Recensie

Recensie Theater

De rijkdom van Herzbergs Leedvermaak in één avond

Recensie | Leedvermaak Voor het eerst is Judith Herzbergs trilogie op een avond te zien. In een vijf uur durende marathonvoorstelling van Het Nationale Theater zet regisseur Eric de Vroedt in op hoog tempo en licht spel.

Tamar van den Dop (voorgrond) als Lea in ‘Leedvermaak’
Tamar van den Dop (voorgrond) als Lea in ‘Leedvermaak’ Foto Fred Debrock

‘Niemand wil erover praten.” Serveerster Hendrikje slaat, als enige buitenstaander op het bruiloftsfeest waar Leedvermaak zich afspeelt, de spijker op zijn kop. Het is begin jaren zeventig, Lea trouwt met haar derde man Nico: er zijn liedjes en sketches, oude bekenden en nieuwe gezichten, er is een grote taart die niet door de deur past, er zijn veel toekomstplannen en er wordt vooral weinig, heel weinig gepraat over het verleden. En precies daardoor echoot dat verleden juist in alle scènes door.

Leedvermaak speelt zich af rondom een Joodse familie die getekend is door de Tweede Wereldoorlog, maar daar niet over wil of kan praten. Het wordt beschouwd als een van de belangrijkste Nederlandse naoorlogse toneelstukken. Judith Herzberg schreef de tekst in 1982 in opdracht van Toneelgroep Baal. De oeruitvoering (geregisseerd door Leonard Frank) in theater Frascati in Amsterdam, waarbij de meeste scènes zich afspeelden op de kenmerkende balkonnetjes boven de speelvloer, werd legendarisch: het schijnt dat mensen tot aan De Dam in de rij stonden voor kaartjes.

De ‘Leedvermaak trilogie’ toont hoe het onverwerkte oorlogsleed generatie op generatie doorwerkt

Dertien jaar later schreef Herzberg het vervolg Rijgdraad (1995) en daarna, op verzoek van de acteurs, sluitstuk Simon (2001). De gehele trilogie speelt zich af tussen 1972 en 1998: zo zien we hoe het onverwerkte oorlogsleed generatie op generatie doorwerkt. Nu zijn de drie stukken voor het eerst – weliswaar in ingekorte versie – op één avond te zien, als vijf uur durende marathonvoorstelling door Het Nationale Theater, in regie van Eric de Vroedt.

Het openingsdeel Leedvermaak situeerde De Vroedt op een nagenoeg lege speelvloer. Het is de ruimte náást het feest, en daar lopen de verschillende personages elkaar voortdurend tegen het lijf. Hij laat hen in vooral lange, diagonale lijnen over de speelvloer lopen, en presenteert deze familie zo als een groep toevallige passanten: per saldo zijn ze ook vreemden van elkaar. Ondertussen krijgen we zo nu en dan glimpjes van het feest ernaast mee via schokkerige filmopnames die op een scherm worden geprojecteerd: goedbedoelde maar houterige sketches van familieleden, verveelde blikken van omstanders die zich onbespied wanen; men was de aanwezigheid van een camera destijds nog niet zo gewend.

Enorme kracht

Al meteen betaalt de enorme kracht van Herzbergs tekst zich uit: haar korte, ritmische dialogen gaan aan de oppervlakte over alledaagse onbenulligheden, maar verhullen vanaf seconde één een groot en pijnlijk verleden. Er is gedoe over bloemen, de vraag is of het dezelfde bloemen zijn als bij Nico’s vorige bruiloft: meteen voel je dat er tussen iedereen van alles op gespannen voet staat.

Zo wordt er en passant een bak expositie op de kijker afgevuurd, verpakt in grappige, ontroerende of spannende korte scènetjes: behalve naaste familie van Lea en Nico zijn ook de verschillende ex-partners van het bruidspaar opgetrommeld, onder wie Nico’s ex-vriendin Dory, die later nog een kind krijgt met Lea’s vader Simon.

Herzbergs toneeltekst is met die ritmische scènes en het kaalgeslagen, trefzekere idiolect ook een soort compositie: er zijn vrolijke melodielijnen, afgewisseld met donkere bastonen op een grillig akkoordenschema dat steeds een groter drama doet vermoeden. Haar taal is tegelijkertijd kraakhelder en vol subtekst, en precies die paradox maakt het bijzonder speels en speelbaar.

Behalve die ijzersterke tekst, heeft De Vroedt een geweldig acteursensemble als grote troef. Hartverscheurend is de stille titanenstrijd tussen Lea’s biologische moeder Ada en haar onderduikmoeder Riet – gespeeld door Betty Schuurman en Antoinette Jelgersma. Voor beiden geldt dat de anders aanwezigheid als indirecte aanval op hun eigen moederschap wordt ervaren. Tegelijkertijd zijn ze zich bewust van de hypocrisie daarvan, waardoor je als toeschouwer ook een groot mededogen gaat voelen. Schuurman en Jelgersma spelen hun personages trots en waardig, maar daarachter schemert diepe pijn die ze maar moeilijk vorm kunnen geven, pijn die ze misschien zelf niet eens altijd herkennen.

Tientallen jaren ouder worden

In vijf uur tijd zien we de meeste personages tientallen jaren ouder worden. Dat zien we niet alleen terug in de treffende kleding, kapsels en snorren, maar ook in de lijven van de acteurs, hun mimiek, stemgebruik en energie. Prachtig zijn de transformaties van bijvoorbeeld Duifje (Bodil de la Parra), die ouder wordt maar probeert haar waardigheid te behouden. Jaap Spijkers weet als Lea’s vader Simon met minieme stemverbuigingen en schichtige blikken decennia te overbruggen: in prachtige close-up videoprojecties zie je hem in zijn ziekenhuisbed tegelijkertijd verlangen naar de dood en vasthouden aan het leven. Tamar van den Dop speelt Lea in het eerste deel vol aanstekelijke flair en grillige koppigheid, in slotdeel Simon is ook zij 25 jaar ouder en murw geslagen, en toch zie je nog glimpjes van die jeugdige brutaliteit.

Ook de muziek van New European Ensemble (van componisten Florentijn Boddendijk en Remco de Jong) evalueert mee met de tijd: van jazzarrangementen naar elektronische soundscapes. Af en toe wordt er letterlijk geïnteracteerd tussen spelers en muzikanten op de vloer: dat zijn prettige ontregelingen van de code.

De Vroedt zet in zijn uitgepuurde enscenering vooral in op hoog tempo en licht spel. Vaak situeert hij intieme dialogen juist op grote afstand tussen de personages, zodat de woorden hun weg naar de ander moeten vinden en vol ruis en interpretaties aankomen. Ook kiest hij regelmatig voor frontaal spel, waardoor de dialoog via het publiek weerkaatst bij de tegenspeler. De voorstelling speelt in zowel grote schouwburgzalen als kleine vlakkevloertheaters, maar lijkt vooral baat te hebben bij intimiteit, waardoor acteurs met ingetogen nuance kunnen spelen. Met name bij de jongste generatie in het derde deel lag de emotie er vorige week in de grote zaal van de Utrechtse schouwburg soms te dik bovenop, waardoor het op momenten net te vlak bleef.

Lees ook dit interview met Judith Herzberg over Leedvermaak

Oorlogsherinneringen

Soms worden de personages overvallen door oorlogsherinneringen. Ada vertelt hoe ze in de tram zit – na de oorlog – en twee mannen ziet instappen van wie ze vermoedt dat het Duitsers zijn: ineens heeft ze het gevoel dat ze weg moet, de tram uit. Hein van der Heijden vertelt als Nico’s vader, in een hartverscheurende monoloog in Rijgdraad, hoe zijn vrouw in Auschwitz een als stuk zeep verpakte steen kreeg, voordat ze de gaskamer werd binnengebracht. „Ik zou dat wel eens één dag willen vergeten.” Iets daarvoor zei hij: „Verwerken: als dat kón dan deden we dat toch?” Het onvermogen dat hieruit spreekt, komt hard aan.

Prachtig is de intieme scène tussen Lea en Dory (Malou Gorter), aan weerszijden van Simon, die aan het eind van het derde deel op sterven ligt. Dory durft niet bij hem te blijven tijdens zijn doodstrijd, Lea durft juist niet weg te gaan. Ineens is er toenadering in hun daarvoor zo kille interactie. Beiden gaan op het bed liggen, ze kijken elkaar diep in de ogen, en beginnen te lachen, om zichzelf, de ander en elkaar, om al die pijn: een bevrijdende en hartverscheurende vorm van plotse toenadering.

De Leedvermaak trilogie toont hoe de oorlog doorwerkt: het neemt niet zozeer de overhand, maar hecht zich subtiel in de dagen vast. Dat gebeurt met onverwerkte trauma’s: ze vermengen zich met het alledaagse leven, infecteren onherroepelijk het dagelijks bestaan. Ja, soms steekt het ook heel expliciet de kop op, maar vaker is het een onzichtbare aanwezigheid, een sluipschutter. Dus moeten we het blijven benoemen, in gesprekken, in het maatschappelijk debat en in kunst. Een nieuwe oorlog heeft zich alweer aangediend hier in Europa, maar andere oorlogen zijn nog lang niet uitgewoed – al kan dat soms zo lijken.