Voor de derde keer trok de Britse regisseur Clio Barnard (The Arbor, The Selfish Giant) voor een film naar Bradford, een stad die dit jaar nog in de toptien stond van slechtste plekken om te wonen in het Verenigd Koninkrijk. De beelden van verpauperde volksbuurten en sociale spanningen leveren deze maal geen grimmig drama op. In Ali & Ava gebruikt ze het milieu als achtergrond voor een van de meest ontwapenende filmverliefdheden van het jaar, ook dankzij de muziek waarmee de personages hun levens kleur geven.
Armoede komt niet expliciet ter sprake, maar is overduidelijk aanwezig in de wijken waar Barnards romance zich afspeelt; een stad die met grote problemen kampt sinds de instorting van de textielindustrie in de jaren tachtig. Een van die wijken in de periferie van de stad is Buttershaw. Hoofdpersoon Ali (Adeel Akhtar) verhuurt er huizen. Zijn huwelijk is op de klippen gelopen, maar dat wil deze kinderlijk enthousiaste ex-dj nog niet aan zichzelf of aan zijn Pakistaanse familie toegeven. Nadat hij een lift heeft gegeven aan onderwijsassistent Ava (Claire Rushbrook) begint er iets te bloeien. Zij is net als Ali veertiger, maar ook al grootmoeder van vijf kleinkinderen en weduwe. Hij houdt van electro, zij van country en folk. Dat hij een Brits-Pakistaanse moslim is en zij Iers-katholiek is volgens Clio Barnard minder van belang. Barnard: „Dat is eerder een bijkomstigheid. Ze zijn beiden niet erg religieus. In het echte leven van mensen is religie ook vaak bijkomstig. Religie wordt vaak misbruikt om verdeeldheid te zaaien.”
Stenen gooien
Toch sluipen er in de ontluikende verliefdheid wel degelijk serieuze thema’s zoals huiselijk geweld en racisme. De twee veertigers nemen heel wat bagage mee uit hun verleden. De overleden ex-man van Ava was in de jaren tachtig lid van een extreem-rechtse organisatie, haar zoon Callum heeft sommige van zijn ideeën overgenomen. Dat levert een bijna tragikomische scène op; als Callum voor het eerst de toekomstige geliefde van zijn moeder ziet, gaat hij op zijn slaapkamer een samoerai-zwaard halen om hem weg te jagen. Ali zelf moet achteraf grinniken om deze twintiger die denkt dat hij ‘Zorro’ is. Ali’s Pakistaans-Britse familie noemt Ava een chav: een tokkie. Ali moet slikken als hij hoort dat Ava in Holme Wood woont. De jeugd daar staat erom bekend dat ze mensen met stenen bekogelen en Ali’s auto krijgt de volle laag. Barnard wil dat geen racisme noemen: „Ze gooien er evengoed stenen naar een bus.”
Het maken van haar film vereiste constant balanceren, legt de regisseur uit: „Ik wilde niet belerend zijn, maar dat je de film als kijker simpelweg kunt ervaren als een liefdesverhaal mét geweldige muziek. Maar voor wie wat dieper wil graven, moesten er ook politieke, meer serieuze lagen zijn.”
Dat ligt soms subtiel. Zo probeert Barnard parallellen te suggereren tussen de manier waarop Ava omgaat met haar gewelddadige verleden – haar ex mishandelde haar – en de wijze waarop in Engeland wordt omgegaan met het koloniale geweld van de Britten in India en Ierland. In beide gevallen wordt het doodgezwegen. „Ik probeer zo’n verband op te roepen met een Iers rebellenliedje dat Ava zingt. Of door te vermelden dat haar Ierse vader haar onterfde toen ze iets kreeg met een Britse nationalist, omdat hij de Britten haatte.”
Dat Ali in haar film Ava’s gezin helpt om het geweld in hun verleden onder ogen te komen, staat volgens Barnard voor iets groters: „Als je niet erkent wat er is gebeurd en het onder ogen ziet, kun je volgens mij niet verder komen.”
Het verhaal en de karakters van Ali en Ava voelen enorm levensecht, mede door het natuurlijke acteerwerk van Akhtar en Rushbrook. Wat ook helpt is dat hun personages gebaseerd zijn op echte mensen die Barnard leerde kennen tijdens de opnames van haar twee vorige films. De regisseur belandde een eerste maal in Buttershaw voor haar gelauwerde, experimentele debuutfilm The Arbor (2010) over de jonggestorven toneelschrijfster Andrea Dunbar. Tijdens die opnames leerde ze de twee jongetjes kennen die haar inspireerden voor de opvolger The Selfish Giant uit 2013. Een van hen woonde in Holme Wood en speelt nu Callum. Het scenario van haar nieuwe film ontstond door uitgebreide interviews en workshops met de mensen die model stonden voor Ali en Ava. Barnard: „Ik mengde feiten en fictie uit hun levens; zo hadden ze in het echt geen relatie, maar de Slowaakse huurders van Ali in de film zijn bijvoorbeeld in het echt de huurders van de man op wie zijn personage is gebaseerd.”
Bob Dylan
Behalve de ontwapenende personages zit de kracht van de film vooral in de muziek. En hoe ongekunsteld die wordt geïntegreerd in de alledaagse activiteiten van de wijkbewoners. Zo danst Ava’s kleindochter ’s ochtends op Bollywoodmuziek, springt Ali zijn geest leeg op de pompende beats van Sylvan Esso en kalmeert hij de stenen gooiende jeugd van Holme Wood met de lokale dj MC Innes. Hoewel de huiseigenaar in eerste instantie niets heeft met Ava’s liefde voor protestliedjes, groeien ze muzikaal naar elkaar toe, waarbij het Bob Dylan-nummer ‘Mama, You Been on My Mind’ een cruciale rol speelt. Barnard stuurde een persoonlijke brief naar de Amerikaanse zanger waarin ze uitlegde waarover haar film ging en wat het nummer voor haar betekende. „Ik kreeg geen antwoord, maar wel toestemming om het nummer te gebruiken. Ik heb dus geen idee of hij die brief zelf heeft gelezen, maar ik vind het leuk om me voor te stellen dat hij dat deed.”