Een oude man staat bij een kuil in Damascus. Zijn handen zijn op zijn rug gebonden. Om zijn ogen een stuk plakband. Naast hem staat een officier van de militaire inlichtingendienst van het Assad-regime. De kuil is gevuld met lijken.
De officier grijpt de bejaarde in zijn kraag en duwt hem vooruit. De man wankelt langs de rand van de kuil, struikelt en valt naar beneden. Hij kronkelt tussen de lijken. „Papa, papa!”, roept hij. Dan schiet de officier hem dood. Zijn collega lacht naar de camera. „Groeten aan de baas”, zegt hij.
Met een volgend slachtoffer spelen de daders een spelletje. „Je bent veilig, rennen!”, zegt de officier tegen een man die aan de rand van de kuil staat. Zijn collega telt af. „Eén, tweeee…” De man aarzelt, ook hij heeft plakband voor zijn ogen. Hij draaft de kuil in en wordt als een stuk wild uit de lucht geschoten.
De bijna zeven minuten lange video, in handen van NRC, toont de executie van tien Syrische mannen. Alle slachtoffers zijn ongewapend en dragen burgerkleding. De twee daders halen hen één voor één uit een wit bestelbusje dat naast de kuil geparkeerd staat. Na de executies gooien ze benzine en autobanden de kuil in en steken hun slachtoffers in brand. De verkoolde lijken worden later geruimd om plaats te maken voor nieuwe executies.
Het is een routineklus.
De beelden zijn onderzocht door twee Amsterdamse academici, hoogleraar holocaust- en genocidestudies Ugur Üngör van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, en de Syrische onderzoeker Annsar, die om veiligheidsredenen alleen met haar voornaam in de krant wil. In totaal beschikt het duo naar eigen zeggen over rond de dertig video’s, waarvan de krant een deel zag. De beelden dateren uit het voorjaar van 2013 en tonen massa-executies, marteling en onthoofding. De onderzoekers schatten dat het geweld aan honderden burgers het leven kostte.
Volledig herkenbaar
Dat het Assad-regime zijn eigen burgers uitmoordt, is bekend. Er zijn bewijzen te over, van satellietbeelden van massagraven tot tienduizenden foto’s van doodgemartelde burgers. Volgens het regime is het allemaal ‘nepnieuws’. Alles zou in scène zijn gezet, verzonnen zijn door het Westen of het werk zijn van een andere strijdende partij. Assad gebruikt precies dezelfde schijnargumenten als het Kremlin na de Russische moordpartijen in Boetsja en elders in Oekraïne.
Maar wat als de daders zelf, en hun daden, op bewegend beeld staan? De video’s in bezit van de Amsterdamse onderzoekers tonen niet de nasleep van oorlogsmisdaden, maar die daden zelf. De twee soldaten die de executies uitvoeren, zijn volledig herkenbaar. Ze lachen naar de camera en kijken recht de lens in. Ze vermoorden burgers op klaarlichte dag en in koelen bloede. Er klinken geen gevechtshandelingen in de verte, alleen het gesuis van hun kogels en het gekreun van de slachtoffers.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85061461-401d55.jpg|https://images.nrc.nl/PeNFvn8pTEWDoPcGhe1LH-klCLM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85061461-401d55.jpg|https://images.nrc.nl/sMbPHmV5AStKg6d3JMlxge6Efsk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85061461-401d55.jpg)
„Dát is wat deze beelden zo uniek maakt”, zegt Ugur Üngör in zijn kantoor in het NIOD. „In elf jaar onderzoek naar Syrië heb ik duizenden filmpjes gezien van gruwelijk geweld aan verschillende kanten van het conflict. Maar nooit eerder zag ik zo helder bewijs dat het Assad-regime weerloze burgers executeert en verbrandt.”
Ook Bill Wiley, directeur van de Commission for International Justice and Accountability (CIJA), onderstreept de waarde van de video’s. CIJA beschikt over 1,3 miljoen documenten van het Assad-regime en een half miljoen video’s van oorlogshandelingen in Syrië. In dat archief zitten al wel beelden van Syrische soldaten en agenten die burgers martelen of die herkenbaar met lijken poseren, zegt Wiley. „Maar bewegend beeld van regime-daders tijdens een executie van burgers, dat is extreem zeldzaam.”
Trofee-video
De video’s zijn volgens de onderzoekers opgenomen door een derde man die aan de executies meedeed. Mogelijk was de bedoeling hun superieuren te laten zien dat ze hun opdracht volbracht hadden – dat kan ook het ‘groeten aan de baas’ verklaren. „Maar het kan net zo goed een trofee-video zijn”, stelt Üngör. „Iets om in besloten kring van na te genieten.”
In ieder geval hadden de beelden nooit naar buiten mogen komen. Hoe dit toch gebeurde, kan om veiligheidsredenen niet vermeld worden, afgezien van het feit dat de video’s werden ontdekt in Syrië en via via bij de Amsterdamse onderzoekers belandden. Zij deden anderhalf jaar onderzoek naar het materiaal, spraken met zowel slachtoffers als daders en wisten de beelden te geo-lokaliseren.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85067330-cd3fb5.png|https://images.nrc.nl/RZSayIT0FYjeYZHhzXU61M8zpmA=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85067330-cd3fb5.png|https://images.nrc.nl/2ZrAMDvWQj9py9iYDiMDizW1k7k=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data85067330-cd3fb5.png)
Die geolocatie wijst uit dat de kuil van de executies tussen twee onbewoonde flatgebouwen in de wijk Tadamon ligt. Dat gebied in het zuiden van Damascus staat ook wel bekend als ‘klein Syrië’ omdat er arbeidsmigranten uit heel het land wonen. Verschillende religieuze sektes en etnische gemeenschappen leven hier kriskras door elkaar heen.
Juist die vreedzame co-existentie maakte de wijk tot doelwit, stelt Annsar, de Syrische collega van Üngör. De grootste vrees van de alawitische familie Assad is volgens haar dat verschillende sektes de handen ineenslaan om het regime omver te werpen, zoals aan het begin van de Syrische opstand even leek te gebeuren. Om dat te voorkomen deed het regime er alles aan om sektarische spanningen juist aan te wakkeren.
In Tadamon deed het dat door gericht soennitische burgers om te brengen. „De meeste slachtoffers waren niet eens politiek actief, maar werden gebrandmerkt als de vijand omdat ze soenniet waren”, zegt Annsar. De daders woonden volgens haar in dezelfde wijk als hun slachtoffers. „Ze vermoordden hun eigen buren. Daarmee kwam er een einde aan de co-existentie waar het regime zo nerveus over was.”
De video in handen van NRC toont slechts een fractie van de massamoord. Op basis van de overige video’s en interviews met inwoners van Tadamon concludeerden de onderzoekers dat er tientallen soortgelijke executies plaatsvonden. „Het was een publiek geheim in de wijk”, zegt Annsar. „Iedereen wist wat het betekende als je geliefden werden meegenomen naar ‘de kuil’.”
Het bleef niet bij executies. De onderzoekers stuitten ook op beelden en getuigenissen van geheime gevangenissen in Tadamon waarin de inwoners van de wijk gemarteld werden en vrouwen werden vastgehouden als seksslaaf. NRC kreeg inzage in een video waarin mannen in legeruniform een oude man in zo’n gevangenis te lijf gaan met een hamer. Op weer een andere video is te zien hoe een man wordt onthoofd. „Deze wreedheden doen niet onder voor die van Islamitische Staat”, zegt Annsar. „Het verschil is alleen dat het regime het verbergt.”
Knokploegen
Om diezelfde reden besteedt het regime geweld tegen burgers doorgaans liever uit aan knokploegen van Assad-sympathisanten, zogenoemde shabiha (Arabisch voor ‘geesten’). Omdat zij niet formeel in overheidsdienst zijn, kan het regime de schijn ophouden niets met het geweld te maken te hebben. Maar in het geval van de executies in Tadamon is de verantwoordelijkheid van het regime glashelder: de officier in de video werkt voor afdeling 227 van de militaire inlichtingendienst.
„Dat heeft hij zelf bevestigd”, zegt Annsar, die erin slaagde om zowel de officier als zijn baas bij afdeling 227 te interviewen. Hiervoor gebruikte ze een Facebook-profiel waarin ze zich voordeed als fervent aanhanger van Assad. Door maandenlang met de mannen te chatten, wist Annsar een vertrouwensrelatie met hen op te bouwen en cruciale informatie los te krijgen. NRC beschikt over transcripten en opnames van die gesprekken.
Iedereen wist wat het betekende als je geliefden werden meegenomen naar ‘de kuil’
Annsar Syrische onderzoeker
De baas van de dader laat er geen twijfel over bestaan onder wiens bevel hij staat: „we volgen altijd de bevelen van de president op”, zegt hij in één van de gesprekken. Volgens hem is het „gepaster” om arrestanten direct te executeren in plaats van gevangen te zetten, omdat hun dood zo nergens geregistreerd staat. „We zeggen gewoon dat hij op het slagveld is omgekomen.” Nog een voordeel: je bespaart flink in de kosten. „[In de gevangenis] eten ze het eten van het leger op, ons eten!”, aldus de inlichtingenofficier. „[Een executie] is veel goedkoper, het kost ons een kogel.”
Caesar-foto's
Dat de Syrische militaire inlichtingendienst massaal burgers vermoordt, bleek eerder al uit de zogeheten Caesar-foto’s, vernoemd naar het pseudoniem van de militair fotograaf die tienduizenden foto’s van gemartelde lijken Syrië uit smokkelde. Vrijwel alle lijken waren gemarkeerd met afdelingsnummers 215 en 227 van de militaire inlichtingendienst.
Diezelfde dienst werkt volgens Üngör nauw samen met het Russische ministerie van Defensie. „Sinds de Russische interventie in Syrië in 2015 is de Syrische militaire inlichtingendienst een soort troetelkind van de Russen geworden”, zegt hij. „Kennelijk dacht Moskou na het zien van al die oorlogsmisdaden: dit zijn het soort types met wie wij zaken kunnen doen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data80607797-2d8a20.jpg)
Het is onwaarschijnlijk dat bewijzen over de massamoord in Tadamon op korte termijn voor een internationale rechter belanden. Ook daar spelen de Russen een rol in: samen met China gebruikt Rusland zijn veto in de VN-Veiligheidsraad om de oprichting van een Syriëtribunaal bij het Internationaal Strafhof in Den Haag te dwarsbomen.
De Amsterdamse academici zijn daarom van plan hun video’s ter beschikking te stellen van Europese aanklagers. Hun hoop is dat de beelden als bewijsmateriaal kunnen dienen in toekomstige nationale zaken tegen handlangers van het Assad-regime. Zo verwees een Duitse rechtbank recent naar de Caesar-foto’s bij een uitspraak tegen een ex-officier van de Syrische inlichtingendienst die naar Duitsland gevlucht was. Begin dit jaar werd hij tot levenslang veroordeeld.
„Dit gaat niet alleen om gerechtigheid, maar ook om de waarheid”, zegt Annsar. „In Tadamon kan niemand over deze massamoord praten. Aan ons de taak om te zorgen dat de slachtoffers niet vergeten worden.”