Reportage

Autoweg zonder verlichting kan best, vindt Franse stad Montpellier

Lichtvervuiling De Franse stad Montpellier zet verlichting langs verkeersaders uit om biodiversiteit te stimuleren. „Ik dacht dat de stroom was uitgevallen.”

Avenue Pablo Neruda is een van de verkeersaders in Montpellier waar de straatverlichting is uitgeschakeld.
Avenue Pablo Neruda is een van de verkeersaders in Montpellier waar de straatverlichting is uitgeschakeld. Foto's Adrien Tache

‘Moet je deze rotonde nou zien!” Taxichauffeur Eugène Giraud (59) omklemt zijn stuur stevig als de rotonde uit het donker opdoemt. „Niets, ik zie helemaal niets!”

En inderdaad: behalve de paar meter asfalt in Girauds koplampen is deze maandagavond alles duister, al rijdt hij over een van de grootste verkeersaders van het Zuid-Franse Montpellier. Straatlantaarns zijn er wel, maar hangen als donkere treurwilgen boven de weg. Als in de verte een auto over een andere autoweg rijdt, zie je alleen de koplampen.

Vlak bij de rotonde is de verklaring voor de duisternis te vinden. Extinction éclairage public, staat op een oranje bord: sinds oktober experimenteert de gemeente Montpellier met het doven van straatverlichting op de grote verkeersaders rond de stad. Eerst werden die tussen 23.00 uur en 05.00 uur uitgezet, met de gedachte dat er dan weinig mensen rijden. Sinds 25 april gaan de lampen op een deel van de grands axes helemaal niet meer aan.

Eugène Giraud in zijn taxi na een avondrit in Montpellier Foto Adrien Tache

„De eerste keer dat ik het zag, dacht ik dat de stroom was uitgevallen”, zegt Giraud, een man met vriendelijke bruine ogen en een blauw-wit gestreept overhemd, tijdens een nachtelijk ritje over de rondwegen van Montpellier. „Ik werd echt verrast door de duisternis. Achteraf hoorde ik van mijn collega’s dat er niks mis was met de stroom, maar dat ze het voor de natuur hebben gedaan.”

‘De natuur’ is inderdaad de belangrijkste reden. Montpellier wil „haar ecologische transitie versnellen en een voorbeeldige metropool zijn in het licht van de klimaatcrisis”, schreef de gemeente in een persbericht. Tegengaan van lichtvervuiling, die in de afgelopen twintig jaar met 30 procent toenam, hoort daarbij.

Ook buiten Montpellier is lichtvervuiling („een overmatige lichtproductie van menselijke oorsprong in de nacht in een open omgeving”, aldus wetenschapswebsite Futura Sciences) een probleem. Het Franse Observatorium voor Biodiversiteit meldde eind vorig jaar dat meer dan 85 procent van Frankrijk is „blootgesteld aan een hoge mate van lichtvervuiling”. Wereldwijd leeft volgens het RIVM twee derde van de wereldbevolking in sterk verlichte gebieden. In Europa is dat zelfs 99 procent.

Lees ook: Als het licht helemaal uit is, is de sterrenhemel écht adembenemend mooi

Biodiversiteit

Al het nachtelijke kunstlicht vraagt niet alleen grote hoeveelheden stroom, bovenal schaadt het de biodiversiteit, zegt bioloog Kevin Barré van het Parijse Centrum voor Ecologie en Conservatiestudies telefonisch. „Wereldwijd is lichtvervuiling een van de invloedrijkste factoren wat de biodiversiteit betreft. Van moleculair niveau tot de werking van ecosystemen: de effecten zijn overal en de situatie is over de hele wereld rampzalig.”

Als voorbeeld noemt Barré een zeevogelsoort die op het Franse eiland Réunion nestelt. „In april vliegen de jongen ’s nachts vanuit de bergen naar zee. Daarbij richten ze zich op de horizon van de oceaan, die lichter is.” Maar als er kunstmatig licht is op het eiland, trekt dat ze aan. „Velen crashten daardoor in de straten.”

Bij insecten is de invloed eveneens groot. „De meeste insecten gebruiken de sterrenhemel en de maan om zich te oriënteren. Dus als er kunstmatige lichtbronnen zijn, verandert hun gebruik van de ruimte volledig. Dan gaan ze samenklonteren of blijven ze onder de lampen, waar ze zijn overgeleverd aan roofdieren.”

Ook voor mensen is lichtvervuiling schadelijk, blijkt herhaaldelijk uit onderzoek. Het kan onder meer leiden tot slaapstoornissen en depressie.

Lees ook: Straks zien we haast geen sterren meer – alleen nog maar kunstmanen

De zorgen van de wetenschap worden gehoord: wereldwijd zijn er initiatieven om lichtvervuiling tegen te gaan. Op Réunion is de nachtelijke straatverlichting uitgezet om de zeevogeljongen te helpen. In Nederland wordt jaarlijks tijdens de Nacht van de Nacht het belang van duisternis benadrukt. De gemeente Montpellier jubelde na de eerste fase van de proef dat „de biodiversiteit en de menselijke gezondheid beschermd wordt” en er 396.000 KWh aan energie per jaar bespaard wordt.

Kevin Barré moedigt de initiatieven aan: „Alles is beter dan nietsdoen”. Maar hij geeft toe: een gedeeltelijke duisternis, zoals in Montpellier, is toch „een beetje alsof je een straatje in Parijs verduistert”.

Avenue Pierre Mendès-France, waar de straatverlichting ook is uitgeschakeld. Foto Adrien Tache

Dit blijkt ook tijdens de taxirit: langs de donkere wegen doemen soms fel verlichte gebouwen op, zoals een bank of een treinstation dat aan alle kanten verlicht is, hoewel de laatste trein al op het rangeerterrein staat. Chauffeur Giraud: „Waarom moet ik in het donker rijden terwijl daar allemaal lampen branden hoewel er niemand is?”

Barré stelt dat het voor de biodiversiteit het beste is om de nacht zo min mogelijk kunstmatig te verlichten, maar hij erkent dat dat in de 24-uurseconomie lastig is. „Je kunt ook kiezen voor het minder schadelijke oranje en rood licht, in plaats van blauw. Dat is niet ideaal, maar het heeft wel impact.” Vooral moet volgens Barré de trend naar meer LED-lampen gekeerd, waarvan kleur en felheid heel schadelijk zijn.

Terug naar het duister lijkt vooral lastig in sterk ontwikkelde landen, waar de verlichte nacht de norm is. „Op Réunion bestaat nog de herinnering aan natuurlijke, donkere nachten,” zegt Barré. „Daar weten ze dat mens en biodiversiteit niet met elkaar in tegenstelling zijn. Vooral oudere generaties klagen dat ze de sterren niet zien en geen echte nachtwandelingen meer kunnen maken. Die herinnering hebben we in Europa praktisch niet meer.”

Als er nu iemand vanuit het donker de straat op komt, zou ik hem niet meer kunnen ontwijken

Eugène Giraud, taxichauffeur

Wel wordt in Europa uitgebreid gesproken over praktische bezwaren, zoals de vermeende (maar niet wetenschappelijk bewezen) toename van criminaliteit en ongelukken op onverlichte plekken. Taxichauffeur Giraud roept tijdens de rit meermaals: „Als er nu iemand vanuit het donker de straat op komt, zou ik hem niet meer kunnen ontwijken.”

Tweemaal gebeurde het hem sinds oktober dat hij bijna een aanrijding had, vertelt hij. „Een keer raakte ik bijna een bezorger van Uber Eats. Die dragen zwarte kleding en fietsen heel hard zonder licht. Ik had hem bijna geschept. Ik heb keihard geremd en moest daarna de auto aan de kant zetten om te bekomen van de schrik.”

Onderzoek van de gemeente Montpellier toont dat er sinds oktober geen toename was aan ongelukken en dat de gemiddelde snelheid van nachtelijke automobilisten juist omlaag ging, kan de taxichauffeur niet geruststellen. Maar, erkent hij, mogelijk moet hij ook nog wennen; wennen aan het donker. „Maar ik zal altijd moeten blijven opletten.”