Tussen alle arrestaties tikken over de Tour

Grasduinend in oude kranten ziet hoe de wielersport veranderde.
Marco Pantani tijdens de Tour de France van 1998.
Marco Pantani tijdens de Tour de France van 1998. Foto ANP/Presse Sports

Doping in het wielrennen – je hoort er weinig over. Het is er echt (bijna) niet meer, of de gebruikers zijn nóg slimmer geworden in het foppen van de dopingjagers.

Ook in NRC zijn ontelbare kolommen volgeschreven over doping, met name in de wielersport. Vooral vanaf 1998, toen voor het eerst een Ronde van Frankrijk beheerst werd door de jacht op verboden prestatiebevorderende middelen – in dit geval door de Franse justitie. Iedere wielerkenner wist ook toen dat doping er altijd is geweest en er altijd zal zijn – en niet alleen in de wielersport. Hugo Camps hielp in een van zijn wekelijkse columns tijdens die Tour goedgelovige lezers van NRC Handelsblad uit de droom: „De sport als enclave van sportiviteit en fysieke integriteit pur et simple is een hersenspinsel van ploegleiders, sponsors, organisatoren én journalisten.”

Het begon die zomer met de aanhouding van de Belgische verzorger van de Franse ploeg Festina, Willy Voet. Toen hij bij Lille de Franse grens wilde oversteken op weg naar de Tourstart, een paar dagen later in Dublin, bleek zijn auto vol te liggen met epo-ampullen. In ziekenhuizen knappen nierpatiënten op van erythropoëtine, duursporters kunnen met epo meer zuurstof opnemen en dus beter presteren.

Wielerverslaggevers, onder wie Jaap Bloembergen en, later in die Tour, ook Guido de Vries van NRC Handelsblad, tikten vervolgens van aanhouding naar aanhouding en van politiepersbericht naar politiepersbericht. Tussendoor schreven ze over de koers. Na de proloog in Dublin speelde Festina-kopman Richard Virenque de vermoorde onschuld. Pas in 2000 zou de gevierde klimspecialist Virenque toegeven dat hij doping had gebruikt, voor de rechter in Lille.

Er was in de Tour de France van 1998 nog een korte zitstaking tegen de ‘heksenjacht’ van de Franse justitie, nadat onder anderen twee Nederlanders waren aangehouden: Cees Priem en Jan Moors werden als respectievelijk ploegbaas en verzorger van de Nederlandse formatie TVM opgepakt nadat in een ploegwagen epo was gevonden.

De hoofdsponsor hield vertrouwen in zijn ploegbaas, en ontving en passant kroonprins Willem-Alexander in de Tour. De renners van TVM moesten voor onderzoek bloed, urine en haren afstaan. Kort daarna stapten ze – op Zwitserse bodem – uit de Tour.

Parijs was verder weg dan ooit, en ondanks alle ophef werd toch de Champs-Élysées gehaald. Winnaar van de Tour de Dopage: Marco Pantani. De Italiaan kon zijn titel in 1999 niet verdedigen, omdat hij in het voorjaar in de roze trui vlak voor de finish uit de Giro was gezet met een te hoge hematocrietwaarde. Dat duidde op het gebruik van epo. Vijf jaar later stierf Pantani aan een overdosis cocaïne en antidepressiva.

In 1999 begon een nieuw hoofdstuk in de Tour én in Het Grote Dopingboek: de Amerikaan Lance Armstrong won zijn eerste van zeven achtereenvolgende edities van de Ronde van Frankrijk – een record. De rest is geschiedenis.

Het hele NRC-archief is sinds dit jaar openbaar