Het is maar 34 centimeter. 13,5 inch, in de Engelse maat. Toch blijft het voor veel honkballiefhebbers even wennen, dat hun geliefde tweede honk misschien verschoven gaat worden richting de thuisplaat. De verhuizing van het tweede honk – voorlopig alleen in de Minor League, de competities onder de Major League – is onderdeel van meerdere spelregelexperimenten om het Noord-Amerikaanse honkbal attractiever en aanvallender te maken.
Het nieuws over het revolutionaire plan sijpelde vorige maand door via sportplatform The Athletic. Voor honkbalfans was het nogal vreemd om te horen dat het tweede honk al 135 jaar op de verkeerde plek ligt. De spelregelwijziging in de Minor League kan worden gezien als een correctie op een historische fout. Hoe zit dat?
Wie de honken op het veld van bovenaf bekijkt, ziet op het eerste gezicht een perfecte vierhoek: drie honken en een thuisplaat, met volgens de reglementen 27,50 meter afstand tussen elk honk. De lijnen van deze ‘diamant’ blijken minder perfect, als je er langer naar kijkt. Dan blijken de lijnen bij het eerste en derde honk mooi langs de zijkanten van de honken te lopen, maar het tweede honk hardhandig te doorkruisen.
Het eerste en derde honk zijn ooit verplaatst. Tot 1887 was het namelijk onduidelijk of een geslagen bal die deze honken raakten, in of uit was, omdat de helft van het honk tot het speelveld behoorde en de andere helft niet. Om het voor de scheidsrechter makkelijker te maken, werden de lijnen van het speelveld verplaatst langs de randen van het eerste en derde honk, zodat een bal die dat honk raakte, altijd in was.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data85282917-175250.png|https://images.nrc.nl/rTytCGvuK5j5IFCW4AZFYYEguQI=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data85282917-175250.png|https://images.nrc.nl/JoDjqAehoCLq9HalBk7LcJL4yDc=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data85282917-175250.png)
Op dat moment had het tweede honk naar binnen moeten worden gelegd. Dat gebeurde niet. Waarschijnlijk omdat een bal over het tweede honk altijd goed was. Het spelregelexperiment dit jaar zorgt eindelijk voor een perfecte diamant in het honkbal. De lijnen van de vierhoek gaan nu ook langs het tweede honk.
De verhuizing van het tweede honk gaat samen met de beslissing van honkbalbond MLB om de honken groter te maken. In de Minor League neemt de omtrek met ruim zeven centimeter toe. De combinatie van kortere afstanden en grotere honken vergroot de kans om op een honk te komen en kan aanvallend spel stimuleren.
Jonger publiek
Oud-honkbalinternational Charles Urbanus (67) is positief verrast over de verplaatsing van het tweede honk. „Dit zou betekenen dat je makkelijker het tweede, of wellicht het derde honk kan stelen. Er is meer potentie om punten te scoren. Het zorgt voor meer agressiviteit”, zegt Urbanus.
De spelregelexperimenten horen bij het plan van de MLB om het honkbalpubliek flink te verjongen; de gemiddelde fan is ruim in de vijftig. De geluiden dat wedstrijden te lang duren - gemiddeld drie uur en tien minuten in 2021 - zonder dat er veel actie te zien is, klinken vaker. Ook uit de MLB.
Bij de nieuwe cao-overeenkomst van dit jaar is een spelregelcommissie in het leven geroepen. Een wijziging waar deze commissie naar kijkt, is het invoeren van de pitch clock in de Major League – een regel die wedstrijden in de Minor League aanzienlijk verkort heeft omdat de pitcher binnen een bepaalde tijd een bal moet werpen.
Charles Urbanus begrijpt de Amerikaanse vernieuwingsdrift wel. Sporten moeten zichzelf blijven ontwikkelen om relevant te blijven, zegt hij. „De tendens is toch een wat tanende belangstelling voor het Amerikaanse honkbal. Het is mooi dat sporten die al heel lang bestaan en een belangrijk deel van de Amerikaanse cultuur uitmaken, toch in staat zijn om aanpassingen te maken.”
Mocht het experiment met de verhuizing van het tweede honk en de grotere honken succesvol zijn in de Minor League, dan krijgt het in de Major League zeker opvolging. Of dit vervolgens ook in andere honkballanden zal worden opgepikt, is onduidelijk. „De meeste honken ter wereld zijn goed verankerd in de grond. Dat zou vrij kostbaar zijn.”