Je zou het de jeugd gunnen dat ze leert het leven gretig, alert, wakker en benieuwd tegemoet te treden. Dat ze er de opwinding in ontdekt, de impulsen, het spel. Je zou het iedereen en jezelf gunnen. Lichtheid opdoen als gesprekstechniek, nee, als erotiek.
Dat is moeilijk, want alles wat in de wereld gebeurt, wordt meteen zwaar en zinkt naar de bodem. Levens die sprankelend begonnen, nemen een afslag, en alles wat mislukt, komt op de televisie en de televisie is een poel des verderfs. Vervolgens moet het land van het verderf worden gered door een regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag. Jammer hoor. Voor je het weet heb je het alleen nog met elkaar over vernedering en ontluistering.
Vorige week ontstond ergens een gespreksingang. In de sombere wereld van de talkshows bracht iemand zijn eigen onbehouwen gedrag van vijftig jaar geleden ter sprake. In een woning had hij een benevelde vrouw gemolesteerd. „Als ik eraan terugdenk! Je schaamt je kapot.”
Dat was interessant. Nu eens geen onderzoeksjournalist met onthullingen, maar eindelijk iemand die zelf een kwestie te berde bracht. „Ik denk dat iedereen dat soort avonturen beleefd heeft, waarvan je later zegt nou.” Daar zat wat in.
Natuurlijk zakte ook dit gespreksonderwerp meteen reddeloos naar de diepte. De andere mannen aan de talkshowtafel hadden geen zin in gesprek. Ze deden al bij voorbaat hun mond open en stootten het soort zielloze gelach uit dat geen lachen is maar een bevestiging van de pikorde. Na afloop toonden regeringscommissaris en staatssecretaris hun afschuw. Schrijvers eisten een boycot. Ook niet veel meer dan bevestiging van de verhoudingen.
Toch had de bekentenis van Johan Derksen, want zo heette de man, tot een leerzaam kringgesprek kunnen leiden. Iemand legt een aanstootgevend verhaal ter beoordeling op tafel en je kunt bespreken waarom iemand vroeger iets deed waarover hij zich later moest schamen. Hoe kan dit in het vervolg anders? Suggesties? En omdat ik al lang met het onderwerp rondloop, dacht ik, vooruit, laat ik dat kringgesprek eens proberen te voeren.
In mijn jonge jaren, als twintiger, ontmoette ik in een vreemde stad een Georgiër. Ik had in die tijd vragen over mijn seksualiteit en identiteit en misschien was deze Georgiër een antwoord daarop. Hij pikte mij op, of ik pikte hem op, wij belandden ergens, en op een spectaculair veel te laat moment zei ik: „Beste Georgiër, na nadere reflectie zie ik er toch maar van af.”
Dit is zo’n verhaal waarvan je later zegt nou. Ik hield weliswaar mijn eigen grenzen goed in het oog, maar ik overschreed duidelijk de zijne. De staatssecretaris zal er geen persconferentie aan wijden, de culturele elite zal mijn boeken niet in de ban doen, maar de oude filosoof Immanuel Kant zou wel op me gemopperd hebben als hij het wist, want ik gebruikte de Georgiër niet als doel, maar als middel.
Natuurlijk, je leert jezelf kennen door ontmoetingen aan te gaan, niet door in je huis te blijven zitten en je af te vragen wie je bent. Maar wat had die Georgiër met mijn identiteitsvragen te maken? Hoe dan ook, dat is vandaag hier mijn punt niet. Het punt is dat de man zich onberispelijk gedroeg. Als ik me in de jeugdjaren voor mijn geslachtsverandering hier en daar schandelijk heb misdragen, zijn het de respectvolle, zorgzame, hoffelijke mannen geweest door wie ik gered en behouden ben. Ja, het is belangrijk dat de samenleving het spotlicht zet op wangedrag. Maar het is ook belangrijk het over voorbeeldgedrag te hebben. De gewone, aardige verhalen waarvan je kunt leren wat je moet doen als je in een vreemde situatie belandt. Als we alleen de ellende bespreken, voed je een nieuwe generatie op met de gedachte dat aanranding voor mannen de norm is – en dat is niet zo.
Door alle aandacht voor seksueel geweld zie je deze dagen een hausse aan films, toneelstukken, tentoonstellingen en performances voorbij komen waarin vrouwen hun seksualiteit met provocaties heroveren op het patriarchaat. Hoera. Goed idee. Maar we zijn wel een ingewikkelde cultuur met elkaar aan het maken als de man daarbij geen andere rol krijgt toebedeeld dan die van gewelddadige onderdrukker met een verwerpelijke male gaze.
Je kunt pas leren wat wel en niet acceptabel is als je elkaar ook de andere verhalen vertelt, en de ingewikkelde, waarin niet helemaal duidelijk is waar de grens loopt en wie die nou precies vanaf welke kant overschrijdt. Anders rest ons een vrij miserabel scenario waarin vrouwen aan de ene kant defensief zitten te wezen en mannen aan de andere kant schofterig zitten te wezen. En dan op de grens een regeringscommissaris die de wacht houdt. Is dat alles?