt blijkt, strenger wil worden voor maar een déél van de politiek? Want bijvoorbeeld de Eerste Kamer – nu al vaak het walhalla voor lobbyisten - blijft in hun plannen onbenoemd.
Waar Dassen en Omtzigt voorstellen dat bewindslieden al hun financiële belangen opgeven, hoeven senatoren in 2022 nog steeds niet hun voormalige functies in de openbare registers van de senaat te vermelden. Zo beschreef ik eerder dat een senator, een oud-generaal, een bijbaan had gehad bij een defensiebedrijf dat meedingt naar een miljardenorder: toen de man zag dat dit in het openbare register van de senaat was beland, zorgde hij er voor dat het werd verwijderd. Er kraaide in die hele Eerste Kamer geen haan naar. Ander voorbeeld: een senator werkte jaren voor de Amsterdam Trade bank, dochter van de grootste particuliere bank van Rusland. Op de website van de senaat zul je dit niet vinden.
Wat het leert: je kunt meer openheid eisen van lobbyisten en de uitvoerende macht. Maar als gelijktijdig de verouderde praktijken in een deel van de volksvertegenwoordiging intact blijven, loop je het gevaar dat die strengere regels vooral veroorzaken dat lobbywerk zich binnen Den Haag verplaatst. En dat de ondoorzichtige deals die jij wilde bestrijden gewoon door kunnen gaan.