Analyse

Conservatief Amerika heeft decennia toegewerkt naar het criminaliseren van abortus

Verenigde Staten In de uitgelekte concept-uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof is een zekere wraaklust te lezen. Het is een venijnige klap in een sociale strijd die al decennia duurt.

Jane Roe (Norma McCorvey) en haar advocaat Gloria Allred houden elkaars hand vast na een abortuszaak in 1973.
Jane Roe (Norma McCorvey) en haar advocaat Gloria Allred houden elkaars hand vast na een abortuszaak in 1973. AP Photo/J. Scott Applewhite

Een auto passeert op de snelweg, ergens in South Carolina. „Make Liberals Cry Again”, staat op de bumpersticker, een knipoog naar het Trump-motto Make America Great Again.

Laat links weer janken – het venijn doet denken aan al die bijeenkomsten van rechts Amerika van de afgelopen jaren en de teksten op vlaggen en T-shirts daar. „Wit, hetero, Republikein en man, verder nog iets waarmee ik je pissig kan maken?” Of simpelweg: „Fuck your feelings”.

Hoe onwaarschijnlijk het mag klinken, het venijn doet ook denken aan de deze week uitgelekte concept-uitspraak waarmee het Hooggerechtshof waarschijnlijk een eind zal maken aan de bescherming van het recht op abortus in de VS. De conclusie is namelijk dat de uitspraak in de zaak Roe v. Wade, waarmee het Hooggerechtshof in 1973 het recht op abortus wettigde, moet worden vernietigd. Rechter Samuel Alito, die deze eerste versie van de uitspraak schreef, is natuurlijk veel te beschaafd voor een fuck of een piss. Maar de rancune – of liever: de bevrediging van de wraaklust – klonk in veel van zijn zinnen door. Cursivering voor de duidelijkheid:

„Roe zat van meet af aan kolossaal verkeerd. De redenering was uitzonderlijk zwak en het besluit heeft schadelijke gevolgen gehad.”

„[Roe’s] uiteenzetting van de geschiedenis reikt van het grondwettelijk irrelevante tot aan het duidelijk foutieve.”

‘Abortus staat niet in de grondwet. Er staat helemaal niets in over vrouwen’

Het genoegen waarmee Alito het recht op abortus schrapt, viel ook historicus Jill Lepore (These Truths) op. Zij schreef in The New Yorker een stuk waarin ze een van zijn kernargumenten ontmantelt. Abortus staat niet in de grondwet, schrijft Alito, dus kun je daaraan ook geen recht ontlenen. Lepore: „Er staat helemaal niets in dat document over zwangerschap, baarmoeders, vagina’s, foetussen, placenta’s, menstruatiebloed, borsten of moedermelk. Er staat helemaal niets in over vrouwen.” En de verklaring is simpel: er waren geen vrouwen bij de vergadering over de grondwet, geen vrouwelijke rechters of wetgevers. „Dat is een probleem dat moet worden gerepareerd, geen precedent dat moet worden gehuldigd.”

De staart tussen de benen

In commentaren op het uitgelekte concept is terecht opgemerkt dat conservatief Amerika al decennia toewerkt naar de criminalisering van abortus. Eerst met geweld: 110 gevallen van brandstichting rond abortusklinieken in het decennium na de uitspraak, later meer dan vijftien moordaanslagen op artsen en ander personeel van de klinieken. Daarbij vielen zeven doden. Intussen begon de Federalist Society, opgericht in 1982, conservatieve juristen op te leiden. Met verbluffend succes: alle zes de conservatieve rechters van het huidige Hooggerechtshof waren ooit lid van de Federalist Society.

De overwinning van Nixon, een jaar na de Summer of Love van de hippies, had gevoeld als de overwinning van de door hem opgehemelde „zwijgende meerderheid” op de revolutie van de jaren 60. De uitspraak van 1973 was niet alleen een politieke nederlaag, het was een sociale nederlaag. De contrarevolutie had gefaald.

In de zalige serie Mrs. America (2020) worden de revolutie en contrarevolutie uit die jaren naast elkaar gezet. Tegenover Gloria Steinem en haar feministische tijdschrift Ms. (met in het eerste nummer 53 Amerikaanse vrouwen die verklaarden een abortus te hebben ondergaan) staat Phyllis Schlafly, de zelfverklaarde antifeminist die miljoenen huisvrouwen tot een politieke pressiegroep smeedde. In de serie brengt Schlafly bezwaren tegen het Equal Rights Amendment (ERA) en de feministen op tv naar voren. „Ze willen alle verschillen tussen mannen en vrouwen wettelijk platwalsen. Zeg maar dag tegen de meisjespadvinderij en hallo tegen de unisex-wc.”

Het interview heeft echt plaatsgevonden, in 1974, maar het had gisteren live uitgezonden kunnen worden, inclusief de genderneutrale wc. Na de opname vraagt interviewer Phil Donahue of alles wel klopt wat Schlafly zei. „Die opheffing van aparte wc’s, dat gaat echt niet gebeuren, hoor.” Schlafly priemt haar vinger naar Donahue. „Toen Lenin de revolutie van 1917 ontketende, denk je dat hij toen tegen de Russen zei: ‘Vecht met ons mee en wij geven jullie voedseltekorten, censuur en terreur? Natuurlijk niet! Hij beloofde vrede, land en brood. Het begint met simpele dingen als de ERA”, waarschuwt ze. „En voor je het weet wonen we in een totalitaire feministische nachtmerrie.”

Elke avond op de Amerikaanse tv wordt nog steeds dezelfde conservatieve noodklok geluid. Het is het verdienmodel van Fox News: wat hebben linkse mensen nou weer voor idiote dingen bedacht? En daarbij worden soortgelijke leugens verteld om een hogere waarheid te demonstreren: dat links bezig is Amerika – óns Amerika – te verwoesten. De voorbeelden die worden gegeven gaan ad absurdum. Dat wil niet zeggen dat ze zijn verzonnen, ze zijn waar, of op z’n minst waar-ig. Er ís een moeder in Texas die haar negenjarige zoontje van geslacht wil doen veranderen. Er zíjn leerkrachten die kinderen in twee groepen verdelen om ze te laten ervaren hoe racisme werkt. Maar de voorbeelden worden avond aan avond herhaald, totdat lijkt alsof het overal en altijd gebeurt.

Erelid

Er loopt een rechte lijn van Phyllis Schlafly naar Fox-presentator Tucker Carlson, die in de ‘feminisering’ een complot ziet om witte Amerikanen te vervangen door niet-witte. Het verschil: de huidige contrarevolutionairen voelen tijdsdruk. Ze zijn politiek en maatschappelijk in de minderheid en hun aantal slinkt. Van de zes presidentsverkiezingen deze eeuw hebben ze er maar één met een meerderheid van stemmen gewonnen.

Met het verloop van de decennia heeft de strijd een existentiële lading gekregen. God heeft partij gekozen. Of liever: één partij heeft God als erelid geclaimd. Terwijl de Amerikaanse maatschappij als geheel ontkerkelijkt – veel langzamer dan de Nederlandse, maar toch: een kleine 30 procent noemt zichzelf nu niet-gelovig – herschikken de gelovigen zich in de rangen van de Republikeinse Partij. In zijn boek The Great Alignment (2018) laat politicoloog Alan Abramowitz zien dat de gelovige kiezers van de Republikeinse Partij in vijftig jaar tijd steeds strikter zijn geworden en er dus ook steeds traditioneler opvattingen op na houden. In de Nixon-jaren was 45 procent van de Republikein praktiserend gelovig. In de Obama-jaren was dat aantal naar 70 procent gestegen.

De groep witte praktiserende gelovigen is bovendien vanaf eind jaren 80 in overgrote meerderheid Republikeins gaan stemmen en conservatief geworden. Intussen ging de ontkerkelijking hand in hand met veranderde opvattingen over huwelijk, geboortebeperking, seksuele geaardheid, rolpatronen.

Zo werd het maatschappelijk buskruit op zijn plaats gelegd. De traditionele christelijke waarden worden door minder mensen belangrijk gevonden, en de mensen die ze nog wel belangrijk vinden, voelen de onmacht. Ze kloppen voor de redding exclusief aan bij een van de twee partijen, die door de jaren heen steeds afhankelijker van deze groep is geworden. De evangelisch-christelijke stem, ongeveer een kwart van de bevolking, was in 2016 goed voor de helft van de kiezers van Donald Trump. Nog geen 10 procent stemde op Hillary Clinton.

Tussen de pissige vlaggen zie je ook altijd exemplaren waarop Donald Trump staat afgebeeld als een Rambo met machinegeweer. Soms zit hij op de rug van een tyrannosaurus. Het is een grap en het is serieus. De conservatieve strateeg Paul Weyrich schreef eind jaren negentig dat er een oorlog gaande was „over onze manier van leven. En ik denk dat die met dezelfde intensiteit en toewijding moet worden gevochten als een oorlog met vuurwapens.”

Radicaal-linkse Amerikanen hebben heus ook uitzinnige ideeën (schaf de politie af!), maar zij bevinden zich in de marge van de Democratische Partij. Militante conservatieven (verbied lessen waarin het racistische element in de Amerikaanse geschiedenis wordt behandeld!) domineren de héle Republikeinse Partij. Ze jagen de laatste gematigden de partij uit. De abortuskwestie is voor deze nieuwe Republikeinse Partij een lakmoesproef geworden.

In de jaren zestig, toen vanuit de medische wereld de lobby voor legalisatie van abortus begon, namen twee oud-presidenten plaats in het bestuur van Planned Parenthood, een organisatie voor geboortebeperking: Democraat Harry Truman en Republikein Dwight Eisenhower. Dat is nu ondenkbaar. Planned Parenthood, dat zo’n 600 abortusklinieken in de VS bestiert, is voor conservatief Amerika de grote Satan.

Lees ook: Amerikaans recht op abortus blijkt toch niet onaantastbaar

Meerderheid ‘pro-keuze’

Het feit dat een heel ruime meerderheid van de Amerikanen (80 procent) vindt dat abortus (onder voorwaarden) legaal moet blijven en dat een krappe meerderheid (49 tegen 47 procent) zichzelf ‘pro-keuze’ noemt, maakt de inzet voor de conservatieven alleen maar hoger. Van een meningsverschil is de abortus-kwestie veranderd in een -casus belli. Een oorlog die niet kan worden gewonnen en die niet mag worden verloren. Kan die anders dan met geweld eindigen?

Achter hetzelfde Capitool in Was-hington dat op 6 januari 2021 werd bestormd door conservatieven staan nu hun doodsvijanden: een groep jonge vrouwen en mannen die protesteren bij het Hooggerechtshof. „Blijf met je wetten van mijn lichaam af”, staat op een protestbord.

Sarah Parker en Kate Danehy-Samitz zijn uit hun thuisstaat Florida overgevlogen, waar ze al begonnen waren met protesteren. Parker is haar stem kwijt. Ze hebben een rechtszaak gevoerd tegen het bestuur van hun district, dat een wet had willen invoeren waarbij abortus wordt verboden vanaf het moment dat de eerste hartslag te horen is. „De eerste keer dat zoiets in een district zou worden geregeld”, zegt Danehy-Samitz. Het hof van Florida wees het af. „Het slaat natuurlijk nergens op om op dat kleinschalige niveau abortus te verbieden. Die mensen worden niet werkelijk gedreven door hun geloof. Ze willen kiezers winnen.”

Af en toe wordt ze overstemd door een jonge man die met een megafoon tussen de demonstranten staat en op kalme toon zegt dat abortus moord en Christus liefde is. Katholieke tegendemonstranten delen rozenkransen uit. Het ziet er bijna bedeesd uit. Maar ze hebben de bijbel op zak. En hij is geladen.

Tijdlijn

1973
Het Amerikaanse Hooggerechtshof bepaalt in een mijlpaal-arrest dat wetten die abortus verbieden ongrondwettelijk zijn, waarmee het nationale recht op abortus ontstaat.
1976
Het Congres neemt het Hyde Amendment aan, waarmee overheidsfinanciering van abortus wordt verboden – behalve als er verkrachting of incest in het spel is of als de moeder anders sterft.
1977 - 1988
Anti-abortiegeweld in bijna dertig Amerikaanse staten: abortusklinieken worden in de brand gestoken of met brandbommen bestookt. Op het hoogtepunt, in 1984, zijn er 29 zulke aanvallen.
1982
De Federalist Society, een organisatie die als tegenwicht voor het links-liberale gedachtengoed conservatieve rechters klaarstoomt voor hoge posten, wordt opgericht. .
1993
Abortus-arts David Gunn wordt bij zijn kliniek in Florida doodgeschoten door een anti-abortusactivist. Ook in 1994, 1998 en 2009 wordt een abortus-arts om zijn werk vermoord.
2016
Het Hooggerechtshof verwerpt wetten waarin staten allerlei beperkende voorwaarden voor abortusklinieken opwerpen, nadat Texas in 2013 zulke beperkingen had ingevoerd.
2020
Amy Coney Barrett, de derde conservatieve rechter die Trump kon aanstellen, wordt benoemd. De verhouding in het hof is nu 6-3 in het voordeel van de conservatieven.

Correctie (9 mei 2022): een eerdere versie was ongelukkig ingekort, waardoor de alinea over de overwinning van Nixon, in 1968, en de uitspraak van het Hooggerechtshof, vijf jaar later, niet meer te volgen was. Daarnaast werd rechter Samuel Alito eenmaal per abuis ‘Salito’ genoemd. Beide zijn hierboven gecorrigeerd.