Halvering geluid? ‘Stomme klinkers’ maken óók herrie

Praat over de straat In Overschie en Zuid is de herrie gehalveerd door stille klinkers, zegt de gemeente. Mijn oren zeggen van niet.

Illustratie Fokke Gerritsma

Heeft u de stille straatklinkers al gehoord? Ze liggen op de Burgemeester Baumannlaan in Overschie en op de Hillevliet op Zuid. En zijn een onverwacht succes, volgens de gemeente. Het verkeerslawaai neemt met drie decibel of ‘met de helft’ af. In het persbericht, overgenomen door NU.nl en AD, zegt een omwonende dat ze de vogeltjes weer hoort fluiten.

Ik stapte op mijn fiets om te gaan luisteren, in de hoop thuis te komen met een zangerig stukje. Het woord klinkers komt van: klinkerd en klinken. We zouden de stille klinkers stomme klinkerts of Rotterdamse stommerts kunnen noemen, omdat ze niet klinken maar verstommen. Ik zou systeemtheorie op ze loslaten: frictieloos stil plaveisel maakt het acceptabeler om hard door te rijden, en dat levert weer extra verkeerslawaai op: slim of stom? Een gedachte om te verstoppen in een reportage waarin mijn zintuigen het werk zouden doen.

Het liep anders. Ik bleek het verschil tussen de klinkerts en stommerts ter plaatse niet goed te kunnen horen. Ik ging er nog een keer heen met een vriend en een geluidsmeter en verdiepte me een avond in geluidsmetingen en -berekeningen. Wat volgt is geen sensorische reportage maar het resultaat van klassieke journalistieke argwaan. Wat u vooraf moet weten: decibellen (dB) volgen niet de lineaire schaal, maar een logaritmische: 3 dB erbij betekent een verdubbeling van het geluid, 10 dB erbij betekent een vertienvoudiging.

Europese meetformule

Eerst de situatie op Zuid. Volgens de gemeentelijke geluidskaart (2017) is het gemiddelde verkeerslawaai op de Hillevliet 65 dB. Dit ligt ver boven de gezonde grens die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) aanhoudt voor wegverkeer: 53 dB. Lawaai is ongezond, want lawaai betekent stress. Het geluid op de Hillevliet komt volgens die logaritmische schaal uit op zestien keer te hard. Drie decibel eraf betekent een halvering van het geluid: nog steeds acht keer te hard. Kon ik het daardoor niet goed horen, het verschil tussen ‘veel en veelste hard’ en ‘veelste hard’?

Hoe is die 65 dB gemeten? Niet. Het blijkt geen meting, maar een berekening van een gemiddelde over een jaar met een ingewikkelde Europese formule (de Lden) die alle pieken wegmasseert. Nachtelijke stilte haalt het gemiddelde omlaag. Overdag komt de overlast op de Hillevliet dus zelfs nog hoger uit dan 65 dB.

En dan is er nog dit: in 2004 werd de Europese meetformule ingevoerd en sindsdien ‘mag’ omgevingsgeluid 2 tot 3 decibel harder zijn dan daarvoor, toen een andere formule werd gebruikt. Als stommerts 2 tot 3 decibel van het lawaai afhalen (‘halvering’), kun je daar dus direct weer 2 tot 3 decibel bij optellen (‘verdubbeling’).

Geluidsmeter

Dan de Burgemeester Baumannlaan in Overschie. Daar is een ongehoorde 67 tot 70 dB aan gemiddeld geluid berekend: 32 keer te hard. Ik vroeg de visboer aan het wegdeel met de stommerts of hij het verschil hoorde. Ja, hij hoorde „een minimaal verschil”. Wat hij er van vond, wist hij niet. „Als mijn klanten maar kunnen komen.” De geluidsmeter op mijn smartphone gaf rond de 65-70 dB aan een paar dB minder bij de stommerts. Nog steeds moesten de vriend die meeging en ik hard praten om over het verkeersgeluid heen te komen, bij een langsrijdende brommer of vrachtwagen zelfs ons gesprek onderbreken.

Dus wat zegt ‘halvering van het geluid’? De gemeente probeert ook de menselijke ervaring van geluidsoverlast te meten. Dat levert weer andere problemen op, want dan heb je niet met luchttrillingen maar met mensen te maken. Waar de een spelende kinderen als belastend ervaart, heeft een ander meer last van verkeersgeluid of vreemde muziek.

Voor een dB-meter maakt het niks uit, maar voor mensen heeft geluid van ver weg een andere kwaliteit dan geluid van dichtbij. Voor een mens kan 70 decibel komend uit de bek van een zingende vogel puur genot betekenen. Door alles te reduceren tot decibellen verdwijnt de variatie in kwaliteit en de politieke dimensie daarvan: welke partij accepteert muziek buitenshuis, welke partij maakt zich hard voor het geluid van spelende kinderen of vogels en welke partij kiest eerlijk en expliciet voor het geluid van wegverkeer?

Boerenverstand

Ik betastte de stomme klinkers op de Burgemeester Baumannlaan, waar ze grijs en gladder zijn dan het klassieke plaveisel, ik aaide ze op de Hillevliet, waar ze roze zijn en relatief ruwer. Ik fietste met mijn ogen dicht over de overgang van klinkend naar stom plaveisel in een vergeefse poging het verschil al rijdende te voelen. Ik luisterde nogmaals, en kon wel een bepaalde absorptie horen, maar een halvering van het lawaai? Nee. Niet voor mijn mensenoren.

Vogeltjes hoorde ik ook, omdat het lente is en mijn aandacht bij mijn oren was. Het boerenverstand zei dit: als je (geluids)overlast van verkeer wil halveren, dan halveer je het aantal lawaaiige voertuigen. Dan halveer je de snelheid: van 50 naar 30 scheelt óók 3 decibel. Je haalt de irritantste pieken – hard optrekken, lawaaiscooters – eruit. En je geeft niet publiek geld weg aan ingenieurs die een innovatie hebben bedacht die het onderliggende probleem versterkt.

Thalia Verkade schrijft op deze plek om de week over het verkeer en de straten in Rotterdam, hoe we daarover praten en hoe die manier van praten van invloed is op hoe we erover denken