De begane grond en de eerste verdieping van het Afrika Museum kunnen haast niet meer verschillen. De begane grond baadt in licht. Witte muren steken af bij de felle kleuren van kunstobjecten en het bewegend beeld op verschillende schermen. „Dit wordt een andere sfeer”, zegt directeur Wayne Modest als hij de trap oploopt. Op de eerste verdieping ligt tapijt. De ruimte is donker, aangelichte vitrines tonen beelden, maskers en speren met spirituele betekenis.
Modest, bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en publicist op het vlak van postkoloniale studies, is ‘inhoudelijk directeur’ van het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) Het Afrika Museum is daar sinds de fusie in 2014 met het Tropenmuseum (Amsterdam) en Museum Volkenkunde (Leiden) onderdeel van. Beneden wijst Modest op zijn favoriete werken: een wand van de schilder Tshibumba Kanda-Matulu, over de Congolese geschiedenis en dekolonisatie. En verderop: fotostudies in zwart-wit van uitgelaten dansende mensen in het Mali van de jaren zestig, van de fotograaf Malick Sidibé. „Dit is ook een verhaal dat wij als Afrika Museum moeten vertellen. Over nieuwe hoop onder de bevolking na de onafhankelijkheidsbeweging.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903088-97de74.jpg|https://images.nrc.nl/Ffze-spIc4BQCf6Xjk4L6bEORLU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903088-97de74.jpg|https://images.nrc.nl/Zg42TTRe82ogEzmBkINruv2_BN0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903088-97de74.jpg)
Missie en fusie
Het Afrika Museum werd in 1954 gesticht door de paters van de Heilige Geest – een missiecongregatie. Nog steeds zijn de paters de eigenaren van de gebouwen, het terrein en (deel van) de collectie. Maar met de koers van het Nationaal Museum van Wereldculturen zijn ze het niet eens. De begane grond van het museum weerspiegelt de nieuwe koers, de eerste verdieping de oude. De paters hebben de samenwerking met het Museum van Wereldculturen inmiddels opgezegd. Op 1 januari 2025 moet het NMVW weg uit het gebouw. Zoals het er nu uitziet, betekent dat het einde voor een museum dat al decennia iconisch is in de regio.
De collectie van het Afrika Museum wortelt in de zendingsmissies van de paters naar Afrikaanse landen als Nigeria, Congo, Togo, Benin, Kenya en Zimbabwe, Ethiopië, het Swahili-gebied en Madagaskar. Daar ervoeren zij de lokale kunst en cultuur. Het museum was bedoeld om ook het Nederlandse publiek daarmee te laten kennismaken. De collectie bestaat uit 8000 stukken. „Alles eerlijk aangekocht of gekregen”, zegt Carel Verdonschot, economisch adviseur van de paters. Maar ‘gekocht en gekregen’ is in koloniale context moeilijk te controleren; daarvoor is diepgravend onderzoek nodig. In 2020 namen Afrikaanse actievoerders nog een beeld mee uit het museum, als protest tegen roofkunst.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2020/09/web-1109binafrikamuseum.jpg)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903073-2e5787.jpg|https://images.nrc.nl/YQJEy55VZWrZEKC5wzZ-ws1XmZM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903073-2e5787.jpg|https://images.nrc.nl/oTXQqBHkC-CX_YbD_8kPmJ1eKC0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903073-2e5787.jpg)
Bij de fusie in 2014 – een voorwaarde voor behoud van subsidie – werd het NMVW huurder: het museum zou worden heringericht „met de collectie in bruikleen”, aldus Verdonschot. Zo begon het museum aan een moderniseringsslag én aan dekolonisering van de inhoud. „Rond die tijd dachten volkenkundige musea, ook in de rest van Europa, al langer na over wat en hoe ze exposeerden”, zegt directeur Wayne Modest.
„Sterker: er ontstond discussie over de vraag of dit soort musea überhaupt wel moeten bestaan, in lijn met bredere wetenschappelijke en kunsthistorische discussie over dekolonisatie.” Hij wijst om zich heen in de donkere ruimte van de eerste etage, vrij letterlijk een weergave van ‘donker Afrika’. „Europese musea gewijd aan Afrikaanse kunst moeten heel kritisch nadenken over de manier van tentoonstellen.”
Woonerven
De afspraak was dat het Afrika Museum haar authenticiteit zou behouden, zegt Carel Verdonschot. Het is niet de door het NMVW ingezette modernisering die voor de paters een probleem vormt. „Het gaat ons er vooral om dat het museum, zoals het nu wordt geleid, niet bezig is met het zo goed mogelijk tentoonstellen van onze collectie. Het NMVW heeft acht jaar gehad om de bovenverdieping te verbouwen. Dat is niet gebeurd.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903121-189031.jpg|https://images.nrc.nl/Irvqf8gYMF38qGsUyOzQUoW2Dss=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903121-189031.jpg|https://images.nrc.nl/UWH1mYrznVSHCBu_Dnedk-FrvZU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84903121-189031.jpg)
Met de collectie wordt volgens hem onzorgvuldig omgegaan, en steeds meer stukken zouden verdwijnen in een depot.
Toen het NMVW in 2020 aangaf zowel de naam ‘Afrika Museum’ als het buitenmuseum te willen veranderen „ging de knop om”, zegt Verdonschot.
Het buitenmuseum rondom het museumgebouw bestaat uit typische woonerven, zoals je die vindt op het platteland van sommige Afrikaanse landen. „Dat is óók Afrika”, zegt Verdonschot. Die erven met huisjes zijn nu het eerste dat bezoekers zien wanneer ze aankomen. Daar wil het NMVW vanaf. Directeur Modest: „We zeggen niet dat Afrika alleen stedelijk is, maar alleen die rurale presentatie is onvolledig.”
Modest heeft ondanks verzoeken tot nu toe slechts één gesprek met de paters gevoerd. De paters zeggen dat juist hún verzoeken tot nader overleg strandden. „Ik denk dat we in essentie over veel hetzelfde denken”, zegt Modest. Beide partijen zeggen moderniseren noodzakelijk te vinden. Maar over hoe je dat proces vormgeeft, bestaan meningsverschillen en misverstanden. Modest: „Wij wilden zéker iets met de collectie blijven doen, juist ook in onze andere musea, zodat de stukken ook in Amsterdam of Leiden bekeken kunnen worden.”
Toekomst
Wat gebeurt er nu vanaf 2025 met het museum? Dat hangt ook af van de vraag wie eigenaar is van de collectie. De helft van de stukken, zo’n vierduizend, hebben de paters volgens het NMVW overgedragen: die zouden nu onderdeel zijn van de Rijkscollectie. „Dat is onjuist”, aldus Verdonschot. „Ik probeer een rechtszaak te voorkomen, maar de kans erop is groot.”
Een plan van de paters voor hun versie van een herstart van het museum, is door het Ministerie van OCW afgewezen. Zonder subsidie kunnen de paters het museum niet onderhouden. Zij zoeken nu andere financiers, en anders moeten zij de collectie elders onderbrengen. „Er zijn al geïnteresseerde musea in het buitenland”, aldus Verdonschot.
Wayne Modest hoopt de resterende tweeëneenhalf jaar te gebruiken „om elkaar toch nog te vinden”. Het NMVW wil in de regio blijven en op zoek naar een andere plek. „We hopen dat we in toekomst met de paters nog tot samenwerking kunnen komen. Dat is beter dan een slechte scheiding.”