Recensie

Recensie Beeldende kunst

Galerietips: zwarte wol, helden en flessenpost

Beeldende kunst Uit de vele tentoonstellingen die in galeries te zien zijn, maakt NRC elke twee weken een selectie.

Zwarte wol en stekelharen

Carolein Smit: Oehoe, 2022 Foto Winnifred Limburg

Hoe mooi de kleur zwart kan zijn, met soms slierten citroengeel of fuchsiarood er doorheen, is te zien in de voormalige chocoladefabriek in hartje Amsterdam waar sinds kort galerie Fontana is gevestigd. Kunstenares Claudy Jongstra toont daar nieuwe werken gemaakt van vervilte, gekleurde wol van haar eigen Drentse heideschapen; je ziet veel zwarttinten (‘de moeilijkste kleur om te maken’ zoals Jonsgtra ooit zei) en ook bruinen en grijzen in wervelend bewegende vormen. Het zijn prachtige wandkleden die ogen als dynamisch abstracte schilderijen. Het is een voortzetting van Jongstra’s grotere project ‘Guernica de la Ecologia’. Dat is een enorm wandtapijt als protest tegen de afnemende biodiversiteit (inclusief plantaardige kleurstoffen). Dat grote wandkleed, een verwijzing naar Picasso’s Guernica, is vanaf 11 mei in de Grote Kerk in Breda te zien.

Jongstra’s vervolgwandkleden in Amsterdam passen goed bij de schilderijen van de jonge schilder Thijs Zegers. Hij lijkt de vergankelijke natuur te schilderen, met duistere kleurschakeringen, vol vormen van dode dieren en planten. Zo hangt er een doek waar, losjes geschilderd, twee poten met hoefjes van een dode ree op een tafel lijken te liggen. Het is raadselachtig aandoenlijk.

Vergankelijkheid, maar dan verleidelijke, lijkt ook het thema van de sculpturen van Carolein Smit, die op de tweede verdieping staan. Ze maakt glimmend geglazuurde beelden van keramiek, soms grappig maar vol ongemakkelijke details. Er zijn religieuze geïnspireerde beelden, zoals een zwarte madonna met kind, waarbij de huid vol kleine gaatjes geprikt is, waardoor de kwetsbare huid extra gevoelig lijkt. Ook als je niet aan gaatjesfobie (trypofobie) lijdt is het akelig en lieflijk tegelijk. Er staan veel dierenbeelden, zoals een sneu aapje en een grote droevige bloedhond, met bloeddoorlopen ogen, en haren als stekels. Verontrustend is ook een lieflijk uitziende sjamaan annex beer, wiens buik opengereten lijkt, zodat je zijn in detail uitgewerkte ingewanden ziet, waarbij een getatoeëerde penis als talisman hangt.

Helden en antihelden

The Hero With a Thousand Faces Foto Abril Cisneros

Boten in een leeg landschap, figuren met grote maskers, een ietwat verloren cowboy of een rij folkloristische figuren die zich richting een kerkje bewegen. Het is te zien in de groepstentoonstelling The Hero With a Thousand Faces in Galerie Maurits van de Laar. De titel van de tentoonstelling verwijst naar het gelijknamige boek uit 1949 van Joseph Campbell, waarin Campbell verschillende mythologieën en archetypen analyseert.

In religies zijn vele helden te vinden. Folkert de Jong en Jan Dietvorst geven enkele religieuze verhalen weer. Zo is er het keramische werk Adam zoekt Eva van de Jong, waarin een trolachtig wezen, een wat verloren Adam bij de schouder pakt en hem een richting op wijst. De sculpturen van de Jong hebben, anders dan de meeste religieuze verbeeldingen, iets humoristisch. Je zou kunnen zeggen dat zijn figuren het midden houden tussen held en antiheld.

In Love is in the air, een tekening van Jantien Jongsma buitelen mensen en objecten onder en over elkaar heen. Sprake van één horizon is er niet. De tekening doet denken aan een folkloristisch wandkleed. Misschien wordt er een bruiloft gevierd, een boerenfeest? Het werk leest bijna als een strip. Van afbeelding naar afbeelding, omdat alles in één keer gadeslaan niet mogelijk is. Jongsma weet, door middel van vele details een geheel nieuwe wereld tot leven te brengen.

Andere werken die opvallen zijn de potloodtekeningen van Dirk Zoete en van Jockum Nordström. Het werk Idiots van Nordström bevat veel witruimte. Daartussen schepen en figuren. Hoe langer je naar de tekening kijkt, des te onlogischer het tafereel wordt. Wat doet dat jongetje daar bijvoorbeeld rechtsonder? Met heel weinig weet Nordström fantastische scenes neer te zetten. Ook de tekeningen van Zoete zitten goed in elkaar. In Smart Dress or Textile Sculpture staat een fragmentarisch figuur met een groot masker in een ruimte. De omgeving is lastig te duiden. Ergens op de achtergrond schuifelt iemand voorbij, terwijl de ruimte ook op een afgesloten kamer lijkt.

De tentoonstelling toont een bont gezelschap aan personages, vol verhalen. Wie of wat zij precies zijn is zeker niet eenduidig. Campbell schreef over de held: „The hero of yesterday becomes the tyrant of tomorrow, unless he crucifies himself today.”

Flessenpost uit Moengo

Marcel Pinas: Goontapu Foto Marijke de Bie

Denk aan een zee van flessenpost: 2850 stuks. Denk aan het geluid van een vallende fles en dat keer 280 duizend. In het werk van de in Suriname geboren kunstenaar Marcel Pinas(1971) is symboliek belangrijk. Want die 280 duizend is het aantal mensen dat vanuit Afrika naar Suriname is versleept om daar als slaaf te werken. En die flessen staan voor een cultuur die bedreigd wordt – de cultuur van zijn marron-voorouders.

In het Bredase Club Solo staan de flessen streng in het gelid. Hun glazen huid is gewikkeld in een lap knalkleurige Schotse ruit. Deze zogenaamde pangi-stof krijgen jongens en meisjes op het moment dat ze volwassen worden. De stoffen worden ook gebruikt als tekens om rituele plaatsen aan te duiden of bij de ingang van een dorp.

Voor Pinas, die na zijn verblijf aan de Rijksakademie in 2007 en 2008 terugkeerde naar Suriname, is de cultuur van de marrons – de mensen die de slavenhouders ontvluchtten en in het oerwoud een nieuw bestaan opbouwden – de essentie van zijn werk. In Moengo, zo’n 100 kilometer ten zuidoosten van Paramaribo, werkt hij aan een culturele leefgemeenschap die door middel van muziek, beeldende kunst en theater probeert die cultuur te ontwikkelen.

In Breda maakt hij van de bestaande installatie Kibii wi koni – flessen waar de marrons hun medicijnen in bewaarden en afdekten met textiel – een nieuwe sculptuur van stof. „Want waarom zou je niet duurzaam met je werk omgaan?” zegt hij. „Dat deden mijn voorouders ook”. Vrijwilligers ontdoen de flessen van hun ruitjasjes, naaimachines zoemen, een enorme lap groeit aan, soms breekt er een draad.

Boven bij Club Solo is te zien hoe geweldig Pinas dat textiel in vroeger werk naar zijn hand weet te zetten. De lappen zijn geknoopt, opgehangen – er ontstaan abstracte figuren die als offerandes in de ruimte zweven. Op schilderijen aan de muur contrasteren abstracte erupties van verf met sierlijk Afáka-schrift en oude pangi-symbolen. Eén reusachtig doek, aan elkaar genaaid van duizenden lapjes pangi-stof, bedekt vloer en muur: de zaal wordt huis en in dat huis klinkt het geluid van brekend glas, 280 duizend keer.

Correctie: In een eerdere versie van dit artikel werd geschreven dat Moengo ten zuidwesten van Paramaribo ligt. Dit moet ten zuidoosten zijn.