De meest koningsgezinde inwoner van Maastricht was jarenlang een vrouw van Italiaanse origine. Rika Cesarin runde tot hoge leeftijd een frituur in de stad, niet de meest hygiënische, wel de meest schilderachtige. Als een lid van het Koninklijk Huis naar Maastricht kwam, stond ze vooraan om handen te schudden. Talrijke foto’s aan de wand van haar zaak getuigden van haar korte contacten met de Oranjes. Uiteindelijk kreeg ze zelfs een koninklijke onderscheiding.
Toewijding zoals die van de in 2004 overleden Rika Cesarin is schaars in het diepe zuiden. Maastricht, waar de koning en zijn familie woensdag op bezoek zijn, is de hoofdstad van een provincie die weinig op heeft met de Oranjes. In een onderzoek dat EenVandaag deze maand deed, blijkt dat 54 procent van de Nederlanders vertrouwen heeft in koning Willem-Alexander en 61 procent in koningin Máxima. Onder de 1.710 ondervraagde Limburgers was dat respectievelijk 36 en 40 procent, de laagste scores van alle provincies.
Vastelaoveskleuren
„Limburgers hebben een groot talent voor feesten, daar hebben ze de koninklijke familie niet per se voor nodig”, zegt Roermondenaar Hans Maessen, jarenlang landelijk bestuurslid van het Nieuw Republikeins Genootschap (dat nu Republiek heet). „Rond carnaval hangen er meer vlaggen in de vastelaoveskleuren rood, geel en groen uit dan dat je hier met Koningsdag rood-wit-blauw en oranje ziet.”
De banden met de Oranjes gaan wel ver terug. „Al in de Karolingische tijd en kort daarna deden edelen uit Orange Maastricht aan”, vertelt Toon Jenniskens, voormalig stadsarchivaris in Maastricht en auteur van het uit 1988 daterende boekje Koninklijk Oranje in Maastricht.
En Maastricht is de enige stad die met naam en toenaam wordt genoemd in het Wilhelmus. Het betreffende couplet verwijst naar het jaar 1568, waarin Willem van Oranje via Maastricht wilde oprukken naar Brussel maar daar stuitte op de Spaanse troepen van de hertog van Alva.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84911681-0dd1e0.jpg|https://images.nrc.nl/C0PuYNOJyhHzyNA8JFohs5KzDJA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84911681-0dd1e0.jpg|https://images.nrc.nl/B_lGuqiKY5bo3ha547u1PlP8iJw=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84911681-0dd1e0.jpg)
In de eeuwen erna bekoelde de relatie van Maastricht en Limburg met de Oranjes. Het gebied hoorde nooit volwaardig bij de Republiek der Verenigde Nederlanden. Jenniskens: „In veel Limburgse steden ontbrak een echte bestuurslaag. Onder het in de 19de eeuw ontstane koninkrijk kreeg Maastricht anders dan aanvankelijk beloofd geen universiteit. Ten tijde van de Belgische afscheiding en nog lang daarna lag de sympathie van veel Limburgers nog bij Brussel. Het hertogdom Limburg was bovendien tot 1867 ook lid van de Duitse Bond.”
Goodwill gekweekt
De band met de rest van Nederland werd pas hechter tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. Jenniskens: „De Oranjes hadden in 1895 al nieuwe goodwill gekweekt met een meerdaags bezoek van koningin-regentes Emma en de nog minderjarige koningin Wilhelmina. Ook prins Bernhard wekte veel sympathie door in september 1944, vier dagen na de bevrijding, Maastricht te bezoeken. Bij de geboorte in 1947 van prinses Marijke (de latere prinses Christina) luidde in Maastricht zelfs de Grameer, de ruim zes ton zware klok in de Sint-Servaas, die normaal slechts bij heel bijzondere gelegenheden klinkt.”
Tijdens en na de afscheiding met België lag de sympathie van Limburgers bij Brussel
De Limburgse hoofdstad is volgens Jenniskens wat koningsgezinder dan de rest van Limburg. „Ik heb zelf mijn roots in de gemeente Horst aan de Maas. Die heeft zestien kernen en ruim 42.000 inwoners, maar geen Oranjevereniging.” Maastricht heeft wel zijn Oranje Comité. Jenniskens is er sinds 1986 in diverse bestuursfuncties actief geweest. Dat bij deze Koningsdag weinig rekening is gehouden met vaste, lokale onderdelen van de viering, zoals een vlaggenparade en een oecumenische dienst, steekt de oud-archivaris. „Het betekent dat we de volgende jaren minder mensen enthousiast kunnen krijgen. En we hebben al te maken met vergrijzing.”
De minder grote Oranjeliefde in Limburg leidt volgens republikein Maessen niet tot veel interesse voor het verzet tegen de monarchie. Door het hele land merkt hij inmiddels wel „een toenemende behoefte aan een moderne staatsvorm die niet gebaseerd is op allerlei verzinsels”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data78246604-75215f.jpg)
‘Willem de Laatste’
Tijden veranderen, meent Maessen, en het Nieuw Republikeins Genootschap veranderde mee: met een nieuwe naam, een nieuw bestuur en een nieuwe aanpak. Waar ze in het verleden als eenlingen actie voerden tijdens hoogtijdagen voor de Oranjes (Maessen werd opgepakt tijdens de inhuldiging van Willem Alexander in 2013) gaat Republiek deze Koningsdag met een hele groep demonstreren tegen ‘Willem de Laatste’. Maar de aangeboden plekken, op enige afstand van de route en uit het zicht, zinnen de actievoerders niet. „Onaanvaardbaar”, vindt Maessen. „De route is een kilometer lang. Dat betekent opgeteld aan weerszijden twee kilometer. Wij hebben maar vier meter nodig. De gemeente Maastricht lijkt nog enigszins van goede wil, de landelijke diensten minder.”