De Nederlandse economie is bijna 8 procent minder groot wanneer de milieuschade daarop in mindering wordt gebracht. De schade, zoals jaarlijks 20.000 vervroegde sterfgevallen en afnemende biodiversiteit, bedraagt 55 miljard euro en die neemt de komende jaren verder toe.
Volgens een dinsdag gepubliceerde studie van ABN Amro kan alleen „minder en anders” consumeren de jaarlijkse milieuschade laten dalen. Van echte verduurzaming kan volgens de bank geen sprake zijn, zolang de Nederlander zijn koop-, eet- en reisgedrag niet verandert.
Zelfs met het voorgenomen ambitieuze Europese klimaatbeleid, dat in 2030 de uitstoot met 55 procent moet terugbrengen, blijft de door Nederland veroorzaakte milieuschade stijgen. Dat gebeurt dan in toenemende mate in landen die producten naar Nederland exporteren, constateert de bank in samenwerking met onderzoeksbureau CE Delft.
De totale schade zal in 2030 met 4 miljard zijn opgelopen tot 59 miljard. Nu al beslaat de schade (inclusief sterfgevallen) door de Nederlandse import in andere landen 43 procent van het totaal. Over zeven jaar valt zelfs bijna 60 procent van de milieuschade voor Nederlandse consumptie in het buitenland. In bijvoorbeeld Azië en Latijns-Amerika kan vaak tegen lagere kosten milieubelastende productie plaatsvinden. Het gevolg is volgens het rapport dat in Europa „de eigen straat wordt schoongeveegd, maar de vervuiling doorschuift naar de buren”. Zo kan het gebeuren dat dankzij het Europese beleid hier minder mensen door luchtvervuiling sterven, maar in andere continenten juist meer.
Beprijzen en normeren
De toenemende schade aan mens en milieu kan volgens de onderzoekers alleen maar worden omgebogen door anders te gaan consumeren. Waarom moet iedereen een eigen auto hebben die 97 procent van de tijd ongebruikt voor de deur staat? Waarom elke twee jaar een mobiele telefoon, terwijl nieuwe aanpassingen – zoals een betere batterij – ook modulair kunnen worden aangeboden?
Politiek en bedrijfsleven moeten de consument bewustmaken van de consequenties van zijn koopgedrag. Dat kan bijvoorbeeld door de milieuschade zichtbaar te maken, in nationale economische groei en ook in resultaten van bedrijven of sectoren. Ook beprijzen en normeren van milieubelastend gedrag moet effectiever gebeuren. Nog altijd, stelt het rapport De milieuschade van Nederland in cijfers, is het mogelijk „voor een habbekrats naar Zuid-Europa te vliegen”, nog altijd liggen er „kiloknallers in de schappen”.
Het is de vraag of nu de politieke bereidheid bestaat dit aan te pakken. Toen het kabinet vorige maand onderzoek aankondigde naar een mogelijke vleestaks, tekenden de conservatieve coalitiepartijen VVD en CDA direct protest aan. Volgens ABN Amro en CE Delft zou het juist goed zijn ook de burger extra te belasten wanneer die met zijn consumptie het milieu extra belast. „De uitwijkmogelijkheden [bijvoorbeeld producten buiten de Europese Unie] worden dan tot een nulpunt beperkt.”
Die bewustwording kan ook buiten de portemonnee om gaan. Zo refereren de onderzoekers aan de Noorse online-supermarkt Oda, die sinds een jaar bij alle producten de CO2-voetafdruk toont. Sinds de invoering daarvan ging de verkoop van rood vlees naar beneden en werden meer vegetarische vleesvervangers gekocht.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/04/data84560667-d06523.jpg)
De milieuschade is berekend door de gevolgen van bijvoorbeeld uitstoot een prijs te geven. Zo krijgt een verloren levensjaar in de Europese Unie een waarde van 70.000 euro mee. Verder is gekeken naar bijvoorbeeld de kosten van bodemherstel of naar de schade van gebouwen door luchtverontreiniging in steden.