‘Ik heb in mijn leven nog niet iets groots meegemaakt.” Mijn goede kennis Guillaume is vierendertig, woont in een arrondissement waar de dealers hem ’s nachts uit zijn slaap houden en verdient zijn geld met muzieklessen aan huis. Geld interesseert hem niet, hij is vooral een fietsfanaat. Op zijn lange tochten door Frankrijk kampeert hij meestal in het wild.
We praten in een café bij mij in de straat. Nog nooit iets groots meegemaakt?
Hij heeft het, zegt hij, over een grote maatschappelijke verandering, een optimistisch vergezicht, een beweging die de Franse politiek elan geeft. Rampen genoeg, aanslagen, protesten en stakingen en een pandemie, woede en frustratie alom, maar politiek gezien heeft hij nooit een breed gedeeld idealisme gekend. Het is altijd redden wat er te redden valt. Stemmen op een kandidaat om erger te voorkomen.
Ook Jean-Luc Mélenchon, die in de eerste ronde slechts een dikke procent achter Marine Le Pen eindigde, vindt hij een onbetrouwbare dikdoener. „Hij zegt nu eens dit, en dan weer het tegenovergestelde, zodat hij nooit ergens op te betrappen is.”
De flanken zijn, zo bleek na de eerste ronde, geen flanken meer. In 2002 stemden de Fransen nog massaal op de centrumrechtse Chirac om Jean-Marie Le Pen te verslaan, maar de situatie is nu fundamenteel anders. Macron is voor extreemrechts te links, te pro-Europees, te multicultureel, een vijand van „het volk”. Maar voor veel linkse kiezers geldt hij als een typische verrader van hun idealen, het archetype van de centrist die praatjes verkoopt over een rechtvaardige samenleving, maar intussen vooral zijn eigen welvarende klasse bedient. Het is juist de politiek van het halfhartige compromis, het eeuwige eau tiède, het lauwe water, waarmee zo hard mogelijk moet worden afgerekend. Vandaar de overloop van een deel van de Mélenchon-kiezers naar Le Pen.
Toen bleek dat hun radicaal-linkse kandidaat Mélenchon het in de eerste ronde net niet had gehaald, bezetten een paar honderd studenten twee weken geleden de Sorbonne en sloegen het meubilair van faculteitsgebouwen kort en klein. Op spandoeken en muren binnen werden leuzen gekalkt als Ni Le Pen Ni Macron en Revolutie is een plicht en Tegen de verkiezingen. Er werd hier en daar hard over hen geoordeeld. Een beetje verwend tegen verkiezingen protesteren terwijl in Oekraïne een strijd op leven en dood voor democratische waarden wordt uitgevochten! Daarbij sloopten ze meubilair van een universiteit die toch al met bezuinigingen te maken had. En wie moest hun rotzooi opruimen? Dezelfde schoonmakers uit de onderklasse waarmee ze met de mond zo solidair waren.
Bovendien, de keuze tussen Macron en Le Pen voorstellen als een keuze tussen „de pest en de cholera”, hoe verblind ben je dan?
Na de eerste ronde schreef Frankrijk-veteraan John Lichfield dat Macron de verkiezingen wel zal winnen. Maar daarna beginnen zijn problemen pas, schreef hij ook. Want Frankrijk is een politiek driestromenland geworden, radicaal links en radicaal rechts tegenover een steeds benarder midden.
Vooral jonge Fransen blijken gefrustreerd. Een peiling na de eerste ronde liet zien dat als de stemmen van de Fransen van boven de zestig niet meegeteld zouden zijn, de tweede ronde tussen Mélenchon en Le Pen was gegaan. Het zijn boomers en bijna-boomers die Macron zijn winst hebben bezorgd.
Jongeren, op links en op rechts, zijn ook meer geneigd, blijkt uit onderzoek dat ik eerder aanhaalde, het verleden te idealiseren dan Fransen die dat verleden hebben meegemaakt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2022/04/data84873834-fff259.jpg)
Guillaume idealiseert niets. Hij is links, hij maakt zich druk om de klimaatcrisis, maar ergert zich aan activisme dat zwelgt in zijn eigen radicaliteit, zonder zich druk te maken om de praktische uitvoering, laat staan over de noodzaak Fransen te overtuigen die vijandig tegenover hun fantastische ideeën staan. Toch verlangt zelfs een gelijkmatig iemand als hij ernaar één keer iets groots mee te maken, echte verandering.
Waarom die bijna revolutionaire woede tegen Macron, vragen realisten zich hier af. Vergeleken met andere landen, waar het bijvoorbeeld armoede betreft, doet Frankrijk het helemaal niet slecht. En kijk ook even naar spectaculair dalende werkloosheidscijfers. „Frankrijk is een paradijs, bevolkt door mensen die denken dat ze in de hel zijn beland”, luidt een ineens veel aangehaalde uitspraak van schrijver Sylvain Tesson.
Dat kan zijn, maar juist een overwinning van Macron zal dat gevoel eerder groter maken.
Op deze plek schrijft Bas Heijne om de week vanuit Parijs.